Anniek Pheifer groeide op in Veenhuizen. 'De natuur gun ik ieder kind.' Foto: Bram Willems
Ze is te zien in diverse films en series, van ‘Juffrouw Pots’ tot ‘De F*ckulteit’. Intussen gooit actrice Anniek Pheifer, opgegroeid in Veenhuizen, het over een heel andere boeg: ze volgt de opleiding tot geschiedenisdocent. ,,Mijn kinderen vinden het afschuwelijk.”
Ze zat in januari bij De Slimste Mens toen actrice Anniek Pheifer (47) op tv vertelde dat ze met iets heel anders bezig is dan waar we haar van kennen. Ze volgt sinds een halfjaar de docentenopleiding geschiedenis. Dat lijkt een opmerkelijke keuze voor iemand die in zoveel verschillende rollen op tv, in films en in het theater te zien is.
Voor haarzelf is het echter best logisch, vertelt ze in een café in Haarlem, de stad waar ze nu met haar man en twee tienerzonen woont. ,,Na de middelbare school wilde ik naar de toneelschool. Daarvoor moest je auditie doen. Ik moest toen een plan B hebben voor als ik niet aangenomen werd. Dat gebeurde wel, maar anders was ik geschiedenis gaan studeren in Groningen.”
Waarom dan nu deze stap?
,,Ik ben altijd geïnteresseerd gebleven in geschiedenis. En ik heb wel een paar keer gedacht: moet ik dat niet gaan doen in deeltijd? Maar om nog twintig uren per week te studeren, naast de kinderen en een voltijdbaan, dat leek me niet haalbaar. Nu zijn de kinderen wat ouder en zou het kunnen. Ik wilde graag nog eens iets heel anders doen dan ik al deed.”
,,Maar ja, dan moet ik wel acht jaar studeren voor ik historica ben. En dan? Dan ga ik waarschijnlijk voor de klas staan, dacht ik. Dus volg ik nu de lerarenopleiding, dan sla ik twee vliegen in één klap. Als het goed is heb ik mijn bevoegdheid over vier jaar. En als Mark Rutte een dag in de week voor de klas kan staan...”
Anniek Pheifer: 'Ik zou nu meer durven zeggen tegen grensoverschrijdend gedrag dan vroeger.' Foto: Bram Willems
Op stage
Pheifer is nu halverwege het eerste studiejaar en moest wel wennen aan het studeren. ,,Ik heb de toneelschool gedaan, dat was heel praktijkgericht. Studeren is eigenlijk nieuw voor me: zitten, lezen en alles opslaan. Mijn leeftijd helpt ook niet mee. Het beklijft wel, maar na drie keer lezen in plaats van één. En ik ga binnenkort een dag in de week stagelopen. Dat vind ik spannend.”
Je bent wel gewend om voor het publiek te staan natuurlijk.
,,Ja, maar voor een klas is toch heel anders. En ik heb pubers thuis, dat ben ik ook gewend, maar geen dertig bij elkaar die je moet stilhouden en iets moet leren. Maar ik hoef het niet volgende week te kunnen, ik heb er vier jaar voor.”
Hoe gaat het tot nu toe met je studie?
,,Het gaat heel goed. Mijn kinderen vinden het trouwens afschuwelijk, haha. Mijn oudste zoon doet eindexamen, die wil niets liever dan nooit meer naar school. Docenten zijn saai. Maar ik kan het iedereen aanraden, het was vanaf dag één een verrijking om echt iets anders aan te spreken in mezelf. En om mezelf in een heel andere wereld te begeven. Ik zit tussen medestudenten van eind twintig, begin dertig die de deeltijdopleiding doen. Uit alle lagen van de bevolking.”
,,Wat ik lastig vind is dat ik 25 jaar actrice ben geweest en altijd mijn best heb moeten doen om er bij audities uit te springen. Als je naar een toneelschool wilt, dan blijven er van de duizend mensen twintig over. Of er is één filmrol en die kan maar één acteur spelen. Je moet altijd op je top werken.”
,,Als leraar is dat heel anders. Er zijn veel meer banen, er is niemand die je direct beoordeelt. Je moet je eigen manier vinden om een goede leraar te worden. Dat willen uitblinken, een beetje faalangst, dat moet ik nog van me afschudden. Ik vertel mezelf steeds dat ik het nog aan het leren ben.”
Computervrees
Dan is er nog een heel andere hobbel. ,,Ik ben nooit opgevoed met computers. Op de toneelschool was het heel vrij, daar hoefde je geen administratie bij te houden. Ik heb een Hotmail-account aangemaakt toen ik 20 was, sindsdien stuur ik mailtjes, zet ik soms een bericht op sociale media, check ik het nieuws. Het klinkt heel erg ‘boomer’, maar ik moet nu leren hoe ik Word-documenten aanmaak, hoe ik bestanden verplaats. Uiteindelijk lukt het allemaal wel, maar soms kost het me echt twee uur. Met een beetje mazzel heb ik dan iets gekopieerd, maar kan ik het niet meer terugvinden.”
,,Ik weet niet of dat een leeftijdsprobleem is in de moderne wereld, of mijn probleem, maar ik denk wel: er is een lerarentekort, en serieus, dan helpt die digitalisering echt niet. Geef me een boek of een map met stencils en ik red me. Maar al die computeradministratie, het zou echt een reden voor me kunnen zijn om te stoppen met de studie. Tegelijk vind ik het zo inspirerend, vooral de vakken over historisch denken. Ik pak met veel plezier een studieboek, tot ongeloof van mijn zoons.”
Wat zijn je toekomstplannen, ga je stoppen met acteren?
,,Ik heb nog geen vastomlijnd plan. Ik wil het wel combineren, maar dat wil niet zeggen dat ik één dag voor de klas ga staan en de rest acteren. Als ik het kan en ik vind het leuk, kan ik me ook voorstellen dat ik vijf jaar voor de klas ga staan. Of tien jaar. Weet ik veel, misschien vind ik het wel zo leuk dat ik daar blijf. Ik ga nu eerst die studie zo goed mogelijk doen.”
‘Als kind kwam ik vaak in de gevangenis’
Pheifer werd geboren in het ziekenhuis in Assen en groeide op in Veenhuizen, een dorp dat als voormalige strafkolonie, ‘pauperparadijs’ en gevangenisdorp geschiedenis ademt. Al komt daar haar interesse niet vandaan, stelt ze. ,,Totaal niet.” Van haar moeder heeft ze de liefde voor toneel. ,,Ze deed amateurtheater, via haar kwam ik ermee in aanraking.” Haar vader was leerkracht aan de openbare basisschool in het dorp.
In Pheifers vroege jeugd was Veenhuizen nog gesloten. Mensen mochten er tot 1983 alleen met hun gezin wonen als ze er ook werkten. Wie met pensioen ging of een andere baan kreeg, moest verhuizen. ,,Daar schoffelden de gedetineerden in van die corduroy bruine pakken. Mijn moeder werkte in de gevangenislocatie Norgerhaven als crèchebegeleidster in het weekend. Dan ging ik ook weleens mee, dus ik ben als kind heel vaak in de gevangenis geweest. Maar ja, dat vind je zelf heel normaal.”
Er waren twee scholen in het dorp, openbaar en christelijk, en groot waren die niet bepaald. ,,Ik zat mijn hele schooltijd met acht kinderen in de klas. Die kende je en die kwamen allemaal op je verjaardagsfeestje. Ik heb dat altijd vanzelfsprekend gevonden, tot mijn eigen kinderen in Amsterdam in een klas met dertig kinderen kwamen. Dat je dan ook níet uitgenodigd kon worden voor een feestje, en wat dat met kinderen doet. Huilen! Dat was iets waar ik nooit bij stil had gestaan.”
Vrij in een gesloten dorp
Pheifer heeft warme gevoelens overgehouden aan haar jeugd in Veenhuizen. ,,Ik heb me er altijd heel veilig gevoeld en vrij. Zoveel natuur en ruimte, dat zou ik ieder kind in Nederland gunnen. Je kunt eindeloos het bos inlopen, tot het spannend wordt. Je bent gewoon de hele dag buiten en als de lantaarnpalen aangaan, ga je naar huis. In zo’n dorp weet altijd wel iemand waar je bent.”
Ze ging naar de middelbare school in Assen en later in Groningen. Toen merkte ze dat Veenhuizen haar te klein werd. ,,Op een gegeven moment wordt het saai. Al hadden we wel een leuke jeugdsoos. En we hadden een hond, daar ging ik vaak mee wandelen.”
Heb je wel eens overwogen terug te gaan naar Drenthe?
