Scène uit 'Hope' van NITE. Foto: Kerstin Schomburg
Het theater is vaak een plek om even de dagelijkse ellende te vergeten, maar NITE zoekt die in de nieuwe voorstelling ‘Hope’ juist op. En probeert antwoord te geven op de vraag waar we in tijden van angst, wantrouwen en dreiging nog hoop vandaan moeten halen.
Veel mensen lopen tegenwoordig rond met een gevoel van naderend onheil. Democratieën waarvan we dachten dat ze onwankelbaar waren, worden in een mum van tijd overgenomen door autocraten. Extreem- of in ieder geval radicaal-rechtse politici winnen overal terrein. NAVO-baas Mark Rutte waarschuwt voor een grote oorlog. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de opwarming van de aarde.
Als alles wankelt
Die grote wereldproblemen vertaalt regisseur Guy Weizman van NITE naar de microkosmos van een dansgezelschap in een bar. Als de choreograaf (een geweldige rol van de Duitse Maike Knirsch) plotseling zonder overleg met de groep besluit het verhaal om te gooien, begint alles te wankelen. Iemand krijgt een solo, er ontstaat jaloezie, er zijn meningsverschillen over vasthouden aan de procedures of misschien maar helemaal de handdoek in de ring gooien. Intussen lekt het dak en komen er steeds meer regendruppels uit het plafond.
De choreograaf, die eerst populistische en later steeds meer duivelse trekken vertoont, laat de dansers hun eigen ondergang spelen. Ze wil een vloedgolf van bloed, de huidige orde moet met geweld omver worden geworpen totdat er een redder opstaat die de wereld komt verlossen. Zo staat het in de boeken van alle grote wereldreligies, zo ging het altijd in de geschiedenis, toch?
Maar dan had ze nog niet op de barkeeper (Bien de Moor) gerekend, die zich ontpopt tot godin van de hoop. Hoop is een ding met veren, zegt ze, naar het gedicht van Emily Dickinson. Maar hoop is niet alleen maar mooi. Ze zit onder de littekens. Het is geen naïeve, geruststellende hoop, geen ‘het komt allemaal wel goed’ en ook geen apathisch wegkijken. Hoop is verzet, het optimisme dat je moet blijven zoeken, als een spier die je door de pijn heen traint.
Bien de Moor (l) als de hoop, samen met haar tegenpool, de oorlogszuchtige choreograaf (Maike Knirsch). Foto: Kerstin Schomburg
Kleine dingen
De theatermakers van het Groningse NITE, Club Guy & Roni en het Thalia Theater uit Hamburg gingen voor deze samenwerking in gesprek over waarheid en leugen en hoe die worden ingezet als instrument van macht. Hoe kunnen we nog een zelfde waarheid vinden als er zoveel wantrouwen is? Wat de een als waarheid ziet, is voor de ander een grove leugen; omgekeerd geldt hetzelfde.
De makers kwamen gaandeweg steeds meer tot de conclusie dat we niet zozeer waarheid missen, maar vooral hoop, als levensenergie die mensen in beweging zet. Dat komt mooi tot uiting in de persoonlijke, gevoelige anekdotes die de verschillende dansers vertellen – waarna ze getooid worden met de veren van de hoop. Het zit hem vaak maar in kleine dingen, die grote betekenis kunnen hebben. En dat is toch een andere boodschap dan de duistere naargeestigheid die eerder dit jaar nog sprak uit Club Guy & Roni’s dansvoorstelling Bad Nature, hoe goed die ook was.
Hard werken
Je kunt van deze voorstelling veel vinden. Ja, het is typisch NITE met een overdaad aan chaos, kabaal en lichtflitsen, zeker als de stormvloed daar is. Ja, je moet met Engels, Nederlands en Duits door elkaar (met dubbele boventiteling) je best doen om het verhaal goed te volgen, en dan ook nog eens telkens zelf de link te leggen tussen de toestand in de wereld en de samenleving in het klein in deze theaterbar. Maar hoop ís niet achteroverleunen en je laten vermaken. Hoop ís hard werken. En gelukkig valt er daarbij nog genoeg te lachen en te genieten van de muziek en de fraaie kostuums.
Guy Weizman heeft met deze samenwerking opnieuw een huzarenstukje afgeleverd dat iedereen die het gevoel heeft langzaam te verdrinken in wanhoop, gauw moet gaan zien.
Hope
Voorstelling: Hope door NITE, Club Guy & Roni en Thalia Theater Hamburg. Met: Maike Knirsch, Bien De Moor, Gloria Odosi, Bram van der Heijden, Patrick Bimazubute, Tilo Werner, Nimuë Walraven, Tatiana Matveeva, Rosie Reith, Tommy Heeffer. Regie: Guy Weizman. Choreografie: Roni Haver. Auteur: Maria Milisavljević. Muziek: Hanna Caroline Boos, Camill Jammal, Matze Pröllochs, Timon Schempp. Kostuums: Maison the Faux. Gezien: 20/12 Amsterdam, ITA (Nederlandse première). Publiek: 400. Nog te zien: 19 en 20/1, 28 en 29/3, Stadsschouwburg Groningen