Roelof en Lammi Luten, de ouders van Andrea op een foto uit 2010.
Foto: Kees van de Veen
Als verslaggever volgde Ed van Tellingen sinds 1993 nauwgezet alle verwikkelingen rond de verkrachting van en de moord op Andrea, dochter van Lammi en Roelof Luten uit Ruinen. Ook na zijn pensionering hield Van Tellingen contact. Deze week overleed Lammi Luten.
Woensdag 9 juli: een appje van Lammi Luten: ‘Hey Ed, hoe gaat het met jou/jullie?’
Appje terug: ‘Het gaat heel goed met ons en hopelijk met jou ook. Ben druk met mijn boek. Binnenkort weer eens bijpraten?’
Appje van Lammi: ‘Fijn om te horen dat het goed gaat. Het gaat met mij minder. Ja, laten we eens bijpraten. Volgende week op een middag? Zeg maar wanneer het je uitkomt.’
Appje terug: ‘Doen we. Ergens op een terras?’
Lammi: ‘Eh…dat gaat helaas niet meer lukken Ed.’
Ruim een week later ben ik bij Lammi in haar appartement in Meppel. Een uitgelezen plek, eenhoog, op de hoek van de Prins Hendrikstraat en Prins Hendrikkade, met zicht op de Buitenhaven. Lammi ligt op een bank. Ze was ook niet naar de deur gelopen. De code van het sleutelslot had ze geappt.
In een telefoontje had Lammi het slechte nieuws verteld. Eind vorig jaar voelde ze zich niet goed. „Ik werd kortademig en ging slechter lopen.” En zo kwam zij in januari bij de longarts. „Dat ziet er niet zo mooi uit” had hij gezegd, waarna een maand later de oncoloog het vonnis meedeelde. Longkanker met uitzaaiingen en niet meer te genezen. „Dat kwam er nogal bot uit”, aldus Lammi. Nee, dan de longarts die met veel empathie haar tegemoetkwam. „U bent een fiere vrouw”, zei hij. Lammi: „Nou, zo voel ik me nu niet.” Waarop de longarts met nadruk reageerde: „Dat begrijp ik, maar u bent het wél!” Het doet Lammi veel. „Fier, het is een ouderwets woord, maar het is een woord met betekenis. Ik vind het prachtig.”
Op en top Lammi
De bank waarop Lammi een groot deel van de dag doorbrengt staat in een ruime loggia. Veel frisse lucht stroomt naar binnen. Haar gezicht is ingevallen en bleekjes, maar haar ogen fonkelen en vonken nog net zo intens als bij al die keren dat we tegenover elkaar hebben gezeten. Zo’n anderhalf jaar geleden was dat nog het geval. Ze was, na het plotse overlijden van echtgenoot Roelof op hun landgoed in Hongarije (op 19 mei 2023, 30 jaar en 9 dagen na de moord op dochter Andrea’) teruggekeerd naar Nederland en in Meppel komen wonen. „Een kant en klaar en nog volledig ingericht appartement, precies wat ik zocht”, vertelde ze bij die laatste ontmoeting.
Vandaag, 18 juli, heeft ze een goede dag. Nog steeds die krachtige stem, recht voor zijn raap, met stevige humor. Korte zinnen die als met een mitrailleur de ruimte in worden geschoten, met af en toe een knallende afzwaaier. Kortom, op en top Lammi. Pijn heeft ze niet, dankzij de morfine-tabletten die ze ’s morgen en ’s avonds mag innemen – ’s ochtends nog met een oxazepam. „Lopen naar de voordeur, dat doe ik dus niet meer. Dat komt ook door al die morfine-tabletten, daar word je duizelig en onvast van.” Veel eten en drinken doet ze niet. Een puddinkje, een vitaminedrankje, een banaan, thee – dat is het wel zo’n beetje. Mijn binnenkomer: stuur me weg zodra het je te veel vermoeit. Dat hoef je niet tegen Lammi te zeggen. Dat bepaalt ze sowieso zelf wel. Zonder opsmuk en direct.
