Als ik dagen achtereen in mijn appartement in een vervuild Jakarta achter mijn bureau teksten type, vergeet ik wel eens dat ik in een van de prachtigste delen van de wereld leef.
Grote delen van Indonesië bestaan uit plant- en diersoortenrijke oerwouden, gelegen aan oceanen met koraalriffen waar schildpadden, dugongs (zeekoeien met een stompe neus die zeegras grazen) en felgekleurde vissen hun voedsel halen. Ik boekte een verblijf in een eco-resort op het eilandje Bangka, ten noorden van Sulawesi.
Het resort Nomad Divers wordt gerund door een Nederlandse duikinstructeur. Hij houdt het graag kleinschalig, zodat er niet te veel afval is dat hij netjes wil verwerken en de aanvoer van spullen beperkt kan blijven.
Vanaf het mangrovebos, waarvan de bomen met hun hoge wortels in de zee staan, leidde een paadje naar zes houten hutten, die op ruime afstand van elkaar waren gebouwd tussen de hoge bomen van het oerwoud. Twee dames uit het dorp van het eiland kookten met verse lokale groenten de maaltijden.
Alle leven in kwadraat
Om negen uur lag ik al in bed onder mijn klamboe, want dan ging de generator uit en dat moment wilde ik niet missen. Van de ene op de andere seconde viel ik in een andere, letterlijk duistere, wereld. Lampen uit, ventilator stil en door het open raam piepte slechts vaag maanlicht. Onmiddellijk hoorde ik alle leven in kwadraat.
Wat een lawaai maakt de jungle! Ik vond het fantastisch. Majestueuze bomen die met hun dikke kruinen hoog boven je tropische stortbuien opvangen en je overdag beschutten voor de zon, zwiepten en kraakten alsof een lieve lust was. Kikkers kwaakten in turboboostervolume over krekels heen, insecten zoemden luid in allerlei frequenties. Ik hoorde gillende apen, geritsel van slangen, hagedissen, de wind, de zee, de regen, wat een orkest.
Elke avond in de schemering kwam het bijzondere Tarsius-aapje, een soort furbi, op bezoek om hoog in de bomen te jagen op insecten en kleine reptielen. Ik heb hem niet gezien, maar wel gehoord. Ze maken namelijk een hoog piepgeluid als ze met elkaar onenigheid hebben over het jachtgebied. Of als er gevaar dreigt. Als bijvoorbeeld een meterslange python in boom hangt, aldus resorteigenaar Marijn.
Een metersdikke python
Ik weet inmiddels door het maken van reportages over biodiversiteit, dat wilde dieren steeds minder leefgebied hebben. In India vertrappen olifanten akkers, Mumbai werd bezocht door luipaarden en in Indonesië zie je af en toe een bericht dat een oud vrouwtje door een metersdikke python is opgeslokt. Ik stelde mezelf gerust, wellicht ten onrechte, dat ik te groot ben voor een python.
De volgende dag liet de resorteigenaar enthousiast zien dat er veel meer slangensoorten tussen de hutten door glibberen. Ik woon inmiddels zeven jaar in de tropen en heb enkele overlevingskills opgedaan, al weet ik niet of ze allemaal even zinvol zijn. Een daarvan is stampen en geluid maken als je loopt in een gebied waar je slangen kunt verwachten, bijvoorbeeld in hoog gras.
De slang hoort je dan aankomen en zal een andere route kiezen, zo is mij verteld. Het klonk logisch en sindsdien doe ik dat religieus. En daar is nu aan toegevoegd: Als je geen slangenbeet wilt oplopen moet je in de schemering niet met je blote voeten tussen de mangrove takken wandelen. Want dat deed ik natuurlijk.
De schemering is namelijk een magische tijd. Uit alle hoeken en gaten kruipen krabbetjes, hagedissen en knaagdiertjes op zoek naar eten. En als de zon bijna onder is, dalen vogels in groepjes in een boom en kwetteren vol energie hun laatste noten van de dag.
Ik had het geluk dat ik in het gezelschap was van vijf leuke medegasten. Overdag werd gedoken. Bij terugkeer pakten de medegasten hun logboeken. Alle gespotte vissen en koraalleven van die dag werden nauwgezet opgeschreven. Fanatiek werden de eigenschappen van elke soort besproken.
Ik hield het bij snorkelen. Ik zwom elke langs een prachtig koraalrif en zweefde door scholen kleurrijke vissen. Maar aan de randen van het rif was zelfs in deze uithoek van Indonesië de verbleking van het koraal al zichtbaar. Heb ik kunnen genieten van een natuurwereld die er over tien, twintig of vijftig jaar niet meer is?
Ik ben inmiddels weer in mijn appartement in Jakarta. Ik schrijf over autocratische regimes en hoe ze wereldwijd aan invloed winnen. Ze stellen economische groei voorop, met de grootste winsten voor zichzelf. En houden duurzame ecologische oplossingen en systemen waar eerlijke verdeling voorop staan opzettelijk uit beeld.
Hoe moeten we deze trend keren? Het is al moeilijk om geen onderdeel te zijn van het probleem. Ik ging met het vliegtuig van Jakarta naar Manado. Het resort werd niet door een eilander gerund. Had ik niet moeten gaan? De destructieve krachten zijn zo overweldigend, maar ik probeer toch hoop te houden.
Door zoveel mogelijk te doen wat binnen mijn macht ligt en bondgenootschappen te sluiten met mensen die zich ook zorgen maken. In deze regio word ik scherp gehouden door alle mensen die zich - vaak met gevaar voor eigen leven - uitspreken tegen misstanden en met een handjevol medestanders blijven knokken voor rechtvaardigheid en een natuurrijke planeet. Hun verhalen zal ik blijven brengen.
Iedere week hebben we een column van Onze Vrouw/Man, een mediacorrespondent uit een ander continent. Saskia Konniger (Eibergen, 01-11-1974) is sinds 2022 freelance correspondent Zuidoost-Azië voor onder andere NRC , NOS, BNR, De Groene Amsterdammer , VPRO’s Bureau Buitenland . Daarvoor was ze correspondent India.
Ze schreef twee boeken over India en een avonturenroman over China. Ze studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en deed een postdoctorale opleiding radio- en televisie-journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze woont momenteel in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië.