Theaterspektakel Het Pauperparadijs strijkt voor de derde keer neer in gevangenisdorp Veenhuizen. 'Er is echt gepionierd om hier wat te maken' | DVHN Zomertour
Verslaggever Abel de Kam in gesprek met theatertechnicus Roel Hoekstra van Het Pauperparadijs. Foto: DVHN
Steeds meer mensen weten Veenhuizen te vinden. Mede dankzij de verkregen Unescostatus én het populaire theaterspektakel Het Pauperparadijs. Maar hoe ervaren bezoekers en bewoners de zomer in het bijzondere dorp?
De Zomertour-bus staat geparkeerd bij de brandweerkazerne, vlakbij de ingang van het Gevangenismuseum. Op het binnenterrein wordt vanavond Het Pauperparadijs opgevoerd. Maar ook ‘s middags is het razend druk. Een medewerkster van het Gevangenismuseum kent de oorzaak: museumweer. Ze is blij dat haar werkdag erop zit. „Het was haast té druk”, zegt ze. De 1500 bezoekers van het museum moesten vandaag dringen om alles goed te kunnen bekijken.
Ook zussen Ageeth en Marjan van der Spoel van de Deco Loge wissen het zweet van hun voorhoofd na een drukke werkdag. Marjan is zo van de boot van Ameland naar Veenhuizen gereden om haar zus te helpen in de drukte. „Weg vakantiegevoel”, zegt ze met een zucht.
De zussen Ageeth en Marjan van der Spoel in hun Deco Loge. Foto: DVHN
De zussen bestieren de winkel annex wafelmakerij al dertien jaar en bouwden het in de loop van de jaren steeds verder uit. Elk verdiend dubbeltje ging naar de winkel. „Ons eerste pinapparaat was echt een mijlpaal”, herinnert Ageeth zich. „Ziel en zaligheid hebben we erin gestopt”, vult jongere zus Marjan aan.
Veenhuizen
In het dorp Veenhuizen werd begin negentiende eeuw één van de zeven Koloniën van Weldadigheid gevestigd. Wezen, armen, landlopers en paupers uit de Randstad werden er ‘heropgevoed’. Met hard werken moest hen discipline worden bijgebracht. De spreuken op de gevels van de ruim 125 rijksmonumenten in het dorp (‘Werk en Bid’, ‘Orde en Tucht’) herinneren nog aan die tijd. Eerst vertrokken arme gezinnen vrijwillig naar Veenhuizen, later werden mensen gedwongen herplaatst. Rond 1900 werden er twee gevangenissen gebouwd in Veenhuizen. Het gevangenisdorp werd pas in de jaren tachtig vrij toegankelijk: tot die tijd werd het dorp uitsluitend bewoond door gevangenispersoneel en gevangenen. Vandaag de dag zijn er nog twee penitentiaire inrichtingen in het dorp, Norgerhaven en Eesterheem.
Stro en purschuim
Theatertechnicus Roel Hoekstra komt poolshoogte nemen bij de Zomertour-bus. Het is zijn eerste zomer in Veenhuizen, al woont hij dichtbij, in Marum. Hij werkt tijdens de voorstellingen van Het Pauperparadijs achter de schermen. „Het bevalt aardig”, zegt hij. „Het is gezellig met de crew, de meeste technici heb ik zelf uitgekozen. Dat helpt natuurlijk.”
Het is voor het eerst dat hij zo’n lange tijd aan dezelfde voorstelling werkt. „Ik ben een probleemoplosser, dat past bij mij. Vandaag ben ik er wat eerder, de bossen gedroogd graan die in de voorstelling gebruikt worden zijn door de regen helemaal zwart geworden. We hebben ze eerder nog opgelapt met gele verf, maar ze moesten nu echt vervangen worden. Er staat nu iemand 200 nieuwe bossen stro met purschuim in elkaar te zetten.”