„Dit wil ik je zeggen”, steekt ze meteen van wal. „Ik wil je bedanken voor al die prachtige verhalen die je hebt geschreven over Andrea.” En daarna zei ze nog een paar mooie woorden waar ik helemaal verlegen van werd. Maar ze zei het allemaal met nadruk, want ze had me vooral uitgenodigd om me persoonlijk te bedanken. Dat ontroerde mij.
In een hoek van de kamer hangen de portretten van Andrea en Roelof. Een spotje doet ze oplichten. Andrea als stralend 15-jarig meisje, voor wie de wereld nog aan haar voeten ligt. Op 10 mei 1993 werd zij verkracht en vermoord in de bossen van Gijsselte. Ze was op weg van school in Hoogeveen naar haar huis in Ruinen. Het is ook díe foto die op het opsporingsbericht van Andrea Luten zou staan. Al die jaren hing het plakkaat bij de ingang van café De Dorpsherberg van Roelof en Lammi in Ruinen. Geen bezoeker van het café die het kon negeren. Lammi in die dagen: „Dat bericht blijft er hangen zolang als de dader niet is gevonden.”
Andrea was enig kind, hoezeer Lammi meer kinderen had gewenst. Twee buitenbaarmoederlijke zwangerschappen maakten dat onmogelijk.
Een hartverscheurend relaas
7 jaar na die verschrikkelijke gebeurtenis verscheen het boek Thuiskomen. Leven na de dood van Andrea, een hartverscheurend relaas van Lammi. Niets blijft onbesproken: de tomeloze woede, de verterende haat, de eindeloze zoektocht naar de moordenaar. Na 2 weken ging het café al weer open. Pure overlevingsdrang. Het was hun reddingslijn. Het café dwong beiden om tenminste een deel van de dag met iets anders bezig te zijn. Aan het eind van het boek hebben Lammi en Roelof weer het vermogen om gelukkig te kunnen zijn. Een slotzin die wegdrijft op de kalme zee die het boek achterlaat: ‘Andrea blijft mijn dochter, ook nu zij niet meer lijfelijk bij me is. Andrea, dank je wel dat je mijn dochter was.’
Naast het portret van Andrea hangt dat van Roelof. Lange grijze manen, brede grijns en de onafscheidelijke hoed. ‘Daar heb je die lange dweil uit Ruinerwold’, dacht Lammi, toen ze hem, eind 1973, tegen het lijf liep in bar-dancing Tarantula in Meppel. ‘Of ik trouw die vent of ik trouw nooit.’ Een vrijbuiter eerste klas, zo iemand die in Ghana zijn rijbewijs zou kopen, nadat hij jarenlang zonder rijbewijs had gereden.
Een zeeman die zojuist de binnenvaart had verlaten en de overstap had gemaakt naar de grote vaart. Een schilderij van het bevoorradingsschip van boortorens van Smit-Lloyd hangt in de woonkamer; het schip waarop Roelof 7 jaren voer voordat hij toch voor de vaste wal koos. Voor de kleine Andrea, die haar vader niet meer kende als hij weer lange tijd op zee had vertoefd.
Op 19 mei 2023 overleed Roelof. Ze woonden toen al 14 jaar op hun landgoed Király-Tér in Csemö, niet ver van Boedapest, waar ze een paar gastenverblijven verhuurden. Weg uit ‘regelziek’ Nederland, een nieuwe start. Die middag is Lammi naar de tandarts. Bij terugkomst ziet ze Roelof zitten in zijn stoel, alsof hij nog gewoon aanwezig is; benen en handen over elkaar, heel relaxed. Vredig ingeslapen. Ze waren al in onderhandeling over de verkoop van hun landgoed, waarvan het onderhoud te zwaar werd. Lammi: „Allebei zó onverwacht, Andrea en Roelof. Dat is het moeilijkste om te accepteren.” ‘Mijn steun en toeverlaat is van mij heengegaan’ stond boven de overlijdensadvertentie.
