Diabetes zette vijftien jaar geleden het leven van Jan uit Norg op zijn kop. Hij wandelt veel, weer of geen weer. 'Ik durf mijn lichaam weer te vertrouwen'
Jan Oldenkamp (rechts) met zijn wandelvrienden. Foto: Marcel Jurian de Jong
Als Jan Oldenkamp uit Norg vijftien jaar geleden hoort dat hij diabetes heeft, zet dat zijn drukke bestaan op de kop. Wandelen sterkt zijn zelfvertrouwen.
Elke woensdag verzamelen ze om half twee voor multifunctioneel centrum De Brinkhof in Norg, weer of geen weer. De drie Jannen, Egbert, Betsy, Cor en Gesiena zijn klaar voor een wandeling van anderhalf uur rondom hun eigen woonplaats. Hondje Tinus, de mascotte van de groep, kan echt niet wachten om op pad te gaan en drentelt vrolijk rond. Iemand bedenkt een route, maar daar wordt vrij mee omgesprongen. „Vorige keer zijn we wel drie keer van de route afgeweken”, zegt Jan Degenhart vrolijk. „Met dramatische gevolgen..”
Harde kern
Jan Oldenkamp (rechts) met zijn wandelvrienden. Foto: Marcel Jurian de Jong
De suikerspiegel van Jan Oldenkamp sloeg op hol. Gelukkig weten zijn wandelvrienden inmiddels hoe het werkt en wachten ze geduldig tot Oldenkamp bijkomt. „Dat vind ik heel fijn”, zegt Oldenkamp. „Dan hoor je er wel echt bij.” Jan Oldenkamp, één van zijn naamgenoten, Wiebe, Cor en Gesiena vormen de harde kern van de woensdagmiddagwandelclub. Zij doen vijf jaar geleden mee aan het programma WandelReden.
Dat is een initiatief van Beweegdorp, een project dat inwoners van het dorp stimuleert om in beweging te komen en zich aan te sluiten bij een lokale vereniging. Het programma WandelReden is speciaal bedoeld voor mensen die een drempel voelen om in beweging te komen, bijvoorbeeld door chronische gezondheidsproblemen. Tijdens het tienweekse programma wordt de voortgang van de deelnemers in de gaten houden en lopen bij toerbeurt een huisarts, diëtist, fysiotherapeut of natuurgeneeskundig therapeut mee.
Jan Oldenkamp uit Norg met zijn wandelclub. Ze zijn vertrokken vanaf de Brinkhof en lopen hier net buiten Norg. Foto: Marcel Jurian de Jong
Vooruit kijken
Als melkveehouder was Jan Oldenkamp de hele dag op de been. Drie avonden per week schaatste hij op de ijsbaan van de Bonte Wever in Assen. In 2013 wordt hij met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Doodziek voelt hij zich. De diagnose: diabetes type 1. Het betekent dat Oldenkamps alvleesklier helemaal geen insuline aanmaakt. Hij moet insuline gaan spuiten. „Ik wilde veel meer dan mijn lichaam kon. Het lichaam zegt wel stop. Dat is moeilijk, maar je leert je lichaam wel kennen.”
Oldenkamp moet zijn melkveehouderij in Zuidvelde verkopen en verhuist met zijn vrouw naar Norg. Ze wonen er nog maar net als zijn vrouw overlijdt. „Het huis was net klaar”, zegt Oldenkamp. „Daar moet je ook weer overheen krabbelen. Nu is het wel weer stabiel. Je moet gewoon door doen, hè? Positief denken, vooruit kijken. Je hebt geen keus.”
We lopen over de voetbalvelden van GOMOS, waar Oldenkamp als vrijwilliger de lijnen trekt. De wandelclub checkt snel of ze wel kaarsrecht zijn. Vervolgens gaat de route kruip-door-sluip-door, via de Langeloërduinen. De bosrijke omgeving van Norg is prachtig en deze route dankzij meerdere beklimmingen nog uitdagend ook. „We maken er een gedenkwaardige route van”, zegt Cor Huiting grappend.
Drie forse heuvels moeten we over. Oldenkamp houdt het goed vol. Hoe anders is dat vijf jaar geleden, als hij zich aanmeldt bij WandelReden. Het vertrouwen in zijn lichaam is hij kwijt, maar daar wil hij zich niet bij neerleggen. „Ik vond het heel spannend in het begin”, vertelt hij. „Maar de huisarts was erbij en die mat onderweg drie keer de suikers. Sindsdien ben ik wel wat zekerder van mijn lijf geworden. En dan ga je steeds meer je grens verleggen, bouw je op.”
Een sterke wandelband
Nu wil hij niet meer zonder. En dat is niet alleen vanwege de gezondheid. „Je bent op deze manier tussen de mensen. Deze mensen hebben ook allemaal wel wat meegemaakt. Als je moeilijk zit helpen ze je wel een beetje verder. Dat is heel goed”, zegt Oldenkamp. Dat herkent Cor Huiting (76). „Het praten gaat veel gemakkelijker tijdens het wandelen. En praten is mijn redding geweest”, zegt de voormalig bosbouwer. „Het is goed als je dingen kwijt kunt in een groep. Deze mensen betekenen veel meer voor mij dan ik dacht.”
„Hóó Tinus!”, roept hij ineens. Op het terrein van camping de Norgerberg dreigt het hondje er vandoor te schieten, richting een konijn. Het is bijna tijd voor koffie, ook vast onderdeel van de wekelijkse wandeling. Op het terras van de Norgerberg vertelt gepensioneerd automonteur Jan Jans dat zijn vrouw hem aan de wandel stuurde. Het pensioen beviel hem wel, maar haar niet. Jans had te weinig sociale contacten. Ze had helemaal gelijk, zegt hij nu zelf. Ook voor hem zijn de gesprekken minstens zo belangrijk als het wandelen zelf.