De tribunes van Het Pauperparadijs op het binnenterrein van het Gevangenismuseum in Veenhuizen. Foto: DVHN
Maar als de voorstelling eenmaal loopt, slaat de verveling soms toe. Wat hij van het muziektheaterstuk vindt? „Ik heb het nog nooit gezien. Ik heb mijn collega’s beloofd dat ik de laatste voorstelling van dit seizoen helemaal ga kijken, maar ik ben bang dat ik in slaap val. Wij zijn hier al de hele dag aan het werk hè? Als ik dan stilzit, slaat de vermoeidheid toe.”
Het Pauperparadijs
De muziektheatervoorstelling Het Pauperparadijs is gebaseerd op het gelijknamige boek van schrijfster Suzanna Jansen. De voorstelling schijnt licht op de gevolgen van de massale herplaatsing van ‘paupers’ naar de Drentse koloniën. Tussen 2016 en 2018 was de voorstelling te zien op de binnenplaats van het gevangenismuseum in Veenhuizen en in theater Carré in Amsterdam. De terugkeer van Het Pauperparadijs naar Veenhuizen stond lang op de planning, maar werd uitgesteld door corona en stikstofmaatregelen. In 2023 worden vijftig voorstellingen gespeeld. De vergunning van de makers biedt ruimte voor een laatste seizoen in de zomer van 2024.
Negatieve publiciteit
Anke Hartog stapt naast de bus van haar fiets, haar vierjarige zoontje achterop. Vijftien jaar woont ze met haar man in Veenhuizen. Het paar kreeg hier twee kinderen en zag het dorp veranderen. „In het dorp was niks, we vielen voor de mooie natuur”, schetst ze die eerste periode. Toch is ze hartstikke blij met de reuring die Het Pauperparadijs brengt. „We zijn maar een minidorpje, voor theater moeten we altijd ver weg. Nu kunnen we een keer lopend, voor een gezin met kinderen is dat een uitkomst.”
Bezoekers van Het Pauperparadijs wapenen zich tegen de regen. Foto: DVHN
Veel dorpsgenoten helpen vrijwillig mee om Het Pauperparadijs een succes te maken en ondernemers profiteren ervan, zegt Hartog. Ze baalt een beetje van de negatieve publiciteit die het theaterspektakel kreeg door de stikstofproblemen en de directe buren die veel overlast ervaren van de drukte rondom de voorstelling, hoewel ze dat laatste ook wel snapt. „Ze zitten er echt bovenop.”
Pioniersgeest
Ze hoopt dat het dorp nog levendigerwordt, voor grote drukte is ze niet bang. „Ik denk niet dat het in Veenhuizen gauw te druk is”, zegt ze. „Je moet echt geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het dorp om de schoonheid ervan te zien.” Wel hoopt ze dat er ruimte blijft voor de pioniersgeest die het dorp volgens haar kenmerkt. „Eerst was alles hier anti-kraak, bedrijven die zich hier vestigden moesten echt pionieren. De huren gaan nu wel omhoog, en dat is logisch, maar ik hoop dat er ruimte blijft voor mooie initiatieven. Anders hebben we hier straks alleen maar accountants en dat is saai.”
De zussen Van der Spoel hopen dat hun Deco Loge op de huidige plek kan blijven. Huisbaas De Nieuwe Rentmeester, sinds een jaar of twee eigenaar van een groot deel van de monumentale panden in het oude dorp, wil het plein waar Deco Loge zit vernieuwen. „Het gaat vaak over de grote bedrijven. Ik hoop dat wij ook een kans krijgen. Dat ze er niet aan voorbijgaan wat wij betekenen voor het dorp. We doen er heel veel voor. De gasten waarderen ons in elk geval, onze Drentse wafels zijn een regelrechte hit!”
Verslaggevers van Dagblad van het Noorden gaan in de maanden juli en augustus op pad voor de DVHN Zomertour. Al dan niet op uitnodiging verschijnen ze op plekken waar bijzondere, ontroerende of grappige verhalen zijn op te tekenen. Heeft u suggesties? Mail dan naar groningen@dvhn.nl of drenthe@dvhn.nl.