Coevorder streekhistoricus Minderhoud komt op 89-jarige leeftijd met zijn Hollandse oorlogsherinneringen. 'Verbazingwekkend wat allemaal in je geheugen terugkomt'
Huib Minderhoud: ,,Na de dood van mijn vrouw Gerda in 2015 zat ik hier ‘s avonds maar een beetje te suffen.'' Foto: Jan Anninga
Tientallen boeken schreef streekhistoricus Huib Minderhoud over Coevorden en omgeving. Op 89-jarige leeftijd begeeft hij zich voor het eerst ver buiten de provinciegrens, in een boek dat ook nog eens louter over hemzelf gaat.
Het lichaam wil dan misschien niet meer zo goed, zijn geest is nog verbluffend helder. In een gesprek met streekhistoricus Huib Minderhoud vliegen de anekdotes over Coevorden je om de oren. Want Minderhoud (89) mag dan inmiddels tientallen jaren wonen in Dalen, hij blijft voor altijd verbonden met de vestingstad.
Hij was er niet alleen hoofd van de Hervormde School (later Mijndert van der Thijnenschool), maar ook kerkvoogd, voorzitter van zwem- en waterpolovereniging De Plons, CHU-raadslid, voorzitter van de stichting Vrienden van het Coevorder museum en ga zo maar door.
Huib Minderhoud (rechts) proost in 1971 als voorzitter van De Plons met trainer Heino Ensing. Foto collectie Minderhoud
Maar bovenal toch vooral het historisch geweten van Coevorden. Tientallen boeken over de lokale geschiedenis heeft hij op zijn naam staan, honderden afleveringen van de rubriek Mo(nu)mentjes schreef hij voor de Coevorder Courant.
Vrienden spoorden Minderhoud aan weer te gaan schrijven
Altijd ging het over de geschiedenis van een ander. Scholen, kerken, dorpen en de kasteelstad zelf. Voor zijn nieuwste boek zette hij de oorlogsherinneringen uit zijn jeugd in het dorpje Oostendam (tussen Rotterdam en Dordrecht) op papier.
De haven van Oostendam. Foto: collectie Bé van der Weide
Oud-leerling Bé van der Weide, die zelf dit jaar liefst zeven lijvige boeken over de oorlogsjaren in Coevorden uitbracht, was een van zijn vrienden en kennissen die Minderhoud aanspoorde weer te gaan schrijven.
Het gezin Minderhoud, met rechts staand Huib. Foto collectie Minderhoud
,,Na de dood van mijn vrouw Gerda in 2015 zat ik hier ‘s avonds maar een beetje te suffen. Wij deden alles samen. Ze typte mijn teksten uit, voorzag ze van opmerkingen en bleef altijd maar vragen stellen.’’ Als ze zo innig samen aan de slag waren voor weer een nieuw boek of historische rubriek, konden ze het soms niet nalaten om ineens vanuit het niets ‘ik hou van jou’ tegen elkaar te zeggen. ,,Zo waren we’’, mijmert Minderhoud.
,,Op een dag maakte ze me wakker, omdat ze geen adem meer kon halen. Gerda is altijd blijven doorroken. COPD, constateerde de dokter. We zijn er nog even tussenuit geweest, naar een hotel in Westerbork. Dicht in de buurt, maar ook dat wilde niet meer. Twee weken na de diagnose is ze gestorven. Al die tijd die ons nog gegeven was, hebben we gepraat. Die twee weken zijn me zo dierbaar.’’
Met zijn vrouw Gerda. Foto collectie Minderhoud
Minderhoud is een jaar geleden ongelukkig gevallen. Daarom loopt hij met een rollator en staat zijn bed in de woonkamer, in plaats van boven. ,,Ik word oud, zeg ik vaak tegen anderen. ‘Huib, je bént oud’, krijg ik steevast als antwoord terug. Tja, zelf wil je dat soms nog niet zien.’’
Overdag is er van verveling geen sprake. Met tientallen mensen onderhoudt hij nog regelmatig contact. Onlangs is zijn rijbewijs verlengd, dus hij kan overal nog zelfstandig naartoe. Hij kookt nog altijd zelf. ,,Jaja, ik ben niet voor niets padvinder geweest. Ik weet hoe ik me moet redden.’’
‘s Avonds alleen is iets waar ik maar niet aan kan wennen’
Maar dan de avonden. Dan zit Minderhoud vaak chagrijnig voor zich uit te staren. Nooit eens denkt hij halverwege de avond dat de dag er wel op zit. Ben je gek, zeg. ,,Maar dat alleen zijn. Hoeveel mensen ik overdag ook heb gesproken, ‘s avonds alleen is iets waar ik maar niet aan kan wennen.’’ Ga dan vooral weer schrijven, luidde daarom het advies van mensen dicht in zijn buurt.
Een boek dat voor het eerst helemaal over zichzelf gaat, ook dat was even wennen. ,,Het is verbazingwekkend wat je je allemaal herinnert als je begint te graven in je eigen geheugen. Maar soms zijn er ook hiaten. Bij twijfel belde ik altijd met mijn zus Ada, die in Canada woont.’’
