Club van de Week: Fietscrossvereniging Flying Birds in Winschoten. Op de foto onder anderen Jamie Nieboer (links) en Devlin Horst (tweede van rechts). Foto: Huisman Media
Voor de rubriek Club van de Week bezoekt DVHN sportclubs uit Drenthe of Groningen. Deze keer in de schijnwerpers: Fietscrossvereniging Flying Birds uit Winschoten.
Daar staan ze, in de donkere, kille Winschoter avondlucht: vier grote mannen, zo’n 3 meter boven de baan op de fel verlichte startheuvel, met tussen hun benen een fietsje van enkele decimeters hoog. Als trainer Benny van Rulo op zijn eigen commando het starthek laat zakken, scheuren ze naar beneden: taktaktak, de heuvel af, met een sprong over de eerste bult en zo verder.
Bang? Nooit geweest!
De BMX-fietsjes gaan knetterhard en soms slippend door de bocht van de baan van FCV Flying Birds. Na een rondje of wat stopt Jamie Nieboer (16) even bij het bezoek. Of hij wel eens bang is op de baan? „Nee man, nooit geweest ook”, zegt Nieboer. „Als je bang bent, moet je iets anders gaan doen.”
Zijn kompaan Devlin Horst (17) zegt precies hetzelfde. „Ik rij altijd naar de startplek en dan maak ik mijn hoofd leeg en schakel mijn gedachten uit. Dan word ik ook niet bang.”
Jamie Nieboer (links) en Devlin Horst. Foto: Huisman Media
En toch. Na even doorvragen blijkt er voldoende reden om zo nu en dan wel even angstig te zijn op de veredelde kinderfietsjes: zowel Devlin als Jamie is wel eens bewusteloos naar het ziekenhuis gebracht. „Had ie op de baan in Haaksbergen net de drievoudig wereldkampioen zoek gereden”, vertelt Jamie’s vader Jurjen Nieboer, „ging het mis op een bult. Hij viel voorover over zijn stuur.”
‘Op de racefiets beleef ik niks’
Toch was dat geen reden om zoonlief dan maar bij de dam- of volleybalclub aan te melden, zegt Nieboer senior. „Nee man, vind ie niks aan. Dit is zo’n beetje de enige sport die hij leuk vindt.”
Wie denkt dat BMX’ers verwant zijn aan wielrenners, die andere snelle fietsers, die heeft het aardig mis. „Voor de training rij ik vaak op mijn racefiets”, zegt Horst met een grijns. „Maar man, wat is dat saai. Na een uurtje ben ik er altijd helemaal klaar mee. Het enige wat ik dan heb gezien is weg, bomen en weilanden. Maar wat ik beleefd heb op die racefiets? Helemaal niks!”
Nee, BMX-durfals hebben waarschijnlijk eerder gemeenschappelijke genen met motorcrossers. Of zelfs met autocoureurs. Trainer Van Rulo was een autocrosser en het grootste talent van de vereniging was dat als kleine peuter.
Op de crossfiets naar de wereldtop
Want Jesse Elzenga (18), die op de donderdagavond waarop we de training bezoeken verstek moet laten gaan vanwege de verjaardag van vader (en trainer) Jan Elzenga, begon ooit op een kleine motor. „Op een 50cc”, vertelt de topper van de club telefonisch. „Maar nadat een kameraad van mijn vader een zwaar ongeluk had gehad, werd het een crossfiets, haha.”
Jesse Elzenga hangt in de bocht als pumptracker. Eigen foto
Op die crossfiets behoort Elzenga junior inmiddels tot de wereldtop. Althans op het aan BMX verwante pumptrack: op een BMX-fiets knallen over een stuk asfalt. „Op tijd”, vult Elzenga aan. „In de Verenigde Staten is dit al echt een grote sport en het is hier ook erg in opkomst.” Op het WK werd Elzenga dit jaar derde; hij is al viervoudig Nederlands kampioen.