Lammi en Roelof, ze lieten elkaar in hun waarde, dat was hun kracht, dat hield ze bij elkaar. Hoe verschillend ze ook het onpeilbare verdriet na de moord op Andrea zouden verwerken. Lammi, de vrouw van de media. Het was haar uitlaatklep. En daarbij: baat het niet, schaden doet het ook niet. Zoals ze ooit bij haar medewerking aan het radioprogramma Het Zwarte Gat de dader rechtstreeks aansprak. Wat anderen daarvan dachten? Dat kon Lammi geen ene moer schelen. Kom maar op, ik lust iedereen rauw. Een glimlach verschijnt op haar gezicht: „En zo ben ik nog steeds.” Dan Roelof, hij meed de media als de pest. Hij reed liever weg in de auto, zocht de rust en de stilte.
Lammi, de vrouw van de media. Foto: Kees van de Veen
„Maar kom niet aan Roelof!” Dat hebben de twee mannen geweten die achter de site www.wievermoordeandrea.punt.nl zaten, eind 2005. Een perverse haatsite, waarin vooral Roelof werd zwartgemaakt – hij had immers Andrea gevonden in de bossen van Gijsselte. Dus… „Ze hebben Andrea afgepakt, van Roelof blijven ze af”, fulmineerde Lammi. Beiden deden aangifte bij Justitie. Met hulp van vrienden spoorde Lammi de mannen uit Zwaagwesteinde en Kollumerzwaag op. Justitie volgde met een zware reprimande.
Lammi richt zich op, gaat zitten op de bank en pakt een sigaret. Ja, waarom niet. Zonder een spoortje cynisme: „Ik heb een ge-wel-dig leven gehad.” Een leven met dieptepunten, „zware dieptepunten, maar we zijn er niet in blijven hangen.” Zoals ze schreef in haar boek: ‘Ik onderging het verdriet op een totaal andere manier dan Roelof. Toch begrepen wij elkaar nog steeds, wij konden onze gevoelens naar elkaar uitspreken, Je hoeft het zelfs niet met elkaar eens te zijn, als je elkaar maar de ruimte durft te geven om uit te kunnen spreken hoe je je voelt. Dat konden we goed. Ik kreeg alle ruimte van Roelof en hij luisterde en accepteerde hoe ik me voelde. Omgekeerd werkte dat net zo. Dat was heel belangrijk, daardoor waren we een steun voor elkaar en bleef ons huwelijk in stand.’
We hebben hem!
Een sprong in de tijd. 10 jaar na het verschijnen van haar boek, donderdag 9 mei 2010. We zitten met z’n drieën op het terras van café De Dorpsherberg in Ruinen. Lammi en Roelof zinderen van opwinding en kunnen hun geluk niet op. „We hebben hem!” Een dag eerder waren beiden teruggekeerd uit Hongarije Die maandag was Lammi daar opgebeld door Justitie: er was een DNA-match met de dader! Henk F. uit Hoogeveen had in het voorjaar DNA moeten afstaan, nadat hij was aangehouden vanwege huiselijk geweld. Diezelfde middag nog volgt het nieuws dat de Hoogevener de moord heeft bekend. 15 jaar cel luidde het vonnis in december.
Lammi Luten tijdens haar persconferentie na de rechtszaak tegen Henk F. , de moordenaar van haar dochter. Foto: Kees van de Veen
De moordenaar is gevonden en veroordeeld. Einde verhaal? Nee, niet voor Lammi. In de rechtszaal had hij haar uitdrukkingsloos aangekeken. Geen emotie, geen berouw, geen schaamte. Lammi kookte weer van woede, tranen liepen over haar wangen zodra ze de rechtszaal was uitgelopen.
Titel: De Belofte, confrontatie met de moordenaar.
Auteur: Lammi Luten
Uitgeverij: Wedding Nederland
Prijs: 22,25 (237 blz.)