Huib en zijn zus Ada. Foto collectie Minderhoud
Minderhoud, die bijna acht was toen de Duitsers Nederland binnentrokken, maakte de oorlog van dichtbij mee. Familie op de vlucht, de NSB-burgemeester, het verzet; Minderhoud heeft alles met de blik van een opgroeiende jongen van destijds willen beschrijven. ,,De oorlog heeft ons gehard. Wij waren onverschrokken, tenminste voor jongens van die leeftijd. Wij sloopten houten palen uit de tankgracht, om ‘s avonds de kachel mee te stoken.’’ Een enkele keer dreigden ze daarbij betrapt te worden door de Duitsers.
Twee blote jongens met fietsen boven hun hoofd
Canadezen snapten Huib later wel, toen hij en een kameraad weer op rooftocht waren. ,,Zij bewaakten de oorlogsbuit, met onder meer flink wat fietsen die de moffen van ons hadden gestolen. We moesten alleen even een sloot overzwemmen om stiekem twee rijwielen voor onszelf mee te kunnen nemen. Dus trokken we onze kleren uit en staken de sloot over. Op de weg terug ging het fout. Een van de Canadezen stapte plotseling de tent uit. Het moet een koddig gezicht zijn geweest wat hij toen zag. Twee blote jongens met fietsen boven hun hoofd, die bijna door de sloot waren. Een bulderend gelach klonk. ‘Come back, you naughty boys!’ Noodgedwongen zetten we onze buit weer terug en dropen af.’’
Ada, Dick en Huib Minderhoud. Foto collectie Minderhoud
Net als zijn vader ging Minderhoud het onderwijs in. Hij was twee jaar hoofdmeester op een School met den Bijbel in Ooltgensplaat (Goeree-Overflakkee) toen Coevorden in beeld kwam. ,,Ik had bedongen dat wij niet twee maar één keer naar de kerk hoefden in Ooltgensplaat, een zwaar christelijke dorp. Daar werden we op aan gekeken, als we ‘s ochtends niet kwamen voor de dienst.’’ Huib en Gerda zouden als jonge tortelduifjes vast nog in bed liggen, suggereerde men. ,,We mochten niet eens fietsen op zondag.’’
‘We waren op slag verliefd op Drenthe’
Op de scooter ontvluchtten de twee vaak de benauwdheid van het dorp. Op een van hun langere tochten raakten ze verzeild in Drenthe. ,,Vanuit Groningen reden we langzaamaan richting Schoonebeek. De N34 was er nog niet, dus kwamen we dwars door allerlei schattige dorpjes. Met alleen maar vriendelijke mensen. We waren op slag verliefd.’’
Overnacht werd er in het majestueuze hotel De Sleeuwerick bij het station in Coevorden. ,,We vonden het stadje meteen zo gezellig. Al die winkeltjes, al die drukte. Dat is er niet meer, ook omdat de gemeente zo nodig een nieuw winkelcentrum aan de andere kant van het spoor moest aanleggen. We hadden destijds meteen een klik met Coevordenaren, toen we een kop koffie dronken in café Arends. We zeiden tegen elkaar dat we beslist moesten uitkijken naar een baan hier.’’
Minderhoud was er dan ook als de kippen bij toen hij las over een vacature als hoofd van de Hervormde School. ,,Een bordpapieren school. Zo werd het gebouw genoemd. Zo krakkemikkig was het.’’
Jongens van 13, 14 die al rookten
Minderhoud regeerde er soms met harde hand. ,,Dat moest ook wel. We hadden toen nog zevende en achtste klassers, dus ook jongens van 13, 14 die al rookten. Die lieten zich niks meer vertellen. Bij een vechtpartij op het schoolplein greep ik noodgedwongen keihard in. Dat moest ook wel, om orde en gezag te herstellen. Het is gelukkig bij die ene gewelddadige keer gebleven.’’
Minderhoud herinnert zich de rivaliteit met schooldirecteuren uit de andere zuilen, want leerlingen afsnoepen van elkaar was niet ongewoon. Eenmaal met pensioen werden de vijanden van weleer de grootste vrienden.
In 2007 ontving Minderhoud de erepenning van de gemeente Coevorden. ,,Ik hoorde vaak dat het moeilijk is als buitenstaander tussen de Coevordenaren te komen. Onzin, maar je moet jezelf wel geven. Maak deel uit van de gemeenschap. Daarin is Coevorden niets anders dan andere plaatsen.’’
Opa komt even kijken hoe de jonge Minderhoud het doet voor de klas
Minderhoud heeft zo de smaak van het opschrijven van persoonlijke herinneringen te pakken dat zijn nieuwe boek al min of meer in de maak is. ,,Ik ga verder waar ik geëindigd ben. Het eerste hoofdstuk begint met mijn opa, die eens de klas binnenstapte toen ik als 19-jarige net was begonnen. ‘Ik kom even kijken hoe jullie het doen’, zei hij tegen de leerlingen. Maar hij kwam natuurlijk om te zien of ik me redde. Na twintig minuten in de schoolbanken te hebben gezeten, stapte hij weer op. Maar niet voordat hij mij ‘jongen, je doet het goed’ had toegefluisterd. Ik was toch zo trots!’’
Opbrengst boek naar dekenproject in Afrika
Het boek Oorlogsherinneringen uit mijn jeugd is te koop bij de Readshop in Coevorden en de drogisterijen Dinja en Annico in Dalen. Online is het te bestellen bij boekhandel Heijink in Hardenberg. Het kost 11,95 euro en de opbrengst gaat naar een dekenproject voor oudere alleenstaande vrouwen in Malawi.