Arie (62) uit Nieuw-Amsterdam heeft zeldzame ziekte sarcoïdose en wandelt daarom lange einden door de bossen bij Schoonloo. 'Ik besloot positief te blijven'
Arie Hollander (62) wandelt door het bos in Schoonloo. Foto: Marcel Jurian de Jong
Als gevolg van zijn auto-immuunziekte sarcoïdose kwam Arie Hollander (62) in een pikzwarte depressie. Dankzij wandelen kwam hij eruit. Nu loopt hij iedere dag.
Aardbeirood en perzikgeel zijn de bladeren die op de grond dwarrelen bij ‘t Loomeer in Schoonloo. Kraakhelder knisperen ze de winter tegemoet als Arie Hollander er zijn voeten op zet. Het mag best een wonder heten dat de 62-jarige uit Nieuw-Amsterdam nu graag loopt. Vroeger vond hij de benenwagen maar niks. Liever zat hij in de sportschool of op de fiets. Maar dat het leven kan veranderen, weet Arie als geen ander.
Van een dwarse man met ‘vage klachten’ veranderde hij het afgelopen decennium in een positieve en vrolijke echtgenoot en vader. Daarvoor moest hij eerst letterlijk uit een diep dal wandelen.
Dit verhaal begint in 2009. Arie is onderweg van de woonkamer naar de keuken, waar zijn laptop op het aanrecht staat. Met zijn hoofd druk bij de dagelijkse beslommeringen, staat hij middenin de woonkamer plotsklaps kaarsrecht stil. Het licht is uit. In één keer. Arie ziet helemaal niks meer.
„Het was niet zwart, maar helemaal wit”, vertelt Arie terwijl hij door het bos wandelt. „Alsof ik door melk probeerde heen te kijken. Ik raakte in paniek en riep mijn zoon. ‘Rob, Rob, waar ben je?’ Ik hoorde niks. ’Róóó-óóób!’”
„Ja, pa, ik sta vlak voor je.”
Medische molen
Zijn blindheid verdwijnt, weliswaar, maar Arie moet de medische molen in. Hij blijkt de auto-immuunziekte sarcoïdose te hebben, ook wel de Ziekte van Besnier Boeck. Daardoor ontstaan overal ontstekingen in het lichaam en hopen witte bloedcellen zich op. Die ophopingen - granulomen genaamd - hebben de blindheid op Aries netvlies veroorzaakt. De ziekte is zeldzaam, zo’n zevenduizend Nederlanders hebben het. Ook koning Willem-Alexander heeft het in een milde vorm een tijd lang gehad, maar voor veel patiënten gaat het niet meer over. Doordat het lichaam voortdurend strijdt tegen ontstekingen, raakt het verschrikkelijk vermoeid.
Na de diagnose valt er opeens een heleboel op zijn plek voor Arie. Vage klachten had hij al vanaf zijn 30ste, lange perioden kon hij niet werken door een burn-out, een whiplash, een prikkelbaar darmsyndroom. Die noemertjes klopten niet, voelde hij zelf. In de sportschool ging Aries conditie ondanks de inzet niet voor- maar achteruit. „Ik kon niet meer meekomen. Achteraf past dat allemaal in het beeld.”
Na de diagnose in 2009 merkt Arie dat het vat leeg is. Hij heeft de ziekte van zijn kruin tot in zijn tenen. Werken lukt niet meer, bewegen amper. „Grasmaaien moesten de kinderen doen. Ik stond erbij te kijken. Ik zei toen nog: ‘ik accepteer het’. Maar ik hield mezelf voor de gek.”
Donkere periode
Zo erg zelfs dat Arie in 2015 zeven weken lang moest worden opgenomen voor depressiviteit op een gesloten afdeling. „Ik was suïcidaal. Mijn behandelend internist zei: ‘Dit past niet bij Arie. Arie is niet zomaar depressief’.”
Een feilloze opmerking. Arie krabbelde op, nadat hij stopte met al zijn medicijnen die de longarts, internist, cardioloog en huisarts hadden voorgeschreven. Bij bewegingstherapie kwam Arie erachter dat hij fysiek veel meer aan kon dan hij aanvankelijk dacht. „Ik was dik geworden. Maar toen begon ik te wandelen. Eerst kleine stukjes. Het ging steeds beter.”
Portret Arie Hollander. Foto: Marcel Jurian de Jong
„Op vakantie in Zwitserland beklom ik zelfs weer een berg. Dat ging zo.” Arie blijft in het Drentse bos staan en leunt puffend op zijn benen. Hij loopt drie stappen en leunt weer op de benen. Hij is als de blaasbalg van een ouderwetse orgel: lucht erin en hij doet het even. Dan uitpuffen, op adem komen, opnieuw lucht erin en gaan. Het kostte Arie flink moeite om de Zwitserse bergtop te bereiken. Maar het lukte. „Ik voelde mij ijzersterk. De tranen biggelden over mijn wangen. Toen pas kon ik denken: zou ik meer kunnen? Kan ik weer lange afstanden wandelen?”
Positiever dan ooit
Door zijn weg uit de pikzwarte depressie ontstond ‘Arie 2.0’. „Voorheen was ik nooit zo meegaand, positief, luisterde niet goed naar anderen. Ik zat niet lekker in mijn vel. Dat ga je botvieren op je familie.” Maar sinds het dal voelt Arie zich beter en blijer dan ooit. „Ik besloot positief te blijven. Je moet niet in je ziekte verzuipen.”
Om dat te herinneren liet Arie een tatoeage zetten, ook al gaan tatoeages en sarcoïdose eigenlijk niet samen. Op zijn onderarm staat een puntkomma in een hart van veren met daaronder de tekst: At the end there was a beginning. De symboliek: Arie wilde stoppen met het leven, maar is doorgegaan. Hij werd veerkrachtig, een betere versie met een zachter en warmer karakter. En een gelukje: de aantasting van de inkt door sarcoïdose is beperkt gebleven.
Tatoeage op onderarm van Arie Hollander. Foto: Wouter Hoving
Druk leven
Arie doet alleen nog wat hij echt leuk vindt. Hij heeft weer energie om naar een concert van Rammstein te gaan, is vrijwilliger voor hulphonden in 2e Exloërmond, bestuurder bij Plaatselijk Belang Nieuw-Amsterdam, contactpersoon Noord-Nederland voor de sarcoïdosevereniging en hij vervoert Pieterpadlopers die tussen Sleen en Coevorden niet uitkomen met de etappe.
Ook met lopen gaat hij dagelijks door. De wandeling bij Schoonloo vandaag, kent hij maar al goed. Hij wijst op de roodwitte vlaggetjes die langs de bospaden staan: de Pieterpadpaaltjes. „Dit weekend loop ik de laatste twee etappes van het Pieterpad in Limburg.” Opnieuw een mentale overwinning voor Arie Hollander.
Het wandelen houdt Arie er voor altijd in. Het liefst loopt hij elke avond een kilometertje of 10. „Heerlijk, toch? Vroeger zei ik tegen mijn vrouw: ‘Loop niet zo hard’. Nu is het andersom.”