De panden en de collectie van het Drents Museum zijn van de provincie. Foto: Rens Hooyenga
Hoewel Drenthe een bruisend cultureel leven kent, mag er wel een tandje bij, adviseert bureau Berenschot. Met een kleine extra bijdrage van de provincie valt veel te bereiken.
De wittebroodsweken zitten erop voor de kersverse gedeputeerde Jisse Otter (BBB) van cultuur. Op zijn bureau ligt een in opdracht van de provincie vervaardigd rapport van Bureau Berenschot over het cultuurbeleid van de provincie Drenthe. Dit biedt handvatten om komend najaar plannen te smeden voor de jaren 2025-2028. Er is flink wat werk aan de winkel, valt uit het rapport op te maken. Niet dat het slecht gaat, maar met wat meer geld, wat meer ambitie en scherpe keuzes kan het nog veel beter.
Verder verrijken
De provincie besteedt elk jaar zo’n 19 miljoen euro aan het culturele leven. Heel veel geld is dat niet, aldus Berenschot, en „met 10 procent extra zou in Drenthe al enorm veel kunnen worden gedaan om het culturele leven verder te verrijken”.
Harry Tupan heeft als directeur van het Drents Museum heel veel te maken met de provincie. „We zijn tenslotte een provinciaal museum, onze panden zijn van de provincie, net als onze collectie. We zijn ook heel tevreden over de samenwerking.”
Tupan betwijfelt of het zo gemakkelijk is om met een beetje extra geld een groot effect te bereiken. Hij wijst erop dat de musea door de inflatie sowieso al veel extra geld nodig hebben. „Onze energielasten stijgen en we moeten onze medewerkers hogere salarissen betalen. Dat zijn allemaal extra uitgaven die niet ten goede komen aan het culturele aanbod.”
De onderzoekers keken ook naar de mate waarin inwoners van Drenthe zelf actief zijn met kunst en cultuur. Met de deelname aan amateurkunst zit het in Drenthe wel snor, stelt Berenschot. Ongeveer 20 procent van de Drenten schildert, tekent of is aan het pottenbakken. Ruim 8 procent bespeelt een muziekinstrument, een vergelijkbaar percentage zit op een zangkoor. Daarmee loopt Drenthe in de pas met in ieder geval Groningen en Friesland. waarmee de onderzoekers het vergeleken.
'Beschouw bibliotheken voortaan als sociale instellingen'
Van oudsher gelden bibliotheken als culturele instellingen, maar de laatste jaren hebben ze eigenlijk vooral een sociale functie gekregen. Ze richten zich in toenemende mate op mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, op mensen die willen leren omgaan met computers en op jongeren die deze vaardigheden goed onder de knie moeten krijgen. Al kun je er natuurlijk ook nog steeds terecht voor de verzamelde romans van Simon Vestdijk. De provincie moet bij de ondersteuning van bibliotheken echter vooral kijken naar die sociale functie, adviseert Berenschot. Samen met de gemeenten moet zij ervoor zorgen dat iedereen binnen redelijke afstand bij een bibliotheekvoorziening terecht kan. Dat is niet zo ingewikkeld, zegt Berenschot, als je dergelijke voorzieningen combineert met de dorpshuizen.
Kunstonderwijs is wegbezuinigd
Echter, mensen met meer ambitie hebben het in Drenthe moeilijk om hogerop te komen, zegt Berenschot. Het wreekt zich dat er in Drenthe veel buitenschools kunstonderwijs is wegbezuinigd, waardoor er ook weinig kunstdocenten meer zijn.
Wat betaalt het Rijk eigenlijk voor Drentse cultuur?
Drenthe komt er nogal bekaaid af bij de verdeling van geld voor cultuur vanuit ‘Den Haag’, vindt het provinciebestuur. Zo belandt er in Noord-Holland 61 euro per inwoner voor cultuur, in Drenthe is dit 2 euro. Nu moet je daar wel bij aantekenen dat in Amsterdam landelijke instellingen als het Rijksmuseum en het Concertgebouworkest zijn gevestigd, het blijft een scheve verdeling. Daarom wil Drenthe zich sterk maken voor meer bijdragen voor Drenthe uit de schatkist van het Rijk. Berenschot voegt daaraan toe dat de provinciebestuurders op hun tellen moeten passen bij de nieuwe taken die ze op hun bordje krijgen voor het bewaken van cultureel erfgoed. Zoals zo vaak dreigt ‘Den Haag’ hier te weinig geld bij te leggen.
Ook zou er meer aandacht kunnen zijn voor excellente instellingen, die het in zich hebben een landelijke uitstraling te krijgen en het hele culturele leven op een hoger plan brengen. Als het goed is, is hun uitstraling in heel Drenthe te voelen. Als voorbeeld noemt Berenschot Garage TDi, de theaterschool annex theatergezelschap in Assen, waar talentvolle jongeren zich kunnen ontwikkelen. Ook de PeerGroup en Into Nature komen hiervoor in aanmerking, omdat zij kunst verbinden met het fraaie Drentse landschap.
Piramide
Het Drents Museum staat, met jaarlijks 200.000 bezoekers en exposities van nationale allure, bovenaan de piramide van Drentse musea. Directeur Tupan zegt dat hij en zijn medewerkers er al veel aan doen om deze mooie positie aan de hele provincie ten goede te laten komen.
Harry Tupan. Foto Sake Elzinga
Tupan: „Bij onze internationale exposities leggen we zo veel mogelijk de link met Drenthe. Een sprekend voorbeeld is natuurlijk ‘Op reis met Vincent. Van Gogh in Drenthe’, die op 11 september van start gaat. We zijn samen met Het Drentse Landschap en andere partijen betrokken bij het vinden van een oplossing voor Museum De Buitenplaats in Eelde, dat met exploitatieproblemen kampt. We houden onze collectie niet alleen voor onszelf. Andere musea mogen er ook gebruik van maken, mits ze natuurlijk aan de voorwaarden voldoen.”
Ook wil zijn museum, zegt Tupan, zich niet beperken tot activiteiten in Assen. „We zijn in de regio Zuidoost-Drenthe bezig met een project over woonwagencultuur en piratenmuziek.”
De komende maanden moet blijken wat het het nieuwe provinciebestuur met de aanbevelingen van Berenschot gaat doen. De huidige bestuurscoalitie onder leiding van de BBB hoedt zich in het bestuursprogramma voor ambitieuze vergezichten. „We zien graag nieuwe ontwikkelingen, maar niet alles kan binnen het beperkte cultuurbudget”, zo staat er te lezen.
‘Laat het niet verwateren’
Bij de besteding van dat beperkte budget moet de provincie in elk geval vasthouden aan duidelijke uitgangspunten, waarschuwt Berenschot. Want anders verwatert de boel. Volgens de onderzoekers subsidieert de provincie nog opmerkelijk vaak plaatselijke initiatieven, terwijl zij eigenlijk alleen projecten zou moeten steunen die de hele provincie, of een groot deel ervan, betreffen. Daar heeft de BBB wel moeite mee, bleek toen afgelopen voorjaar toen de partij pleitte voor een provinciale bijdrage aan het noodlijdende Drukkerijmuseum in Meppel.
Tupan heeft er alle vertrouwen in dat het wel goed komt. „Cultuur moet er gewoon zijn, al is het maar omdat er daardoor mensen naar Drenthe komen. Dat heeft belangrijke effecten voor de werkgelegenheid. Na de vakantie gaan we maar eens kennismaken met Jisse Otter.”