Wijkagent Leon de Valk uit Assen weet wat je kunt doen tegen nepagenten. Foto: Harry Tielman
In het noorden duiken steeds vaker nepagenten op die het vaak gemunt hebben op geld en kostbaarheden van ouderen. Digitale wijkagent Leon de Valk legt uit hoe je ze herkent en wat je kunt doen.
Digitaal wijkagent Leon de Valk weet alles van nepagenten. Hij spreekt slachtoffers, zoekt naar daders - vorig jaar werden in Norg twee jongens van 20 en 21 uit Groningen opgepakt - en geeft voorlichting over de werkwijze van nepagenten.
„De nepagent van nu is iemand die zich voordoet als politieagent”, vertelt hij. „Hun doel is om mensen op te lichten. Vaak zijn ze uit op geld of waardevolle spullen die mensen thuis hebben. Het is een geraffineerde vorm van een babbeltruc.”
‘Het begint met een telefoontje’
Nepagenten probeerden in 2024 tenminste 8.000 keer toe te slaan. In Noord-Nederland kwamen er ruim 1.000 meldingen binnen. „Het begint meestal met een telefoontje”, zegt Leon.
„Ze vertellen dat er in de buurt is ingebroken of dat er een verdachte is aangehouden die een lijst met adressen op zak had. En jawel, jouw adres staat daar zogenaamd ook op. Vervolgens wordt gezegd dat er een agent langskomt om je waardevolle spullen ‘veilig te stellen op het bureau’. Vaak zeggen ze dat ze in burger komen, omdat dat wat minder opvalt.”
Inmiddels hebben sommige politieteams afgesproken niet meer in burger bij mensen langs te gaan, om verwarring te voorkomen.
Nepagenten spelen in op angst
De oplichters spelen handig op de angst van mensen dat er bij ze ingebroken wordt. „Vooral ouderen – vaak 70-plus – zijn hier slachtoffer van, omdat zij goed van vertrouwen zijn.”
Hoewel het verhaal van nepagenten overtuigend kan zijn, is hun voorkomen dat vaak aanzienlijk minder. Mits je weet waar je op moet letten. „Nepagenten dragen vaak iets met een politielogo, bijvoorbeeld een trui of polo. Soms gestolen uniformdelen, soms namaak via webwinkels.”
„Als wij als politie aan de deur komen in uniform, dan is dat áltijd compleet: dus met vest, bewapening en alles erop en eraan. Komt er iemand aan de deur in een gedeeltelijk uniform of burgerkleding zonder duidelijke legitimatie? Dan moet je alert zijn.”
Het advies van Leon is overzichtelijk: als je het niet vertrouwt, doe dan de deur dicht en bel 112. „Niet eerst je buurman of kinderen bellen, gewoon direct ons inschakelen. Wij kunnen dan nagaan of er echt een collega onderweg is.”
‘Alle details kunnen helpen’
Je hoeft niet bang te zijn dat je met een telefoontje de politie te veel belast. „Liever één keer te veel gebeld dan één keer te weinig”, benadrukt Leon.
Wat ook helpt: een deurbelcamera. „Oplichters mijden adressen waar ze gefilmd kunnen worden. Het schrikt af én helpt ons bij opsporing.”
Mocht je geen deurbel hebben, noteer dan zoveel mogelijk: „Het kenteken van een auto, het merk, type, kleur. Hoe ziet de persoon eruit? Wat zegt hij? Heeft hij een naam genoemd? Al die details kunnen ons enorm helpen.”