Arek K. (20) uit Emmen bij een eerdere zitting vorig jaar in de rechtbank. Tekening: Petra Urban
De 16-jarige Jenairo H. uit Ruinerwold heeft volgens justitie zijn begeleidster Marit (26) van Yorneo met een mes in haar hals gestoken, toen hij met medeverdachte Arek K. (19) een overval pleegde in het opvanghuis in Emmen.
,,Die avond kwam Marit op gruwelijke wijze om het leven’’, vertelt officier van justitie Diana Roggen donderdag in de rechtbank in Assen. ,,Die avond verloren de nabestaanden van Marit, ineens, geheel onverwacht, een dochter, een zus, een vriendin en een collega.”
Veel emoties
Na die woorden buigt Arek K. zijn hoofd voorover en begint hard te snikken. Een aantal familieleden van het slachtoffer verlieten daarvoor al de zaal. ,,Ik wil weg’’, zei haar moeder in tranen. Zij konden in een aparte ruimte de zitting verder volgen. De jongere broer van Marit bleef op eigen verzoek, samen met de advocaat van de familie, achter in de rechtszaal.
De strafzaak is beladen en omvat naast de gruwelijke moord op de medewerker van Yorneo nog tal van andere incidenten. Het Openbaar Ministerie verdenkt meerdere jongeren uit Emmen dat ze als jeugdbende berovingen en diefstallen pleegden. In het huis van de derde verdachte Jermaine S. (20) uit Emmen, werden de plannen gesmeed en later de buit verdeeld.
Vermeende bendeleider
S. wordt als vermeende bendeleider aangewezen. Hij zou kwetsbare jongeren - K. woonde ook onder begeleiding bij B-point in Emmen - onder druk hebben gezet om ‘geld te maken’. Ondanks dat hij de bewuste avond niet bij Yorneo is geweest, stelt Roggen dat zijn rol ‘even verwerpelijk is als die van de andere verdachten’. In de ogen van het OM is de dood van Marit de treurige climax in het werk van de jeugdbende.
De eerste voorbereidende zitting tegen Jenairo H. (16) uit Ruinerwold vond achter gesloten deuren plaats. K. kwam, in tegenstelling tot medeverdachte S., wel naar de rechtbank. De officier van justitie deed uitgebreid uit de doeken wat er in haar ogen is gebeurd, die zaterdagavond 14 januari. ,,Marit lag op de grond. Jenairo vroeg aan de medeverdachte of zij dood was.” Toen de begeleidster nog bewoog, zei de 16-jarige jongen tegen K. dat hij haar op het hoofd moest trappen. En dat deed hij, waarna Marit bewegingsloos bleef liggen.
Plas bloed
Agenten vonden haar lichaam later die avond in een plas bloed, met een steekwond in haar hals. Een tienermeisje dat in de gezinsopvang van Yorneo woonde, was getuige van het drama. Mede op basis van haar verklaringen zegt het OM een goed beeld te hebben over wat er zich heeft afgespeeld.
Het meisje is dezelfde avond nog verhoord. Zij woonde - net als verdachte H. - in het Yorneo-huis en kijkt tv met Marit, als Jenairo binnenkomt en vertelt over een lekkage. Als de begeleidster met hem meeloopt, hoort het meisje haar vervolgens roepen: ‘Nee. Jenairo, stop!’ Ze snelt er naartoe en ziet de 16-jarige uit Ruinerwold, Arek K. en heel veel bloed. Ze verklaart dat Jenairo een mes in zijn handen heeft en dat hij de telefoon en sleutels van Marit pakt. K. maakt een kast open waar het geldkistje staat. Beide jongens vluchten weg.
Ze worden snel opgepakt. De jongens bekennen volgens de officier in hun eerste verhoor dat zij bij Yorneo waren geweest. Maar de twee ontkennen dat zij Marit met het mes hebben gestoken en wijzen naar elkaar. H. bekende meteen na de dodelijke steekpartij wel aan vrienden dat hij ,,zijn begeleidster heeft vermoord.’’ Ook tapgesprekken vanuit de gevangenis zouden daarop wijzen.
K. moet voor psychiatrisch onderzoek naar het Pieter Baan Centrum. ,,Als ik wist dat het zo zou gaan, was ik nooit mee gegaan’’, heeft de jongen volgens zijn advocaat Natanya Spijker direct tegen de politie gezegd. ,,Arek ontkent stellig dat hij met het mes heeft gestoken. Hij was erbij en daarom heeft hij de verantwoordelijkheid genomen om bij de zitting aanwezig te zijn.” De zaak gaat eind juni verder.