Op pad met jager Bjorn van der Veen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Door op een andere manier reeën te tellen, hopen faunabeheerders en jagers binnenkort alsnog een ontheffing te krijgen om op reeën te jagen. Dat is hard nodig, zeggen ze, met het oog op de verkeersveiligheid.
Bjorn van der Veen is jager en ontfermt zich vaker dan hem lief is over aangereden reeën. Hij schudt zijn hoofd en stuurt zijn auto richting Drouwenerveen. „Heel veel dierenbeschermers hebben misschien eens een tuinvogeltelling gedaan, maar ze hebben geen praktijkkennis van het jachtveld.”
Zelf groeide hij op op een boerderij in Drouwenerveen. Alle dagen in het veld. Bijbaantjes bij de boeren uit de omgeving. En mee het veld in als drijvertje. De kieviten en grutto’s fladderden op als hij op zijn laarzen door het veld banjerde en als hij in de schemering naar huis liep, keek een sprong reeën hem na.
Meer aanrijdingen
De velden tussen Borger en Stadskanaal kent hij als de palm van zijn hand. Vrijdagavond rijdt hij er in de schemering rond om reeën te tellen. Net als ruim tachtig andere jagers, natuurbeheerders en waarnemers. van wildbeheereenheid ‘Hondsrugveld’. Het lijkt een ontspannen avond in de natuur. Dat is het ook. Maar het is óók een avond waar veel van afhangt. Met dank aan voornoemde dierenbeschermers.
Bij de telling hanteren de jagers voor het eerst een nieuw protocol dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is goedgekeurd. Het is belangrijk om te weten hoeveel reeën er zijn, met het oog op een gezonde wildstand. Te weinig reeën duiden op een slechte staat van instandhouding, te veel reeën kunnen voor overlast en schade zorgen. Denk aan schade aan gewassen en aan aanrijdingen, waarbij de schade niet altijd beperkt blijft tot blik.
Aanleiding voor de provincies Drenthe en Groningen om jaar in jaar uit een ontheffing te verlenen die afschot van een bepaald aantal reeën mogelijk maakt. Maar deze vorm van wildbeheer ligt onder vuur.
In onder meer Groningen en Drenthe dwongen anti-jachtclubs als Fauna4Life en Stichting Animal Rights bij de rechter af dat de ontheffing niet meer afgegeven mag worden. Reden: de rechter vindt dat de tellingen geen betrouwbaar beeld geven van het aantal reeën in beide provincies en er zou onvoldoende zijn aangetoond dat de aanrijdingen in relatie staan tot een hoge reeënstand. Ook is de vraag of er voldoende alternatieve maatregelen zijn genomen in plaats van afschot. Bedoeling is dat met de ‘CBS-proof’ cijfers de ontheffing binnenkort wel gegeven wordt.
Dat is namelijk nodig, zegt Rolf Koops van de Faunabeheereenheid Groningen. „Het gaat goed met de ree. Het aantal reeën is gegroeid en het aantal aanrijdingen ook.”
Quad op de akker
Bjorn van der Veen kan erover meepraten. Hij ontfermt zich net als zo’n 50 andere door de provincie aangewezen vrijwilligers over aangereden reeën, zogenoemd ‘valwild’. In een flauwe bocht op de de Exlooërweg bij Buinen, vlakbij boomrooierij Oving, wijst hij op de bomen langs de kant van de weg. Hier heeft hij geregeld een aangereden ree opgehaald of uit het lijden verlost. „De reeën zien de auto’s niet aankomen en de automobilisten de reeën niet.”
Het aantal reeën neemt toe, het aantal aanrijdingen eveneens. Foto: Marcel Jurian de Jong
Zo rond de klok van zes, het begint al te schemeren, laten nog maar weinig reeën zich zien. Je zou bijna zeggen dat het wel meevalt met de uitbundige groei van de reeënpopulatie. Maar reeën zijn voorzichtig. In de verte raast een quad over een stuivende akker die grenst aan de N374. Typisch een situatie die tot aanrijdingen kan leiden, zegt Bjorn. In het verder kale akkerland kiezen reeën vaak de begroeide slootkanten om te grazen. Een quad kan ervoor zorgen dat ze de N-weg op vluchten. Automobilisten mogen er 80 kilometer per uur.
‘Beheer voorkomt dierenleed’
In een bos achter Drouwenerveen verhindert een wandelaar met loslopende honden dat de reeën zich laten zien. Naarmate de zon verder zakt en het stiller wordt in het veld, laten de dieren zich vaker zien. De warmtebeeldcamera helpt. In het bosje achter Drouwenerveen rijdt Bjorn op amper 20 meter aan een ree voorbij. Het beest is niet te zien, als je niet weet dat het er staat. De warmtebeeldcamera van Bjorn verraadt echter de positie van de dieren die je op een afstand van enkele meters in de gaten houden.
Wat moet je doen als je een ree aanrijdt
Dreig je een ree aan te rijden, wijk dan niet uit. De zwaarste ongelukken waarbij een ree betrokken is, komen doordat de automobilist in een reflex het stuur omgooit. Het aantal wildaanrijdingen neemt de laatste jaren sterk toe, volgens de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. Jaarlijks worden er tussen de 12.000 en 15.000 reeën aangereden. In Drenthe ligt dat aantal op gemiddeld 1000 reeën per jaar, schat jager Van der Veen in. Als je een dier aanrijdt, kun je het (niet-spoedeisende) nummer bellen van de politie op 0900-8844. In Drenthe kun je rechtstreeks de valwildregeling bellen via 06-19 24 05 55. In Groningen is dat nummer 06-48 47 17 29. Een coördinator zorgt ervoor dat een van de vrijwilligers ter plaatse komt.
Op vrijdagavond telt Bjorn ruim 20 reeën in zijn telgebied. Zaterdagochtend maar liefst 97.
De nieuwe tellingen worden verwerkt in een nieuw beheerplan, dat wel stand moet houden bij de rechter. Volgens Rolf Koops van de Faunabeheereenheid Groningen is het vervolgens aan de provincies en wegbeheerders om valwild zoveel mogelijk te voorkomen. In Groningen is dat nog niet gemakkelijk, zegt hij. „Er is in Groningen relatief weinig bos, de reeën leven verspreid en de ongelukken vinden ook verspreid plaats. Daar kunnen we weinig met bijvoorbeeld hekken.”
Toch is dat een van de oplossingen die de dierenbeschermers voorstaan, als alternatief voor afschot. De dierenbeschermers slaan daarmee de plank mis, vindt Bjorn. „We hebben afgesproken dat Nederland niet nog meer versnipperd zou moeten raken. Door de populatie goed te beheren voorkom je juist dierenleed.”
Ees: Op pad met jager Bjorn van der Veen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Immers: een ree heeft nog geen seconde om na te denken over de selectieve kogel die hem treft. Een aanrijding veroorzaak vaak een lange lijdensweg die duurt totdat een valwildafhandelaar er is om het dier uit z’n lijden te verlossen. En dan mag je hopen (in het geval van een aangereden reegeit) dat er geen kalveren in het veld op hun moeder wachten, want die kalveren wacht anders een trage hongerdood.
Bjorn: „Dan vraag ik me af wat de anti-jachtclubs eigenlijk willen.”