Olympische droom
Elzenga, die in het BMX’en tot de vaderlandse (sub-)top behoort, vliegt de hele wereld over voor zijn sport. Komende maand is hij bijvoorbeeld te bewonderen op het Open Amerikaans kampioenschap pumptrack.
Pumptrack is – nog – niet olympisch, BMX is dat natuurlijk wel. De Drentse Manon Veenstra uit Kerkenveld zette de sport vorig jaar uitstekend op de kaart door in Parijs zilver te winnen.
De talenten van Flying Birds zouden dat ook wel willen, maar het is ook niet zo dat ze hun olympische droom najagen. „Nee, natuurlijk wil ik wel op de Olympische Spelen uitkomen”, zegt Horst, die via zijn dorpsgenoot Elzenga aan het BMX’en verslingerd raakte. „Maar de top van Nederland is echt wel een stukje beter dan ik, ik zal echt nog flink wat stappen moeten zetten. Bovendien: het lijkt erop dat BMX in 2028 voor het laatst olympisch is. Die Spelen komen denk ik net te vroeg voor mij.”
‘Ik moet eerder hopen dat pumptrack olympisch wordt’
Elzenga denkt even na als hem de vraag wordt gesteld. „Natuurlijk kan pumptrack olympisch worden, waarom niet? Maar ook voor mij geldt, net als voor Devlin, dat ik nu nog niet tot de absolute top van Nederland hoor. Ik zit er niet ver vanaf, maar er moet nog wel wat gebeuren. Ik moet eerder hopen op pumptrack, denk ik.”
Trainer Bennie van Rulo geeft les aan de kleintjes. Foto: Huisman Media
Angelique Meijer verwacht niet dat haar zoon Jorn (15) ooit de Spelen haalt, maar dat hoeft ook niet, zegt het bestuurslid van Flying Birds dat alles in de gaten houdt. „Het gaat er natuurlijk vooral om dat de jongens lol hebben, en dat hebben ze op die kleine fietsjes. Maar vergis je niet, van onze 55 leden zijn er ook een paar volwassenen. Die vinden dat scheuren over de baan ook hartstikke leuk.“
Bestuurslid Angelique Meijer van FCV Flying Birds. Foto: Huisman Media
Thrillseekers
Toen zoon Jorn voor de eerste keer viel, had Meijer ook wel even haar twijfels. „Hij klapte voorover, ik schrok me lam. Maar hij stond op, schudde zijn hoofd, pakte zijn fiets en ging verder, haha. Het is ook een bepaald type dat op deze sport afkomt: het zijn thrillseekers.“
Onlangs organiseerde de club het ‘Gronings kampioenschap’, een enorme wedstrijd die, anders dan de naam doet vermoeden, als een open BMX-toernooi geldt met zo’n 400 deelnemers uit binnen - en buitenland. „42 vrijwilligers waren in touw, het was een prachtige dag”, zegt Meijer. „Om Groningen te promoten hadden we 200 eierballen laten maken. Die gingen allemaal op, haha.“
Op rapport
Baan 8
Zo’n 20 jaar geleden aangelegd. FCV Flying Birds moest destijds wijken voor de aanleg van Blauwestad, en verhuisde naar de Bovenburen, pal achter de voetbalvelden van WVV. Daar, omzoomd door bomen, is een fraaie baan aangelegd, met een halfverharde Gralux-toplaag: een kleiachtige substantie die grip geeft. Bij Flying Birds zijn ze er blij mee. ‘Hier komt iedereen graag rijden, zegt trainer Bennie van Rulo.
Kantine 8
Gezellige banken aan de kant, met een luikje waar koffie, fris en snoepgoed én – zo nu en dan dan - eierballen aangeschaft kunnen worden. Een poster met de handtekening van onder meer BMX-ster Niek Kimmann, die zowel wereld- als olympisch kampioen was, hangt pontificaal te pronken.
Sfeer 8
Prima sfeertje: gemoedelijk, vriendschappelijk en niet te vergeten gastvrij.