Directrice José Wolters van obs De Marke voor de afgesloten hal. Foto: Marcel Jurian de Jong Marcel Jurian de Jong
Een dag na de sluiting van basisschool De Marke in Roden is het personeel al druk bezig alle spullen in dozen te pakken. Kerstvakantie zit er nog even niet in.
„Eigenlijk is het een geluk bij een ongeluk dat het bijna vakantie is”, lacht José Wolters, directeur van openbare basisschool De Marke. „De leerlingen missen nu maar een paar dagen les in plaats van een enkele weken. Maar of wij als team ook aan vakantie toekomen is nog even de vraag.”
Wolters is samen met alle leerkrachten op dinsdagochtend al druk in de weer op school. Dat de beslissing om De Marke te sluiten pas een dag eerder na schooltijd werd genomen, is haast niet voor te stellen. Overal staan al verhuisdozen en lokalen zijn soms al half leeggeruimd.
„Alles komt nu in een stroomversnelling. Afgelopen zomer werden scheuren geconstateerd in de muren. Het was allemaal niet extreem, maar ze werden wel groter. We hebben meer onderzoek laten doen en toen werd per toeval ontdekt dat er roestvorming en corrosie is ontstaan aan de fundering.”
Het gaat daarbij om een vrij klein stukje, in de hal bij de hoofdingang. En hoewel je de fundering niet kunt zien, zijn verzakkingen en scheuren op meerdere plekken wel duidelijk zichtbaar. De gemeente en de school nemen daarom geen enkel risico. „Ik heb zelf ook kinderen en je wilt dat ze veilig zijn”, legt Wolters uit. „Als het nodig is om de school te sluiten doe je dat. We kunnen niet anders.”
De beslissing zorgt wel voor hectische taferelen. Er moet van alles geregeld worden. Ouders moeten ingelicht, klaslokalen moeten leeg en de noodlokalen moeten zo snel mogelijk worden neergezet én ingericht. Allemaal voor 9 januari, met de feestdagen er ook nog tussendoor.
Juffen bezig met het leeghalen van een lokaal. Foto: Marcel Jurian de Jong Marcel Jurian de Jong
Wolters stuurt alles kordaat aan, alsof ze nooit iets anders gedaan heeft dan verhuizingen plannen. Af en toe loopt er een leerkracht stiekem achter haar langs door de verboden hal, verhuisdoos onder de arm. Ze blijft er relaxed onder. „In principe kan dat wel hoor, maar het mag officieel niet meer. Gisteren liepen hier nog vele kinderen over dezelfde vloer. Die ene leerkracht kan dan ook nog wel.”
Van de tien klaslokalen bevinden zich er zeven in het gedeelte met de onveilige fundering. Alleen de kleuters zitten in een aangrenzend nieuw gebouw. Zij blijven in eerste instantie wel op hun vertrouwde plek. „Eerst moeten we een noodlocatie hebben voor de zeven klassen, maar het liefst willen we daarna ook de kleuters naar de tijdelijke plek verhuizen, zodat we weer één school zijn. Ook om praktische redenen is dat handig, je wilt niet dat ouders met meerdere kinderen naar verschillende locaties moeten.”
De komende twee dagen komt elke klas op een ander tijdstip nog één keer bij elkaar, om de laatste spulletjes op te halen en het jaar samen af te sluiten. „We willen zo min mogelijk mensen tegelijkertijd in het gebouw hebben. Ouders mogen ook niet mee naar binnen. Maar leerlingen moeten toch even hun spulletjes op kunnen halen. Hier ligt nog een handschoen bijvoorbeeld. Die moet vast en zeker mee naar huis.”