Bert Visscher speelt de fantast Johan Willem Ripperda (Oldenhove 1682). Foto: Reyer Boxem
Na het overweldigend succes, vorig jaar, met de voorstelling ‘Hollands Hoop’ heeft de Groningse Zummerbühne zich gewaagd aan een nieuw, verbluffend groots opgezet, perfect georganiseerd theatermuzikaal project, op een idyllische plek onder de blote hemel, bij Winsum: ‘Ripperda’.
Zaterdag was de première. Stampvolle tribune. De komende weken zal een grote schare getuige zijn van de opkomst en ondergang van Johan Willem Ripperda (Oldenhove 1682). Een fantast. Een geboren leugenaar. Een gewiekste schavuit. Hij gooide hoge ogen en kreeg zijn trekken thuis.
Eerlijk is eerlijk: zonder onverbiddelijke publiekstrekker krijg je geen twintig keer twaalfhonderd bezoekers in de ‘zaal’. Met Bert Visscher in de hoofdrol zit dat wel snor.
Een portie Visscheriaanse strapatsen? Prima, maar daarmee ben je er niet. Visscher mag dan een beetje de show stelen maar dat levert alleen maar extra tegenspel op bij de rest van de cast in de diverse rollen en dubbelrollen. Verrassend hoe fraai dat theatraal uitpakt in het vorstelijke decor van Harm Naaijer. Regisseur Koos Terpstra heeft een puik stuk werk afgeleverd.
Functie elders
Een straatarme landjonker wordt aan de haak geslagen door de schatrijke, statusbeluste - helaas niet adellijke - dame die haar lieftallige jonge dochter in de aanbieding doet. Liefde? Dat komt nog wel. Win-win! Een buitenkansje! Met wat geld en een partij blufpoker likt de kale jonker zich in bij Haagse kringen, maakt zichzelf daar dan weer onmogelijk en wordt knarsetandend weggepromoveerd naar, zoals dat tegenwoordig heet, een functie elders.
Ambassadeur. In Spanje. Waar hij verstrikt raakt in de netten van koningin Elisabeth de Parme, ijzig en vilein gespeeld door Mirjam Stolwijk, stralend in een wolk van overgeacteerde koninklijkheid. De chemie met Visscher is om te smullen.
Mirjam Stolwijk en Joop Wittermans als koningin Elisabeth de Parme en koning Filips. Foto: Reyer Boxem
Smakelijk acteren, laverend tussen vet en subtiel. Koning Filips (heerlijk komische, sullige Joop Wittermans) heeft het nakijken. ’Ga jij maar even een eindje lopen lieverd. Ik moet met deze meneer spreken. Weg! Weg jij!’ Zoals die Joop dan weg sloft. Staart tussen de benen.
De vrouw met de zeis
Eén van de mooiste scènes komt aan het slot, als de Dood onze gemankeerde held komt halen. De vrouw met de zeis. Nee toch? Dit moet een vergissing zijn! Dan gaat Visscher totaal uit zijn dak. Waarom ik? Waarom nu? Maar als de zoete, vloeiende klanken van koor en orkest op het woordje ‘LIEF’ door de rijen golven, geeft de charlatan zich gewonnen. De innemende rotzak. De schurk die beminde en bemind werd. De lieve leugenaar.