Nieuwe en al gesettelde inwoners leren de omgeving van de Hondsrug kennen. Foto: Jari Leijssenaar
„Prachtig stukje dit”, roept Nora Hackfoort (68) naar haar partner Kees Vreugdenhil (67) terwijl ze een zandweggetje in loopt, omhoog de Hondsrug op. „Ja”, antwoordt Vreugdenhil achter haar. „Ik ben blij dat we hierheen zijn gekomen.”
Samen met een groep van dertig mensen maakt het stel afgelopen weekend een wandeling over de Hondsrug. Harrie Wolters, directeur van het Hunebedcentrum, leidt hen vanaf zwembad De Leewal bij Exloo door het Hunzebos. Met de schittering van de zon in het dunne laagje ijs dat over de velden ligt, is het geen verkeerde eerste indruk van dit gebied. En er volgen er nog vier: deze tocht is de eerste van vijf excursies, bedoeld voor nieuwe inwoners van de gemeente Borger-Odoorn.
Toegegeven, Hackfoort en Vreugdenhil zijn niet helemaal onbekend in Drenthe. Ze hebben hier vaker gewoond, onder meer toen Vreugdenhil directeur van het Dr. Nassau College in Assen was. In 2017 vond hij een nieuwe baan in Hillegom. „Maar nu ik met pensioen ben, vond ik het leuk om terug naar Drenthe te verhuizen”, vertelt Vreugdenhil, van oorsprong afkomstig uit Hoofddorp.
Het werd Bronneger, ruim een jaar geleden. „Je hebt heel mooi uitzicht over de velden met een lichte glooiing. En we hebben nu ook wat meer grond om het huis. We willen nog een klein voedselbos aanleggen.”
Kees Vreugdenhil. Foto: Jari Leijssenaar
Jonge bossen
Wolters houdt stil bij stuifzandrug de Leewal. „Er werd eerst gedacht dat het iets heel bijzonders was, een esker uit de ijstijd. Maar dat is het niet. Het is waarschijnlijk opgewaaid zand”, vertelt hij de groep, die zich om hem heen verzamelt.
„Je moet je voorstellen dat hier vroeger duizenden schapen op de hei liepen. Nou, dan is die hei snel weg. Het zand kreeg vrij spel. Begin vorige eeuw was het zo extreem, half Drenthe leek zo’n beetje een woestijn. Daarom heeft Staatsbosbeheer bossen aangelegd, om het zand een beetje tegen te houden.” Enkele cursisten denken er eens over na. Zo heel oud zijn de bossen, waarmee Drenthe toch snel wordt geassocieerd, dus eigenlijk niet.
Harrie Wolters, directeur van het Hunebedcentrum in Borger, leidt de excursie. Foto: Jari Leijssenaar
Over de keienweg voert Wolters de groep langs een grafheuvel - „u zult zien dat ze op een rijtje liggen, dat heeft te maken met de oude routes” - en hunebed D31, het bos weer uit naar een open vlakte. „En hier zou ook de mythische stad Hunsow gelegen hebben.”
Zo nu en dan klinkt in de verte het geroffel van een specht. „Echt beeldschoon”, zegt Hackfoort zacht.
Wat is dat toch, de aantrekking van dit gebied?
‘Ik wilde echt weg’
Rina Ooms-Goutziers (66) weet het wel. Ze verruilde Rotterdam, waar ze haar hele leven woonde en een schoonheidssalon aan huis had, ongeveer drie jaar geleden in voor Bronnegerveen. Ooms kende het niet. Eigenlijk heel Drenthe niet; ook de vakanties van vroeger gingen meer richting Brabant dan het Noorden van het land. Maar het was tijd voor een frisse start.
„Mijn man overleed, ik was alleen, het was coronatijd. Dat was een heftige periode. Ik wilde echt weg, de stad uit”, vertelt ze. Dus besloot ze vrienden in Bronnegerveen, die ze nog kende uit de tijd dat ze twintig jaar was, een bericht te sturen: stond daar misschien iets te koop? „En toevallig kwam hun woonboerderij vrij. Ik heb een hotelletje in Gasselte geboekt en ben met mijn dochter gaan kijken. We reden hier langs de weiden en ze riep uit: je hebt hier helemaal niks!”, lacht Ooms.
Nieuwe en al gesettelde inwoners leren de omgeving van de Hondsrug kennen. Foto: Jari Leijssenaar
Het bleek precies waar ze aan toe was. „In Rotterdam is altijd drukte en is het altijd licht en altijd geluid. Hier is het ’s avonds gewoon donker. En de opgaande zon is hier ook prachtig.”
Ooms is dan wel helemaal alleen vanuit de andere kant van het land komen wonen, maar ze redt zich prima. Vrijwilligerswerk bij het Natuurparkje Alinghoek in Drouwen, de buurt-barbecue, de dorpskrant rondbrengen, en nog genoeg plannen voor en rondom het huis. „Ik ben hier actief bezig. In de stad kun je ook eenzaam zijn. Misschien juist nog wel meer”, zegt Ooms. En Rotterdam is niet de wereld uit: vrienden en familie, zoals haar kleindochter van vijf, komen hier best nog wel eens over. „Die willen de hunebedden dan ook zien. Ik ken ze ook nog lang niet allemaal.”
Nee - Ooms gaat hier niet meer weg. „Ik wilde terug naar de rust en natuur, en het is heerlijk. Je leert jezelf weer kennen.”
Animo onder nieuwe en al gesettelde Drenten
Bezig zijn met de natuur, de omgeving leren kennen, nieuwe contacten opdoen: het is waarom mensen zich hebben ingeschreven voor deze cursus. Het programma wordt georganiseerd door natuurorganisatie IVN (Instituut voor Natuurbeschermingseducatie) Borger-Odoorn onder de noemer ‘Waar Woon Ik?’ en bestaat uit vijf lezingen met aansluitend vijf excursies. Na de Hondsrug volgen eind januari de Veenkoloniën. In februari, maart en april zijn het Hunzedal en de thema’s flora en fauna en natuur en landbouw nog aan de beurt.
IVN Borger-Odoorn organiseerde deze cursus al een keer eerder. „Dat was vijf jaar geleden en echt een succes. Omdat we nu tien jaar bestaan en er in vijf jaar tijd nieuwe inwoners bij zijn gekomen, leek het ons leuk dit nog een keer te doen”, vertelt medeorganisator Lidy Kuiper.
Hunebed D31 trekt de aandacht. Foto: Jari Leijssenaar
Maar IVN verwelkomt ook inwoners die hier al geworteld zijn. „Mensen die hier al veertig jaar wonen, kunnen nu heel anders naar hun omgeving kijken”, zegt Kuiper. Directeur van het Hunebedcentrum Harrie Wolters knikt. Hij gaf afgelopen week de lezing over de Hondsrug en zag een volle zaal met honderd toehoorders. „Voor veel mensen is de informatie toch weer nieuw”, merkt hij.
„Mensen gaan vaak in het buitenland op vakantie en bezoeken dan de plaatselijke kerkjes en historische monumenten, maar in hun eigen omgeving doen ze dat niet zo gauw.” Toch wel een klein beetje jammer. Kuiper: „De natuur en de historie is van ons allemaal. Het kan ons samenbrengen.”
Rina Ooms kan niet wachten. Ze heeft zich voor alle excursies ingeschreven. „Prachtig. Ik geniet ervan.”