Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen. Zulks is bij uitstek, zou je denken, van toepassing op de stilte, maar dat blijkt een misvatting.
In samenwerking met het Groninger Forum besteedt het kunstlievende genootschap Pictura deze hele maand aandacht aan het thema ‘Verzoek om stilte’, met exposities, lezingen, een concert en een poëzieavond.
Dat oogt enigszins paradoxaal: een stem geven aan de stilte. De titel van het concert, Música callada (Verzwegen muziek), een uitdrukking die Federico Mompou ontleende aan een gedicht van de Spaanse mysticus San Juan de la Cruz, ‘spreekt’ in dezen boekdelen.
Ervan overtuigd dat absolute stilte niet bestaat, schreef John Cage zijn beruchte compositie 4’33”, waarin men gedurende vier minuten en drieëndertig seconden alleen het gekuch en geschuifel van het publiek hoort, maar de muziek zwijgt. Dat is een heel lange tijd, wat iedereen weet die wel eens heeft deelgenomen aan de jaarlijkse Dodenherdenking.
Radiostilte in Doodstil
(Onheuglijk lang geleden maakte ik met enkele kornuiten voor de toen nog Radio Omroep Noord en Oost (RONO) geheten zender het programma Dorp van de Week, dat oorspronkelijk een gezapige afwisseling van een praatje en een plaatje was, maar in onze handen in volstrekte anarchie ontaardde. Bij het gehucht Doodstil aanbeland, lieten we twee minuten stilte horen, wat veel verontruste telefoontjes van luisteraars opleverde. Na zes afleveringen werd het item geschrapt.)
Natuurlijk bestaat er muziek die zo rustgevend is, dat zij de stilte benadert. Wat ik beschouw als een ware vloek Gods, de zogenaamde minimal music van Steve Reich, Philip Glass en hoe ze verder mogen heten, is niettemin zo populair dat ik er meermaals daags mee geconfronteerd word op NPO Klassiek. Als de grote voorloper van die stijl geldt Eric Satie.
De bekende Satie-vertolker Reinbert de Leeuw leed lange tijd aan ernstige insomnia, waarvoor hij genezing zocht in therapie. Een niet erg oplettende hulpverlener verstrekte hem een cd’tje, bij beluistering waarvan hij ‘geheid in slaap zou vallen’, getiteld Reinbert de Leeuw speelt Satie.
Zonder leuning
Aan één van de eerste stiltemanifestaties in Pictura, de poëzieavond, mocht ik meedoen. De grote zaal in de Groningse Sint Walburgstraat bestaat uit twee tentoonstellingsruimtes, waarvan de bovenste, die met het spreekgestoelte, te bereiken is via een trapje, dat echter om artistieke redenen geen leuning bezit. Dat is eigenaardig als je de gemiddelde leeftijd van de kunstlievende leden in aanmerking neemt.
Ik scharrelde zo goed en zo kwaad als het ging naar boven, wat me de gelegenheid gaf mijn voordracht in te leiden met de opmerking dat het mij met het vorderen der jaren allengs meer moeite kostte de zangberg te bestijgen.
De dichters van dienst was gevraagd een poëem aan het onderwerp te wijden. Hieronder mijn bijdrage: