Het onderzoek richt zich op het gebied rond hunebed D29. Foto Hunebedcentrum-Davado
Onderzoekers en studenten van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) starten woensdag 28 juni met een archeologisch onderzoek op een terrein bij hunebed D29 nabij Borger.
Gedurende vier weken zoeken de studenten onder leiding van prof. dr. Daan Raemaekers naar het antwoord op de vraag waar het gebied rondom het hunebed in het verleden voor werd gebruikt.
Archeologisch onderzoek bij of rond een hunebed is tegenwoordig zeldzaam en mag alleen onder strenge voorwaarden gebeuren. Het onderzoek van de RUG vindt dan ook niet plaats in het hunebed, maar juist in het gebied eromheen. Voor het onderzoek heeft de RUG toestemming gekregen van de gemeente Borger-Odoorn, Stichting Het Drentse Landschap en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Rol gebied rond hunebed
Prehistorische boeren bouwden de zo’n 5000 jaar oude hunebedden, grafkamers van grote stenen, waarna de kamer met een zandheuvel werd afgedekt. In de kamers werden mensen begraven waarvan de botten inmiddels al lang vergaan zijn.
Hunebed D28 en D29
De rijksoverheid heeft belangrijke archeologische locaties in Nederland wettelijk beschermd met als doel hen voor de toekomst veilig te stellen. Op één van deze locaties in de gemeenten Borger-Odoorn bevinden zich de hunebedden D28 en D29. Hunebed D28 is opgegraven, maar hunebed D29 en het terrein rondom de hunebedden zijn nooit wetenschappelijk onderzocht.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek heeft als doel de wetenschappelijke kennis over hunebed D29 en het gebied rondom het hunebed te vergroten. De Rijksuniversiteit wil onder meer aan het licht brengen of er bijvoorbeeld in het gebied rond een hunebed mensen woonden, of er daar ook mensen werden begraven en of er rituele activiteiten plaatsvonden.
De terreinbeheerder, Het Drentse Landschap, kan deze kennis gebruiken om bij het beheer van het monumententerrein rekening mee te houden, terwijl de rijksoverheid deze kennis kan gebruiken voor beschermingsbeleid. Ten slotte biedt de opgraving de mogelijkheid studenten archeologie op te leiden.