Truus W. met haar advocaat Dennis Wolters in de rechtbank. Tekening: Heleen van den Broek
„Dit lijkt het topje van de ijsberg” zei de rechter dinsdag tegen serie-oplichter Truus W. uit Emmen. Het lijkt er sterk op dat ze veel meer kerkelijke instellingen heeft opgelicht dan het tiental waarvoor ze terechtstaat.
Op de rekening van de man met wie W. (53) lijkt te hebben samengewerkt, vond de politie in totaal 172 bijschrijvingen van kerkelijke instanties of medewerkers. Steeds ging het om bedragen tussen de 20 en 100 euro met beschrijvingen als ‘medicatie’, ‘diaconale hulp’ of ‘taxi’. „U probeert alles op mij af te schuiven”, reageert de van oorsprong Twentse W. geïrriteerd als de rechter haar ermee confronteert.
Zielige verhalen
Truus W. wordt officieel verdacht van het oplichten van negen kerkgemeenten verspreid over Nederland en één poging daartoe, maar het lijkt er dus op dat veel meer gemeenten gedupeerd zijn.
Steeds belde de Emmense kerkgemeenten in paniek op dat ze dringend hulp nodig had: soms in de vorm van medicatie, soms omdat ze geen boodschappen of taxirit kon betalen. Telkens hing ze zielige verhalen op en haalde zo predikanten of andere kerkelijk werkers over om geld over te maken.
Dat geld belandde op de rekening van de man in Emmen bij wie W., bij gebrek aan woonruimte, een tijd verbleef. Met zijn pinpas nam ze het geld op en daar kocht ze dan cocaïne van, heeft de man verklaard. „Onzin, ik heb zijn pinpas nooit gehad”, zegt W. in de rechtszaal in Assen. Dat ze drugsverslaafd is, ontkent ze niet.
Misbruik gemaakt
Ze erkent ook dat ze negen kerkgenootschappen wel degelijk heeft opgelicht. „U hebt op grove wijze misbruik gemaakt van het goede hart van deze mensen”, aldus de rechter. Hoe meer kritische vragen hij stelt, hoe minder W. wil antwoorden. „Misschien vindt u het vervelend dat ik u steeds in een hoek druk, maar u heeft heel vervelende dingen gedaan. U bent gewoon een gemene oplichter.”
Het oplichten van vier fietsenwinkels in onder meer Dalen en Emmen en twee computerzaken in Coevorden bekent ze ook. Met smoesjes troggelde ze dure e-bikes, een laptops en iPads af, zonder die te betalen. De goederen werden doorverkocht.
W. vertelt dat ze in alle gevallen onder druk is gezet door de twee mannen bij wie ze tussen september vorig jaar en begin dit jaar verbleef. Zij zouden ook het geld hebben geïncasseerd. De vrouw, die sinds haar arrestatie begin dit jaar vastzit, vindt het onterecht dat zij terechtstaat en de mannen niet. „Zij schuiven de schuld op mij af.”
‘Spijt’
Als de officier van justitie wil weten hoe W. naar haar eigen rol kijkt, bindt ze wat in. „Ik kijk er niet prettig op terug. Heb er spijt van”, klinkt het. „Ik praat er in de gevangenis over met een soort psycholoog. Ik heb geen vertrouwen meer in de medemens.”
Volgens het Openbaar Ministerie heeft W. in totaal ruim 9.000 euro buitgemaakt, oftewel witgewassen. Dat klopt niet, zegt ze, maar op vragen over wat ze er dan wél aan heeft overgehouden, blijft ze vage antwoorden geven. „Het is de vraag hoeveel er bij u aan de strijkstok is blijven hangen of in uw neus”, probeert de rechter nog een keer vergeefs.
Als ze eerder hulp had gekregen, waar ze steeds om vroeg, was ze niet opnieuw betrokken geraakt bij oplichtingspraktijken, zegt W. Ze had graag opgenomen willen worden.
Nog geen strafeis
Na eerdere celstraffen en een tbs-maatregel van vier jaar in het verleden, zijn er wel allerlei pogingen gedaan om de vrouw te behandelen, maar steeds gaat mis, vertelt een reclasseringsmedewerker. Zij schat de kans op herhaling bij Truus W. in als „sky high”. W. is licht verstandelijke beperkt en heeft waarschijnlijk een stoornis, maar ze moet eerst verder onderzocht worden. Dan kan een behandelplek worden gezocht.
Maar waar dat onderzoek moet plaatsvinden, is ook nog onduidelijk. De reclassering heeft nog geen kliniek kunnen vinden. Dat is de reden waarom de rechtbank de zaak dinsdag uiteindelijk stillegt. Voor er een strafeis en uiteindelijk een vonnis komt, moet er eerst een plek voor de vrouw zijn gevonden. Wanneer de zaak verder gaat, is dan ook niet bekend.