Toeristen Ellen en Eric van der Ven uit Noord-Brabant brengen hun weekenden en vakanties sinds 2004 steevast door op camping 't Plathuis in Bourtange, mét hond Nova. Foto: Huisman Media
Groningen en Drenthe zetten in op een forse groei van het aantal toeristen. Wat is daarvoor nodig? Wij vroegen het aan trouwe Drenthe- en Groningengangers.
Brabanders Eric en Ellen houden van de Groningse oprechtheid
Sikkom. Hupzeeln. En: dik doun in toene. De Noord-Brabantse Eric (56) en Ellen (59) van der Ven brengen hun vakanties al zo lang in Bourtange door dat ze hun hand niet omdraaien voor een paar woordjes Gronings.
Eigenlijk waren ze Friesland-gangers, maar de liefde voor die provincie bekoelde. Er kwamen zo veel boten dat Eric steeds moeilijker een mooie plek kon vinden om te vissen. „Friesland is gericht op de watersport. Eerlijk gezegd werd het een beetje te decadent met die jachtjes.”
Persoonlijk en kleinschalig
In hun zoektocht naar iets anders stuitten ze op camping ‘t Plathuis in Bourtange. En daar zijn ze sinds 2004 eigenlijk nooit meer weggegaan. Nou ja, op één keer na dan. Toen probeerden ze een groot recreatiepark met veel vertier, voor hun zoon. Maar al na een paar dagen vroeg zoonlief: „Wanneer gaan we naar Groningen toe?”
Ellen: „Het is het persoonlijke dat ons hier aanspreekt. De kleinschaligheid. Onze zoon had helemaal geen grote speeltuin nodig, maar bomen om in te klimmen, slootjes om over te springen en personeel dat vriendelijk groet. En wij komen hier helemaal tot rust. Bij ons is het veel gejaagder. Caissières maken hier bijvoorbeeld een praatje met hun klant, ook al staan er anderen in de rij te wachten.”
Behalve de rust roemen ze de inwoners. De Groningers. „Oprecht en eerlijk”, stelt Eric. En Ellen: „Er wordt gezegd dat Groningers gereserveerd zijn, maar dat is niet zo. Als jij open bent tegenover een Groninger, is hij ook open tegen jou.”
Grote vakantie en weekenden
Inmiddels staat hun caravan van april tot en met oktober in Bourtange en koersen ze zowel in de grote vakantie als in de weekenden richting Groningen. Ze genieten van wandelen in de omgeving met hond Nova en trekken er soms op uit om te winkelen of een terrasje te pakken.
„Winschoten en Stadskanaal zijn leuk”, vindt Ellen. „Stadskanaal zijn ze ontzettend aan het vernieuwen, terwijl Winschoten wat meer oudere pandjes en terrasjes in de binnenstad heeft.” Ook Noord-Groningen valt in de smaak. „Elke vakantie gaan we wel een keer nóg noordelijker dan Bourtange. Noordpolderzijl, waar je bij helder weer de Duitse Wadden ziet. En Termunten, visje eten.”
Of ze nog iets missen in deze regio? Eigenlijk niet. Misschien wat meer publiciteit over alles wat er te zien en te doen is. Zelf ontdekken ze nog steeds nieuwe dingen, vaak bij toeval. Eric: „Een atelier of hobby-werkplaats of zo. Maar er hangt nooit een spandoek voor. Dat zijn Groningers, hè? Die zeggen niet zo snel: Wij hebben dit en dat.”
Hein Rumpt en Anneke Boonstra met kinderen en kleinkinderen bij hun zelfgemaakte pipowagens op camping Zwanemeer in Gieten. Foto: Huisman Media
Anneke uit Groningen maakte haar hele familie Drenthe-fan
Als iemand zich een trouwe Drenthe-ganger mag noemen, is het wel Anneke Boonstra uit het Groningse Noordwolde. „Ik kwam er voor het eerst toen ik 12 jaar was en ik ben nu 70. Al die tijd ging ik elk jaar wel op vakantie naar Drenthe, naast andere bestemmingen. Het mooie is dat onze kinderen en kleinkinderen tegenwoordig ook op deze camping staan.”
Weer of geen weer
Anneke wijst naar de wagens naast die van haar en haar man Hein Rumpt (67). In totaal staat de familie met drie zelfgemaakte pipowagens op Boscamping ‘t Zwanemeer in Gieten. Ze brengen er niet alleen hun zomervakantie door, maar ook veel weekenden. „Zodra de camping open is, in april, gaan we. Direct het eerste weekend; weer of geen weer. Iedereen heeft er dan zo’n zin in!”
Anneke heeft het Drenthe-virus blijkbaar goed verspreid onder haar naasten. De eerste kampeervakantie van haar en Hein was direct in Drenthe, waar ze demonstreerden tegen de opslag van radioactief afval in zoutcavernes bij Gasselte. Toen ze kinderen kregen, kwam de korte reisafstand wel erg goed uit. „Bij Zuidlaren vroegen ze al: Wanneer zijn we er?”
Maar ze komen vooral vanwege de natuur. „De bossen. De vogels die je hoort. En het ruikt lekker”, zegt Anneke. „Bovendien is het beschut: je kunt hier veel eerder buiten zitten dan waar wij wonen. En tijdens het fietsen heb je minder last van de wind. Je kunt hier echt prachtig fietsen. Die knooppuntenroutes zijn een uitkomst.”
Asfalt eruit
De zwemplas Gasselterveld is een van hun favoriete plekken. „En rondom De Hunze is het ook zo mooi”, zegt Hein. „Daar is landbouwgrond omgezet in natuur. Het wordt steeds fraaier.”
Op de vraag wat Drenthe kan doen om, zoals gewenst, nog meer toeristen te trekken, weet hij wel iets. „De oevers van De Hunze zijn ruig en zitten vol brandnetels en distels. Als de provincie meer plekken zou maken waar je makkelijker in het water kan, om bijvoorbeeld te zwemmen of te kanoën, zou dat het gebied nog aantrekkelijker maken.”
De campings zouden wat hen betreft natuurlijker mogen dan de meeste nu zijn. Asfaltpaden eruit, heggetjes weg en meer bomen. Anneke: „Dat geeft ook lekker schaduw. Maar ja, dat is natuurlijk een kwestie van smaak.”
Toerisme in het Noorden
Aantal overnachtingen (afgerond, 2023)
Banen in toerisme (2022)
Waardering van bezoekers
Serie over toerisme
Dagblad van het Noorden duikt deze zomer in de toeristische sector in het Noorden. Dit verhaal is aflevering 1 van de serie. De volgende keer: kun je nog wel betaalbaar kamperen in Groningen en Drenthe?