Josef B. tijdens de rechtszaak in Assen, met advocaat Yehudi Moszkowicz. Illustratie: Heleen van den Broek
Tegen Josef B. (61) de huurder van de boerderij van het verborgen gezin in Ruinerwold is maandagavond voor de rechtbank in Assen 4 jaar cel geëist.
De Oostenrijkse klusjesman en huurder van de boerderij in Ruinerwold is volgens het Openbaar Ministerie medeschuldig aan vrijheidsberoving en mishandeling van de negen kinderen van Gerrit-Jan van D. Door het gezin te onderhouden en van onderdak en boodschappen te voorzien, zou hij de vader geholpen hebben bij het verborgen houden van de kinderen. „Dat gebeurde niet alleen in Ruinerwold, maar ook in Meppel, Hasselt en Zwartsluis.”
‘Opgesloten in het gezinssysteem’
B. werd in oktober opgepakt bij de inval in de boerderij. Hij heeft ruim een jaar in voorarrest gezet. In de boerderij bleken al bijna tien jaar zes inmiddels volwassen kinderen met hun vader te leven. De kinderen bleken bij hun geboorte nooit zijn aangegeven bij de burgerlijke stand. Ze beschikten niet over identificatiedocumenten.
Volgens de officier van justitie was B. de enige die wist dat de kinderen werden geïsoleerd. „Weggaan was fysiek mogelijk. Toch was er sprake van vrijheidsberoving. Bij de jongste kinderen wist niemand van hun bestaan. Ze hebben nooit actief deelgenomen aan het sociale leven. Dat geldt in feite ook voor de oudste kinderen. Ze zijn opgesloten in het gezinssysteem. Wat vader geloofde, geloofden de kinderen. Als je dat niet deed, werd je afgezonderd of fysiek gestraft en verloor je alles wat je had. De kinderen is ingeprent dat ze uitverkorenen waren en dat de buitenwereld slecht was.”
Wist dat situatie illegaal was
De kinderen leefden, zo zei de officier, in een systeem van indoctrinatie en geweld. ,,B. was de enige schakel naar de buitenwereld. Hij zegt dat hij wist dat situatie illegaal was. B. huurde de boerderij en bracht wekelijks boodschappen naar Ruinerwold. Hij hield ze verborgen. Zijn rol was veel groter dan die van klusjesman. Hij heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan de vrijheidsberoving en de mishandelingen. Zijn rol was cruciaal. Zonder B. had de situatie niet kunnen bestaan en niet zo lang kunnen voortduren.”
