Lamert Kieft döt verslag van de gebeurtenissen in zien woonplaots, argens in Zuudwest-Drenthe. Beeld: Coen Berkhout | Midjourney
Voor de winkelier Harrie Flik van de supermarkt De Vlijt alhier is het jaar 2025 niet zo mooi begonnen bij ons in het dorp, vanwege bezoek van het inbrekersgilde. ,,Harrie, die pallet literse potten zoere herink (iets besch.) uut de aanbieding is pleiter”, aldus de winkeljuffert Annie M.G. Smidt aan haar baas, ,,singelier heur, wel wil die stinkrommel nou hebben?”, wat bij de winkelier Harrie Flik beslist niet in goede aarde viel. ,,Stinkrommel?!”, aldus hij op aangebrande wijze, ,,stinkrommel, zeden ie? Mèense, hoe koj der wel niet bij; die herink is ‘t fijnste van ’t fijnste; eigen import uut de Gele Zee. Ie kloeft oen vingers der bij òf en dan wol ie hier en ginder beweren dat ’t stinkrommel is?” en de winkelier Harrie Flik, overmand door deze en andere emoties, op trompetterende wijze het neusorgaan snoot in diens stofjas.
Toch moest ook Harrie toegeven dat de zure harink wel degenlijk verdwenen was. Op de plaats waar de pallet stond lag alleen nog een reclame-uitink: Bij aankoop van 6 x 1 literse p. Zure Harink (iets besch.) 1 tube tandpasta 2x halen 3x betalen!!! Op = Op = Strop!!!!. ,,Ja, ’t is roofgoed heur”, aldus de winkelier Harrie Flik,, ,,dat zegt wel wat aover de kwaliteit van dizze zoere herink, of niet dan”, aldus hij. ,,Nou, ik ben der aans zelf lestdaags nog zo zieke van ewest as een kreeie”, meende de winkeljuffert Annie M.G. Smidt, ,,beroerd! Speien dokter! Kraampen! ‘n Haalve dag op de pot ezeten, ’t flodderde mij van ’t gat. Hej nog nooit zun bende eziene. ’k Hebbe ’t oe wel ie vaker ezegd, ’t is een schande daw die
rotzooi nog verkoopt. Eerdaags hew de miljeuplietsie op de stoepe hierzoot”, doch kreeg de winkelier Harrie Flik deze en andere bittere woorden niet meer mee daar hij inmiddelsch onderweg was heen het politiebureau wegens aangifte van diefstal.
,,Kiekt ies uut, daor hew dat Flikkie”, aldus de oude opperwachtmeester van de plaatsenlijke politie alhier, ,,kerel, wat ja ‘leuk’. Wat dacht ie, plietsie Jalving hef grootkaans toch niks te doen, dat die kan ik mooi ies even de pette van de kop zeuren? Gloeiende garriet vent, hoe duur ie ’t waogen”, aldus de opper Jalving, wiens humeur er niet beter op werd toen als hij van de inbraak vernam. ,,Zo”, gromde hij, ,,ze hebt oe dus een partij stinkhering of esteulen en toen dachten ie van: weej wat jonges, ik gao gewoon even hen de plietsie en die zörgt der wel veur dat alles weer in ödder kump. Mar zo warkt dat niet kammeraod, holdt der gloeiende garriet goed rekenschup mit!”
Thans ging de opper Jalving over tot het stellen van enige kritische vragen in het kader van een politioneel vooronderzoek. ,,Flik, Harry”, aldus de opper, ,,vertelt ies even: haj ‘t inbraakwerend raster rond die oplichterstente van oe wel in ödder? Watte: ie hébt aginnig niet zun raster?! En dan toch jammern en klagen dat ze oe regelmaotig de boel ofhaalt? Vien ie ‘t gek. Ie verzaakt oen zörgplicht en oen bedriefspreventie én ie drökt de plietsie een dik perceel naowark in de nekke: ik mut eerlijk zeggen da’k het gloeiende glunige garriet zo zolt nog niet vaak evreten hebbe”, en de opper Jalving resoluut het vooronderzoek seponeerde, daar
het hele zaakje hem veels te veel aan alle kanten stonk. ,,En trouwens, Flik: die stinkherink van oe valt niet under de gewone plietsie, mar under de miljeuplietsie”, aldus de opper nog op de valreep, ,,dommiet drekt linksòf de hoek umme en dan aal mar rechtdeur; aju.” Zo is het raadsel van de verdwenen harink onopgelost gebleven en men voorlopig maar afwachten moet….