Een nieuw boek kondigt zich aan en 4 jaar later verschijnt De Belofte, confrontatie met de moordenaar. Pas na het schrijven van dit boek kan ze echt een punt zetten achter haar odyssee: een bijna eindeloze tocht vol ontberingen en obstakels; een reis die begon met de zoektocht naar de moordenaar van haar dochter en haar apotheose beleefde op 8 april 2014, de dag waarop zij in de Penitentiaire Inrichting van Zwolle de confrontatie aanging met Henk F. Anderhalf uur zaten zij tegenover elkaar, op een halve meter afstand. En met de presentatie van haar nieuwe boek, op 1 december 2014, heeft ze na 21 jaar haar bestemming bereikt. „Diep van binnen was er een onweerstaanbare behoefte om zelf te ontdekken hoe de man die Andrea vermoordde in elkaar zit”, zei ze daarover. Bloedstollende passages illustreren dat in het slothoofdstuk. Henk F. betuigde zijn diepe spijt, maar een hand kreeg hij niet van haar. „Ik zou nooit de hand kunnen schudden die mijn kind de keel had dichtgeknepen.”
Dat Lammi na de rechtszaak weer een nieuw boek zou schrijven en zelfs de moordenaar van hun dochter zou opzoeken, Roelof had daar grote moeite mee. Maar het tekende wederom hun onderlinge verhouding en wederzijdse respect dat hij haar geen strobreed in de weg legde. Hij reed haar zelf naar de gevangenis.
Een sterke vrouw was Lammi altijd al – en dat bleef ze, zeker ook in de periode na Andrea. „Oh, ik heb ook veel gehuild”, relativeert ze, „maar niet bij de media en niet in het openbaar. Dat hield ik voor thuis.” Het is nu, met de onheilstijding eerder dit jaar, niet anders. Paniekaanvallen waren er, en huilen doet ze soms ook wel, als de wanhoop even toeslaat. Maar buiten beeld. Privé. Ze heeft zich neergelegd bij het onontkoombare. En nee, geen chemo. Tot in juni had ze nog hoop omdat een alternatief middel enige tijd soelaas bood. Maar dat effect verdween.
Hospice
Donderdag 31 juli. We ontmoeten elkaar weer, maar nu in het hospice van Hoogeveen. Het ging niet meer thuis, ondanks de geweldige hulp die ze kreeg van een groepje van zes mensen die dicht bij me staan’.: elke nacht sliep een van hen bij toerbeurt bij Lammi. Hoe ziek ze ook is, haar stem heeft, ook deze dag, nog steeds niets aan kracht verloren. Ze vertelt over vroeger. Hoe ze, als Lammigje Dunnink, geboren op 26 juni 1950, opgroeide in Wanneperveen in een hervormd gezin met een oudere broer en (veel) jongere zus. Lammi kon goed leren, de ULO in Meppel lag voor de hand, maar haar vader bepaalde dat ze naar de huishoudschool ging. Goed genoeg voor zijn dochter, daar leerde ze de dingen die een huisvrouw gewoon moet weten: strijken, wassen, koken, het hele huishouden. Coupeuse werd Lammi (al haalde ze ook haar middenstandsdiploma – dat mocht dan weer wel van haar vader). Daarna jarenlang op en neer naar Meppel om op een kantoor te werken. „Afschuwelijk vond ik dat. Ik jankte op mijn brommertje wanneer ik erheen reed.”
Lammi is 19 jaar als ze een advertentie ziet in de NCRV-gids. Personeel gezocht bij een instituut voor zwakzinnigenzorg in Noordwijk. „Daar had ik een fantastische tijd. Als meisje wilde ik altijd al verpleegster worden. Ik heb er veel geleerd. Voor mezelf opkomen, dat vooral ook.” Met collega’s uit die tijd heeft ze nog altijd contact. Noordwijk maakte tijdelijk plaats voor Ermelo (waar ze anderhalf jaar als nachthoofd werkte), maar als hoofd verpleging keerde ze terug naar Noordwijk. „Ik wilde mensen om me heen, zeker ook toen Roelof vaak maanden op zee was. Ik had schijt aan vergaderen, dan ging ik gewoon weg als dat te lang duurde. Omgaan met de bewoners, mijn eigen gang gaan, en altijd met de mens vooraan. Kijken wat je met de bewoners kon doen, improviseren, dat vond ik heerlijk.”
Roelof en Lammi Luten aan de leestafel in cafe de Dorpsherberg.
