De brand smeult nog na. Met een kraan worden de restanten van de loods opgetild zodat de brandweer bij de vuurhaard kan komen. Foto: Jaspar Moulijn
De 2e Energieweg op het industrieterrein van Roden biedt de ochtend na de brand in een grote bedrijfshal een trieste aanblik. De brandweer is nog druk aan het werk.
Trok de brand dinsdag de nodige bekijks, woensdagochtend is het industrieterrein bijna uitgestorven. De grote gele blusslangen en het rood-witte brandweerlint zijn de overgebleven getuigen van de enorme vuurzee die ‘s middags rond een uur of drie uitbrak.
Een enkele nieuwsgierige voorbijganger werpt een blik op het met hekken omgeven terrein aan de 2e Energieweg. Van de grote hal, waar tot de verwoestende brand acht verschillende bedrijven zaten, staat bijna niks meer overeind.
Met behulp van grote kranen zijn de afgelopen nacht resten van de loods grotendeels opgeruimd. Van verschillende materiaalsoorten zijn grote hopen gemaakt. Daarin zijn restanten van het golfplaten dak te herkennen, net als de grote trussen voor lichtinstallaties.
Een man met een geel hesje aan loopt langs de bultenen maakt foto’s. Her en der stijgt rook op. Op de weg staat een brandweerwagen. De brandweermannen van de kazerne in Roden kijken naar een oplaaiend vuurtje.
Burgemeester Klaas Smid van de gemeente Noordenveld maakt woensdagmiddag samen met parkmanager Bas de Jager een ronde langs de getroffen ondernemers. Hij is geraakt door hun verhalen. „Allemaal zijn ze opeens alles kwijt. Tegelijk zegt iedereen: het belangrijkste is dat er geen persoonlijke ongelukken hebben plaatsgevonden, het had heel anders kunnen lopen.”
Behalve stilstaan bij de heftige gebeurtenis van gisteren zoeken de ondernemers naar manieren om hun werk weer op te kunnen pakken. Parkmanager de Jager is onder meer aan het inventariseren waar ruimte is voor de bedrijven. Smid: „We bieden vandaag onze hulp aan. We hebben beperkte mogelijkheden, maar waar het kan willen we de helpende hand bieden.”
Korte nacht
Ze hebben een korte nacht achter de rug. „Rond half drie vannacht zijn we weggegaan, we waren toen nog met het korps uit Peize en de waterwagen uit Veenhuizen. Vanochtend om zes uur waren we weer hier”, vertelt postchef Robert van der Woude. Hij haalt zijn schouders op, net als zijn collega. „Daarvoor ben je brandweerman.”
Het korps in Roden rukte vanochtend opnieuw uit voor de kleine brandjes. „Je krijgt nooit alles uit, zeker niet met zo’n groot gebouw”, legt Van der Woude uit. Maar de vuurhaard is op dit moment onbereikbaar. Daarom wachten ze op een kraan, die de restanten moet optillen. „Het heeft geen zin om nu te blussen.”
Van der Woude vindt het een trieste bedoening. „Je wordt brandweerman om iets voor je dorp te betekenen, je kent de mensen die hier een bedrijf hebben, zoals de jongens van SoundLink. Die zijn alles kwijt, heel erg.”
Van de enorme loods waarin verschillende bedrijven zaten is niks meer over. Foto: Jaspar Moulijn
Niet te doen
Het grote garagebedrijf van Wim Liewes, waarvan het terrein grenst aan het perceel met de afgebrande loods, is helemaal leeg. In de werkplaats staan wat auto’s en hangt een bedrijfsbus met de wielen eraf. De monteurs zijn vanochtend wel aan hun werk begonnen, maar Liewes heeft ze naar huis gestuurd. Toch niet te doen, met die rooklucht.
Toen hij gistermiddag zag hoe snel het vuur zich achter zijn bedrijf verspreidde, zat hij behoorlijk in de rats. Hij laat de loods zien waarin autobanden liggen opgeslagen. „De wind stond deze kant op. Ik dacht: als dit in de hens gaat, gaat mijn gebouw er ook aan.”
Op zijn telefoon laat hij een filmpje zien: zware rookpluimen drijven richting zijn garage. De politie sommeerde hem en zijn werknemers op een gegeven moment het pand te verlaten.
Totaal machteloos
Toch zit de ondernemer er nu redelijk ontspannen bij. „Ik werd vannacht gebeld door de politie met het advies om de deuren tegen elkaar open te gooien. Tegen half zes was ik hier weer”, vertelt hij. „De instanties hebben het geweldig gedaan. Er is ook meteen iemand langsgekomen die vertelde wat we vandaag allemaal kunnen verwachten.”
En de tachtig auto’s die gisteren met behulp van buren en vrienden in op een veilige plek zijn neergezet? Die zijn allemaal weer terecht. „Dat is helemaal goed gegaan. Alleen de sleutels zijn op één bult gekomen. Ach, tegenwoordig gaan de meeste auto’s open op afstand. Ook zo weer klaar.”
Liewes leeft enorm mee met zijn buren, de ondernemers die alles kwijt zijn. „Je bent totaal machteloos. Binnen anderhalf uur was alles plat.”
Update: De gemeente Noordenveld meldt woensdagmiddag dat bij de brand behalve de rook geen giftige stoffen zijn vrijgekomen. De brand is ontstaan bij het bedrijf Country Camp, bevestigt eigenaar Henk Brand. Hij is in gesprek met mensen van de verzekering en wil de krant nu liever niet te woord staan. „Het is erg naar en er gebeurt heel veel”, zegt hij.
Volgens de politie is er geen sprake van strafbare feiten en er dus geen verder onderzoek wordt gedaan naar het ontstaan van de brand.