,,Elke dag overweeg ik dat nog wel eens. Ik vind Haarlem ook een heel fijne plek, dicht bij de duinen en het strand. Eerst woonden we lange tijd in Amsterdam, maar we wilden een huis met een tuin en zo kwamen we hier. Toen merkte ik pas hoe erg ik de natuur had gemist. Ik zou niet snel teruggaan naar Amsterdam, maar Drenthe... Ik heb vorig jaar een caravannetje gekocht en een week op een camping in Westervelde gestaan. Toen dacht ik echt: man, waarom woon ik niet hier? Maar het is in Haarlem ook heel fijn, met de theaters en bioscopen om de hoek.”
Anniek Pheifer: 'Misschien vind ik lesgeven zo leuk dat ik daardoor stop met acteren.' Foto: Bram Willems
‘Heel Nederlands dat je vaak dezelfde acteurs tegenkomt’
Ondanks haar studie staat Anniek Pheifers acteercarrière allesbehalve op een laag pitje. Zo is ze in april te zien in de komische misdaadfilm Fabula van regisseur Michiel ten Horn, speelt ze in de kinderfilm Juffrouw Pots en heeft ze de opnames van het tweede seizoen van de serie Anoniem bijna afgerond. Momenteel is ze te zien in de veelbesproken MeToo-achtige serie De F*ckulteit op streamingplatform Videoland.
In ‘Fabula’ en ‘De F*ckulteit’ speel je allebei met Fedja van Huêt. Kom je vaak dezelfde mensen tegen om mee samen te werken?
,,Ja, toevallig. Met Fedja had ik nog niet zo vaak samengewerkt, maar nu toch in korte tijd meerdere keren. Met Jeroen Spitzenberger werk ik vaak, met Daan Schuurmans ook wel een aantal keer. Binnenkort draai ik weer met Guy Clemens. Het zijn vaak de usual suspects. En het is ook heel Nederlands, omdat de markt vanwege de taal gewoon kleiner is. Je komt elkaar snel tegen. Dat is ook wel fijn, want acteren is een vak waarin je je bloot moet kunnen geven, je kwetsbaar moet kunnen opstellen. Dat gaat misschien makkelijker als je elkaar wat beter kent.”
De F*ckulteit gaat over de flamboyante hoogleraar Patrick Hartman, gespeeld door Fedja van Huêt, die (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont. Vanwege zijn machtige positie wordt er echter amper iets tegen gedaan. Pheifer speelt zijn vrouw Karin, die er gaandeweg achter komt hoe haar man verschillende studenten heeft verleid en beschadigd.
De serie heeft een open einde. Wat denk jij, heeft Karin haar man uiteindelijk op straat gezet?
,,Ja, absoluut. Toch? Ik denk het wel. Het is iets anders dan gewoon vreemdgaan. Daar moet je samen een weg in zien te vinden, maar dit is zo publiekelijk aan het licht gekomen. En zo tegen de wil van die vrouwen in. Daar zou ik niet mee kunnen leven. Dat zou mijn huwelijk niet overleven. Maar aan de andere kant, ze hebben wel samen een kind. Tsja, ik weet het niet.”
Rond 2017 is ook een aantal MeToo-schandalen in de theater- en filmwereld aan het licht gekomen. Is er sindsdien veel veranderd in de sector?
,,Ik vind het heel goed dat er intimiteitscoördinatoren zijn gekomen binnen de film- en televisiewereld. Als er vechtscènes zijn, is er altijd een stuntcoach die moet zorgen dat je niet echt een klap krijgt. Dat wordt heel zorgvuldig gerepeteerd en afgesproken. Ik doe dit, dan doe jij dat. Voor seksscènes was dat eigenlijk nooit het geval. Dan stond in het script: ‘Ze zoenen en hebben seks’.”
,,Soms had je een regisseur die heel goed wist wat hij wilde, maar anders moest je het zelf met elkaar maar een beetje uitzoeken. Dat is altijd ongemakkelijk, want je speelt weliswaar een rol, maar je staat daar wel zelf in je nakie met een badjas die uit moet. Voor mannen was het onprettig, omdat ze ook wel eens lichamelijk reageerden op iets wat helemaal niet van hen is, als je begrijpt wat ik bedoel. En daarbij gaat het vaak om heel jonge actrices. Meestal worden vrouwen van 52 niet voor zulke scènes gevraagd.”
Wat doet een intimiteitscoördinator dan precies?
,,Die is erbij en bespreekt voor de opnamedag al met de regisseur wat die precies wil, tot de instelling van de camera aan toe. De coördinator zorgt er ook voor dat er een gesloten set is, dat niet iedereen zomaar kan binnenlopen. Niet dat dat vaak gebeurde hoor, maar toch. En hij of zij bespreekt vooraf met jou en met je tegenspeler heel duidelijk wat je wel en niet wilt.”