Ik kan het wél
Behalve het wandelen fietst Oldenkamp inmiddels ook meer dan 100 kilometer per week op de e-bike. Bloed prikken tijdens het wandelen hoeft niet meer. Op zijn linkerarm draagt hij een voorraad insuline met zich mee. Met een pompje die eruit ziet als een mobiele telefoon kan hij de hoeveelheid ervan gemakkelijk regelen en zijn waardes kan hij elk moment aflezen dankzij een sensor in zijn rechterarm.
„Wandelen kost energie en de insuline komt daardoor beter in het lichaam. Je moet er rekenschap mee houden. Ik zag er heel erg tegenop om te beginnen met wandelen. Ik dacht: ik zit met suiker, ik kan dat helemaal niet. Toen bleek dat het wel kon. Ik heb geleerd veel beter met mijn suiker om te gaan.”
Wandelwaarheden met Tjisse Brookman, adviseur Natuur en Gezondheid en onder meer ambassadeur en projectleider van de stichting Gezond Natuur Wandelen.
„Eigenlijk iedereen. Maar vooral voor mensen met diabetes, overgewicht, hart- en vaatziekten en psychische zaken als angst of depressie. Je weerbaarheid wordt groter. Mensen die van zichzelf al veel bewegen halen er misschien weinig extra positieve effecten uit, maar je komt altijd tot rust als je in de natuur wandelt. Het werkt ontstressend.”
Maakt het uit of je in de natuur of in de stad wandelt?
„Je komt meer tot rust in de natuur. We veronderstellen dat mensen de patronen uit de natuur herkennen van vroeger, vanuit de evolutie. Dat noemen we de biophilia-hypothese. We voelen ons op ons gemak, waardoor de hersenen rust krijgen om zich te ontspannen. Daar word je creatiever van en je kan sneller tot oplossingen komen. In de stad zijn er veel meer prikkels.
Hoe vaak en ver moet je wandelen om gezondheidsvoordelen te behalen?
„Dat is een lastige. Je kan terugvallen op de beweegnorm van 150 minuten matig tot intensief bewegen per week. Maar van dertig minuten wandelen in de natuur knap je ook al op.”
De mensen van de wandelclub geven aan dat ze gemakkelijker een gesprek aangaan onderweg. Hoe kan dat?
„Niet voor niets is wandelcoaching enorm booming op dit moment. Een gesprek in de natuur is veel minder confronterend dan dat je tegenover elkaar zit. Je hebt ook een heel ander gesprek, het gaat eigenlijk automatisch. De natuur is een grote katalysator, het schept een fijne sfeer.”
Als de zon schijnt is het voor veel mensen misschien gemakkelijker om naar buiten te gaan. Waarom is het een goed idee om ook in de winter te blijven wandelen?
„Je bouwt weerstand op. En voldoende dag- en zonlicht krijgen is ook in de winter heel belangrijk.”
Wat vind je zelf nou eigenlijk zo mooi aan wandelen?
„Je ontdekt dingen. Het is gewoon fantastisch om nieuwe gebieden te ontdekken. En je kan het zo zwaar maken als je zelf doen. Je kan bijvoorbeeld met een zwaardere rugzak op gaan lopen. Wat ik ook veel doe is onderweg foto’s maken. Bewust bezig zijn met wat je ziet daagt je geestelijk uit. Als je bewust bezig bent met welke vogels je hebt gezien zie je steeds meer. De natuur is bovendien altijd anders.”
Heb je tips voor mensen die wel willen wandelen, maar het moeilijk vinden om te beginnen?
„Het gemakkelijkst is om met iemand mee te gaan. Of sluit je aan bij een groep van Gezond Natuur Wandelen. Drie weken geleden zijn we in Borger begonnen en ook in Assen hebben we groepen op drie locaties. Bedenk goed wat je zelf leuk vindt. Als het je leuk lijkt om cultuur te ontdekken zoek dan een leuke stad uit. Dokkum, als je in Friesland bent. Of de stad Groningen. Doe mee met een stadswandeling of ga zelf op ontdekkingsreis.”
Als zelfstandig adviseur natuur en gezondheid houdt Tjisse Brookman zich onder meer bezig met onderzoeken naar het integreren van natuur in zorgbehandelingen. „Naar buiten gaan en wandelen is geen panacee en ik ben ook niet tegen medicijnen. Maar het kan een preventieve en tijdens de behandeling versterkende werking hebben. Zorg en natuur bij elkaar brengen is wat mij drijft.”
Websites
Meer informatie over de gezondheidsvoordelen van wandelen? Hoogleraar klinische neuropsychologie Erik Scherder legt in dit filmpje op een bevlogen manier uit wat het doet voor je brein.
Diezelfde Erik Scherder ontwikkelde samen met de hersenstichting de app voor de mobiele telefoon. Met de app kun je bijhouden hoeveel je wandelt en punten verdienen. Scherder vertelt je ook in de app over de gezondheidswinst die je boekt. Een motiverend hulpmiddeltje dus! De app is te downloaden in de appstore op je mobiele telefoon.
Op beweegdorpnorg vind je meer informatie over WandelReden, het programma waar Jan Oldenkamp en consorten aan meededen. De wandelprogramma’s beginnen in het voorjaar.
Op de website deze website kun je zien of er bij jou in de buurt een wandelgroep van Gezond Natuur Wandelen is. Net als bij WandelReden is het doel achter Gezond Natuur Wandelen om zoveel mogelijk drempels weg te halen om te beginnen met wandelen. Je hoeft dus nergens lid van te worden en behalve om de beweging gaat het om het beleven van de natuur in je eigen omgeving.