Drenthe krijgt een wolvenconsulent. In Gelderland hebben ze die al: Johan Wesselink uit Diever. Zo helpt hij voorkomen dat schapen door de wolf worden geslacht
Johan Wesselink bij de nachtkraal van de schaapskudde in Doldersum die is voorzien van een verplaatsbaar wolfwerend raster én een bewakingshond binnen de omheining. Foto: eigen foto
In navolging van Gelderland krijgt Drenthe ook een wolvenconsulent. De man, die Gelderse schapenhouders met raad en daad terzijde staat, is Johan Wesselink (68) uit Diever.
Aan een halve dag per week zou Wesselink wel genoeg hebben, dacht de Gelderse Wolvencommissie. Een inschattingsfout, zo blijkt. Na een inlees- en inwerkperiode van een week of twee, is hij nu twee maanden als consulent ‘in het veld’ actief. En daar heeft hij het knap druk mee. ,,Bij mijn aantreden lagen er al vijftien verzoeken van schapenhouders klaar om langs te komen voor advies en begeleiding. Dat heb ik inmiddels gedaan, maar een aantal van die adviezen moet ik nog nader uitwerken.”
Voor noordelijke schapen- en geitenhouders, die de wolf al eens op bezoek hadden, is Wesselink geen onbekende. In Drenthe, Groningen en Friesland is hij ook als onafhankelijk taxateur werkzaam voor BIJ12, de organisatie die namens de provincies wolvenschade onderzoekt, registreert en (financieel) afhandelt. De man uit Diever neemt DNA-monsters van de bijtwonden op de kadavers. Aan de hand daarvan kan worden vastgesteld of het daadwerkelijk om een wolf gaat. Zo ja, dan krijgt de eigenaar een schadevergoeding op basis van taxatie.
‘Wolf gaat veel vaker onder raster door dan er overheen’
En nu is de in Drenthe woonachtige geboren Tukker ook actief als officiële wolvenconsulent, in Gelderland. ,,De meest gestelde vraag? ‘Wilt u eens komen kijken of mijn rasters afdoende zijn om wolven te weren en zo niet, wat moet ik eraan doen om het voor elkaar te krijgen?’ Een deugdelijk wolfwerend raster bestaat uit vijf draden, die op 20, 40, 60, 90 en 120 centimeter hoogte worden geplaatst. Met een klap stroom erop. Mensen denken vaak: hoe hoger, hoe beter, maar de meeste wolven gaan onder het raster door. Een wolf observeert een weide en zoekt naar een zwakke plek in de omheining. Pas als die er niet zijn, zal hij proberen er overheen te gaan.’’
Schapenhouders kunnen zelf een wolfwerend raster maken en er zijn kant-en-klare en tevens verplaatsbare rasters in de handel. ,,Maar het hoeft niet altijd nieuw te zijn en veel geld te kosten. Geen situatie is natuurlijk gelijk, maar soms volstaat het om aan de onderzijde van het bestaande raster oude trottoirbanden te plaatsen, die op Marktplaats zijn te vinden. Of alleen een stroomdraad langs de buitenkant van de bestaande omheining trekken, maar die moet dan wel op de juiste hoogte worden aangebracht.’’
‘Grote schapenhouders lastiger te bereiken’
Na twee maanden concludeert Wesselink dat zijn klanten in Gelderland vooral de kleinere schapenhouders zijn. ,,Hobbyboeren, kleinschalige bioboeren en natuurbeheerders weten de weg naar de Wolvencommissie al goed te vinden. De grote schapenhouders, die hun dieren in het najaar en winter laten grazen op het land van veeboeren, zijn lastiger te bereiken. Zij zijn misschien niet zo thuis in de digitale wereld en komen dus niet zo snel op de website van de Wolvencommissie terecht.’’
Ook dan komt Wesselink in beeld: ,,Dat is één van de redenen waarom ik ben aangesteld. Ik heb jarenlang voor het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit gewerkt en voor BIJ12. Altijd op het snijvlak van beleid en uitvoering. Ik spreek de taal van beide werelden. Voor de grote schapenhouders is het veel werk om niet alleen de schapen telkens naar een ander perceel te verhuizen, maar ook de rasters. Wat ik zie, is dat de markt daar op inspeelt. Er is al een bedrijf dat de wolfwerende rasters voor schapenhouders verplaatst.’’
‘Is ons drukbevolkte agrarische cultuurlandschap de juiste plaats voor de wolf?’
Hoewel de wolvenschade maar een fractie is van de totale schade, die (wilde) dieren, met name ganzen, de landbouw berokkenen, begrijpt Wesselink de emotionele en boze reacties als een wolf weer schapen heeft gedood. ,,Als het om een aaibaar dier gaat, spelen de emoties een veel grotere rol dan wanneer gewassen worden opgegeten. Vanuit het oogpunt van de dierhouders kun je terecht de vraag stellen of ons dichtbevolkte agrarische cultuurlandschap, waar het dier continu wordt geconfronteerd met alles wat daar beweegt, de juiste leefomgeving voor de wolf is.’’
Hij vervolgt: ,,Maar de dieren zijn er en genieten een hoge mate van bescherming in Europa. In de natuur staat een wolf aan de top van de voedselpiramide. Jaarlijks worden duizenden herten en zwijnen afgeschoten. Wolven kunnen voor een natuurlijke balans zorgen en horen in dat opzicht thuis in ons ecosysteem. En het is een feit dat een wolf liever zogeheten haarwild eet dan een bek vol wol van een schaap. Maar in het voor- en najaar worden jonge wolven verstoten uit de roedel en gaan zwerven. Zolang de landbouwhuisdieren niet achter een deugdelijk wolfwerend raster staan, worden deze prooien de wolf op een presenteerblaadje aangereikt.’’
Demo: met een quad snel wolfwerend raster (ver)plaatsen
Om met name de grote schapenhouders over de streep te trekken, wordt zaterdagmiddag aan de Pastoor Zandweg in Geeuwenbrug gedemonstreerd hoe tijdelijke wolfwerende rasters snel en efficiënt kunnen worden ge- en verplaatst.
De demo-middag is opgezet door de Drentse Wolvencommissie in samenwerking met belangenorganisaties van schapen- en geitenhouders. ,,Het bedrijf Rappa laat zien hoe je met een quad in één keer vijf stroomdraden op de juiste hoogtes om een schapenweide kunt trekken. Dit systeem wordt in Duitsland al volop gebruikt, maar in Nederland nog nauwelijks’’, zegt Gijsbert Six van de Wolvencommissie.
Volgens Six hebben veel natuurbeheerders en hobbyboeren al maatregelen genomen om hun dieren te behoeden voor een aanval van een wolf. ,,Voor de grote spelers, die hun schapen in het najaar en de winter weiden op het land van veeboeren, is dit een stuk lastiger. Zij hebben te maken met grote percelen grasland, waar doorgaans twee stroomdraadjes omheen worden gezet. Dat kan niet meer. Twee draden is weliswaar voldoende om de schapen binnen te houden, maar een wolf stapt er gewoon overheen. Juist voor de grote schapenhouders is het systeem met de quad een uitkomst. En deze innovatieve manier van werken valt onder de wolvensubsidie van de provincie.’’