Foto: Marcel Jurian de Jong
Geweldig leven
Lammi, 75 jaar, heeft ‘een geweldig leven’ geleid. Ze zegt het nog maar eens. Rijden op de motor was haar lust en leven. Hoe ze als 19-jarige al op de motor reed, in die tijd nog als een van de weinige vrouwen in Nederland. „Kom ik bij een tankstation. Nou, volgooien maar. Zegt de pompbediende tegen mij: ‘Hé, had u 4 jaar geleden niet een Honda en een witte helm?’ Ik stomverbaasd want dat was zo. De pompbediende: ‘Hoeveel vrouwen denkt u dat aan de pomp komen?’ Zo’n compliment van een tankbediende, prachtig vond ik dat.” Nee, de maximumsnelheid was niet zo aan haar besteed. „Doorknallen maar.” Regelmatig werd ze aangehouden door de politie, maar kreeg (hoe het mogelijk is begrijpt ze zelf ook niet) nooit een bekeuring.
De tijden veranderen. In 1981 verlaat Roelof de grote vaart, 3 jaar na de geboorte van Andrea. Samen met Lammi (die de vereiste horeca-papieren had gehaald) runt hij een café in Heelsum, bij Arnhem. Een ruige klandizie, maar beiden kapseizen niet. „Hier hebben we het gered, dan kunnen we dat overal”, zeiden ze tegen elkaar. Dat ‘overal’ werd Ruinen.
We zitten die middag in het bloemrijke tuintje als uitloop van haar kamer in het hospice. Vriendin Geri komt langs. Een bekend gezicht voor de bezoekers van café-zalencentrum Den Kaat in het hartje van Zuidwolde. „Mensen mogen willen dat ze Lammi in hun leven hebben”, zegt ze. We nemen afscheid. Ze zegt: „Ongeveer 2 jaar voor zijn dood pakte Roelof mijn handen vast en keek me aan. ‘Je moet me beloven’, zei hij, ‘dat ik als eerste mag gaan’.” Een leven zonder Lammi, dat bestond niet voor hem.
Een foto komt tevoorschijn. Met z’n drieën zitten ze op de vensterbank van café De Dorpsherberg: Roelof, Andrea en Lammi. Een vredig gezinstafereeltje en nog geen wolkje aan de lucht. De tekst eronder kwam later: Als het allerliefste je verlaat, dan is er nog altijd de liefde.
Naschrift: Lammi Luten heeft vlak voor haar overlijden het verhaal nog gelezen en kon zich er helemaal in vinden. Het mocht gepubliceerd worden.
Uit het boek
Passage uit ‘De Belofte, confrontatie met de moordenaar’
‘Ik ben jullie een keer tegengekomen in Hoogeveen.’
-‘Hè? Waar?’
‘In de Hoofdstraat.’
-‘Wat heb je toen gedaan?’
‘Ik wist wie jullie waren, maar jullie wisten niet dat ik de moordenaar was. Ik schrok me kapot en ben toen meteen een winkel in gelopen om jullie te ontwijken.’
Dus toch, toch waren we hem een keer tegengekomen. Maar we wisten niet wie hij was.
- ‘Al die interviews in kranten, tijdschriften, op de radio en op de televisie, dat alles had maar één doel: jou vinden. Heeft het zin gehad denk je. Of heb ik dit alles voor niets gedaan?’
‘Ik heb alles gevolgd. Alles heb ik gezien, gehoord en gelezen. Ik wist hoe jullie leven eruit zag. Ik wist ook hoe jullie over de moordenaar van Andrea dachten.’
- ‘Dat was precies de bedoeling, dan heb ik dat dus niet voor niets gedaan. Ik wilde dat je alles zou volgen, dat je wist hoe we over je dachten. Ik wilde jou bereiken via de media, het was de enige manier om jou iets duidelijk te maken.’
‘Dat is je gelukt, ik heb altijd alles gevolgd. Geloof me, ik heb geen leven gehad na de dood van je dochter. Ik heb een rotleven gehad, maar ik had niet de moed of het lef om mezelf aan te geven. Maar ik wist wel dat dit gesprek ooit zou plaatsvinden. Dat heb ik altijd geweten, ik wist dat deze dag ooit een keer zou komen.’