,,Vroeger moest je het allemaal maar doen. Ik heb nooit rare dingen meegemaakt, echt niet. Maar ik heb me wel vaak erg ongemakkelijk gevoeld. Misschien heb ik onbewust ook wel gedacht: nou ja, ik doe het maar, want ik wil niet preuts zijn. Ik heb nooit iets echt tegen mijn zin gedaan, maar wat had ik het fijn gevonden als er toen zo iemand was. Dat neemt heel veel ongemakkelijkheid weg en, blijkt nu, dat maakt uiteindelijk veel meer mogelijk. Omdat acteurs zich veiliger voelen, durven ze meer en krijg je mooiere scènes.”
En is er iets veranderd wat betreft machtsposities?
,,Ik denk dat het door maatschappelijke bewegingen als MeToo en Black Lives Matter steeds gewoner is om je uit te spreken op de werkvloer en onwenselijk gedrag aan te kaarten. Maar we blijven mensen, dus we zullen altijd zulk gedrag blijven vertonen. Het hoort er ook een beetje bij. Er zijn altijd eikels op de werkvloer en mensen die te verlegen zijn om er iets van te zeggen. Het is het echte leven, daar moeten we ook niet te moeilijk over doen. Maar ik vind het wel fijn dat mensen zich meer durven uitspreken. En dat je verantwoordelijk kunt worden gehouden voor excessief gedrag.”
,,Ik kan me herinneren dat ik ooit in een voorstelling speelde waarbij iemand tijdens de repetities echt werd gekleineerd, onterecht op zijn plek gezet, door de regisseur. Dat was echt niet oké. We stonden er wel met acht of negen mensen en niemand zei er iets van. We stonden allemaal als kleine kinderen te wachten tot hij uitgeraasd was. Ik weet dat ik het heel oneerlijk vond.”
,,Er was iemand die toen zei: ‘ja, zullen we dan nu maar weer doorgaan met repeteren?’ En dat deden we. Het is eigenlijk een heel menselijke reactie, dat als degene die de leiding heeft zo kwaad wordt, je niet goed weet wat je moet doen. Maar ik denk dat ik, door wat er de laatste jaren is gebeurd, nu wel zou durven zeggen: ‘Sorry, maar dit kan zo niet’. Misschien omdat ik wat ouder ben, maar ook door de publieke bewustwording. Je weet nu dat je van zeker twee of drie collega’s bijval zou krijgen.”
,,Toch denk ik dat zulk gedrag nog steeds veel voorkomt. Ik geloof niet dat we een sprong hebben gemaakt en dat het al voorbij is. Je ziet ook de tegenbeweging: ‘je mag ook niets meer zeggen tegenwoordig’. Maar er is wel degelijk iets veranderd. De positie van vrouwen is nu anders dan honderd jaar geleden. En we verbranden ook geen heksen meer. Maar het gaat in kleine stapjes. Twee vooruit, eentje terug.”
In het kort
Anniek Pheifer werd geboren op 16 oktober 1977 in Assen en groeide op in Veenhuizen. Ze ging in Assen en Groningen naar het voortgezet onderwijs. Op het Zernike College in Groningen volgde ze een vooropleiding theater. Daarna ging ze naar de Theaterschool in Amsterdam. Ze was lange tijd verbonden aan het Nationale Toneel in Amsterdam. Ook speelde ze in diverse films, waaronder Costa!, Zinloos, Wijster, Hartenstrijd, Het Schnitzelparadijs, Het leven is vurrukkulluk, Rocco & Sjuul en Juffrouw Pots. Ze was te zien in verschillende televisieseries, zoals Grijpstra & De Gier, Jiskefet (een van haar favoriete projecten), Penoza en Anoniem. Ook speelde in Het Klokhuis en Toren C. Ze deed ook mee aan diverse tv-programma’s, zoals De Slimste Mens (finale in 2023), Wie is de Mol? (2009) en Waku Waku (2024). Vorig jaar won ze het tweede seizoen van LOL: Last One Laughing. Pheifer ontving in 2006 en 2009 de Guido de Moorprijs voor haar acteerprestaties en in 2015 de Mary Dresselhuys Prijs. Ze woont in Haarlem met haar man, acteur en regisseur René van Zinnicq Bergmann (61), zoons Willem (17) en Douwe (14), hond Kootje (5) en poes Lou (17).