Hunebedbouwers zijn niet blond en wit, maar hadden een donkerder huidskleur en een mediterrane uitstraling. Het Hunebedcentrum in Borger moet aan de slag.
Het Hunebedcentrum in Borger voert aanpassingen door om het achterhaalde beeld uit het verleden aan te passen aan de hand van deze nieuwe kennis uit DNA-materiaal.
„Het beeld van een ‘typische Hollander’, met blond haar, een blanke huid en blauwe ogen, was destijds het uitgangspunt voor het beeld van het verleden. Dat beeld klopt dus niet”, zegt archeoloog Riemke Scharff van het Hunebedcentrum in Borger.
De nieuwe inzichten vanuit het zogenaamde ancient DNA bereiken de musea al sinds 2020, weet Scharff. De impact die dat geeft, wordt binnen de archeologie wel de derde wetenschappelijke revolutie genoemd.
Scharff: „We leren steeds meer uit het verleden, maar deze verandering is het best zichtbaar voor de buitenwereld.”
De nieuwste ontwikkelingen zorgen ervoor dat wetenschappers DNA-gegevens kunnen halen uit botresten uit het verleden. Zo bleek dat de Hunebedbouwers in Drenthe kwamen, nadat ze uit het toenmalige Anatolië (Turkije) kwamen.
De reden waarom ze noordwaarts vertrokken, is niet bekend. Scharff: „Ze waren boeren die ook aan akkerbouw deden. Aangenomen wordt dat de bevolking groeide. Misschien had dat ermee te maken.”
De blonde haren van de personen kloppen niet meer met de kennis van nu. Dit beeld van de hunebedbouwers wordt aangepast.
Sinds 2021 heeft het Hunebedcentrum al afbeeldingen aangepast, zowel online als op papier. Momenteel wordt de introductiefilm van het museum opnieuw gemaakt, zónder hunebedbouwers met blond haar. De film is in het najaar klaar.
Daarna staan de poppen op het wensenlijstje om aangepast te worden. De Swifterbantman in museum Batavialand kreeg onlangs een nieuw kleurtje, maar er zouden ook geheel nieuwe poppen kunnen worden gemaakt.
„Hoe we dat gaan doen, is nog even de vraag”, zegt Scharff. „We willen goed nadenken of het, ook gezien de maatschappelijke discussies, past of het passend is om het uiterlijk van de huidige pop aan te passen of de pop volledig te vervangen.”
Het museum in Borger is momenteel ook druk bezig met een vensterplaatproject. Dat moet dienen als vervanging van de Isings-schoolplaat uit 1959. Daarop staan veelal blonde witte mensen getekend.
De vier nieuwe platen beslaan de tijd van de jagers-verzamelaars, de overgang naar de Hunebedbouwers, de Hunebedbouwers zelf en de enkelgrafperiode. Aangenomen wordt dat mensen pas blond waren vanaf die laatste periode.
Tekening van de hunebedbouwersperiode die gebruikt wordt voor de nieuwe vensterplaten. De plaat vervangt de gedateerde Isings-plaat.
De nieuwe platen gaan ook deel uitmaken van de Canon van Nederland. „Door de ontwikkelingen in de wetenschap weten nu meer dan vijftig jaar geleden”, zegt Scharff. „En wie weet gaat het nu zo snel, dat we over vijf jaar weer iets nieuws leren. De nieuwe platen worden zo gemaakt dat ze makkelijk aan te passen zijn aan nieuwe inzichten.”
Het maken van nieuwe beelden is een tijdrovende, maar zeker een nauwkeurige, klus. Scharff: „We weten veel, maar lang niet alles van de prehistorie. En alles wat je opnieuw tekent, moet zoveel mogelijk kloppen met de wetenschappelijke kennis die we hebben. Je kunt niet zomaar iets bedenken. Museums zijn er om een juist beeld te laten zien van het verleden.”
Dat het Hunebedcentrum het uiterlijk van de Hunebedbouwers aangepast heeft en dat blijft doen, is puur vanwege nieuwe wetenschappelijke inzichten, verzekert Scharff. „Reacties op sociale media willen anders doen geloven, maar de veranderingen hebben niks te maken de hedendaagse discussies over inclusiviteit.”