Er was een moment, toen ik nog niet eens met mijn acteercarrière begonnen was, waarop ik nee zei tegen 20.000 euro.
Dat klinkt misschien onbegrijpelijk, zeker als je bedenkt hoe mijn toenmalige situatie toen was: een studentenkamer bij een kattenvrouw in Amsterdam, een leven van studieleningen, bijbaantjes en dagelijks spaghetti met ketchup.
Na mijn studie psychologie in Groningen was ik naar de hoofdstad verhuisd om mijn droom te volgen: actrice en schrijver worden. Ik had mijn sociale huurwoning, mijn vertrouwde wereld van familie en bekenden, achtergelaten. Mijn bestaan bestond uit een limiet van 12 euro per dag, waarin ik leefde van zo goedkoop mogelijk eten en mijn laatste centen opgingen aan boeken en theaterbezoek, de enige middelen die mij dichter bij mijn ambitie konden brengen. Ik voelde me een buitenstaander in een wereld die vaak elitair en ontoegankelijk aanvoelde.
Armoede die mij wakker hield
Juist in die periode kwam het aanbod: een rol in een commercial voor een grote fastfoodketen. 20.000 euro – bijna gelijk aan mijn opgebouwde studieschuld. Het was de verleiding van financiële verlichting, een sprong uit de armoede die mij zo vaak wakker hield. Toch voelde ik meteen dat deze keuze verder ging dan geld.
Ik sloot mijn ogen en vroeg mezelf af waarom ik hier was. Ik had niet alles opgegeven om een gezicht te worden van snelle marketing. Ik wilde een plek veroveren in de wereld van toneel en literatuur, niet in de wereld van snelle snacks. Als ik deze stap zou zetten, wist ik, zou ik mijn geloofwaardigheid als actrice verliezen nog voor ik begonnen was.
Ik bedankte voor de rol. Daarna volgden weken van twijfel en zelfkritiek. Was ik te principieel geweest? Te streng voor mezelf? Had ik een kans laten liggen? De angst om weer in schaarste te eindigen – eindeloos koopjes jagend, flessen inleverend voor statiegeld.
Totdat ik op een dag door de stad fietste en de posters in de bushokjes zag hangen. Overal dezelfde campagne: een meisje, lachend met een dikke, vette kipkluif in haar hand. Niet ik. Op dat moment voelde ik opluchting, zelfs trots. Ik was mijn lange termijnvisie niet uit het oog verloren, hoe onzeker de uitkomst ook nog was.
Trouw aan jezelf
Wat ik toen nog niet besefte, maar inmiddels heb geleerd, is dat dromen najagen zelden glorieus is. Het is vaak eenzaam werk, vol offers en keuzes die niemand anders begrijpt. Je vraagt je voortdurend af of het de moeite waard is, of je niet beter had kunnen kiezen voor zekerheid. Maar dromen zijn nooit voor niets. Zelfs als ze niet helemaal uitkomen zoals je hoopt, vormen de keuzes die je onderweg maakt je karakter, je blik op de wereld, je vermogen om jezelf serieus te nemen.
In een samenleving die zo vaak snelheid en winst beloont, is het durven volgen van een langzaam, onzeker pad misschien wel de meest radicale daad. Hoe klein je droom ook is, als je hem trouw blijft, win je altijd. En soms, heel soms, fietst die versie van jezelf langs een bushokje en weet dat het goed is geweest om ‘nee’ te zeggen.