De politie doet onderzoek na de schietpartij. Foto: Persbureau Meter
De 46-jarige Coevordenaar die wordt verdacht van het beschieten van twee mensen in de nieuwjaarsnacht, ontkent dat hij dat heeft gedaan. „Ik had geen wapen. Ik heb alleen een klap uitgedeeld”, zei Jan O. donderdag in de rechtbank in Assen.
2025 was nog geen drieënhalf uur oud toen aan de Jozef Israëlsstraat in de Coevorder wijk Poppenhare een gewonde jongen werd gevonden. De tiener had een schotwond in zijn kuit. De kogel zat er nog in.
Op 12 januari meldde de 46-jarige Jan O. zich bij de politie, net als een 17-jarige plaatsgenoot. Ze werden allebei aangehouden. De tiener zat maar korte tijd vast, al is hij nog steeds verdachte. O. zit nog altijd in voorarrest.
Hij wordt niet alleen verdacht van het schieten op het minderjarige slachtoffer, wat het Openbaar Ministerie (OM) ziet als poging tot doodslag, ook zou hij van korte afstand op een andere man hebben geschoten. Dat slachtoffer werd niet geraakt. Een broer van dit slachtoffer zou bovendien door O. met een vuurwapen zijn bedreigd.
‘Amateuristisch’
De broers hebben aangifte gedaan en twee getuigen hebben hun verhaal bevestigd, vertelt de officier van justitie donderdag op een inleidende zitting. Op basis van hun verhaal heeft het OM een 3D-visualisatie van de situatie laten maken.
Volgens advocaat Frank Vogels, die O. bijstaat, deugt er niks van. „De 3D-scan is gebaseerd op de verklaringen van beide broers, maar die hebben allebei gezegd dat ze niet weten waar het neergeschoten slachtoffer lag toen zij aankwamen. Dat onderzoek is van zo’n amateuristisch niveau! Ook wordt in het politieonderzoek over een wapen gesproken, maar nergens is munitie gevonden, behalve in de kuit van het slachtoffer. Alleen het is volstrekt onduidelijk waar die kogel vandaan kwam.”
‘Alleen een klap’
De advocaat vraagt vrijlating van O. in afwachting van de inhoudelijke strafzaak op 5 augustus. Jan O., die al veel vaker is veroordeeld, vertelt in de rechtszaal dat er alleen een vechtpartij is geweest die nacht van 1 januari. „Ik heb niet geschoten en heb geen vuurwapen gehad, alleen een klap gegeven. Ik wil naar huis om er voor mijn gezin te kunnen zijn.”
De officier van justitie vindt de zaak te ernstig om hem vrij te laten: „Het gaat om schieten op straat met een echt wapen”. De rechtbank besluit dat O. blijft vastzitten.