Onlangs schreef ik op deze plaats over een vriend die te horen had gekregen dat hij prostaatkanker heeft en hoezeer het feit van die diagnose hem emotioneel ontredderde.
Ik heb sindsdien zeer regelmatig contact met hem. Of, beter gezegd, hij met mij. En daar ben ik hem, hoe gek misschien ook om het zo te formuleren, dankbaar voor. Want ik heb een bijzondere en bewonderenswaardige verandering zich in hem zien voltrekken.
Die begon met toen hij mij vertelde over het in handen krijgen van twee exemplaren van het boek getiteld Dronken door mijn ziekte (Intoxicated by my illness), geschreven door Anatole Broyard (1920-1990), schrijver en jarenlang literatuurcriticus voor de TheNew York Times. Hij had een exemplaar daarvan ook voor mij meegenomen, want hij wilde dat ik het ook las zodat we in gesprekken over zijn situatie zoveel mogelijk op eenzelfde golflengte zouden zitten.
En ik kan niet anders zeggen dan dat dit een van de meest doordachte of misschien wel het meest doordachte geschrift is over verzoening met een dodelijke ziekte, inderdaad in casus prostaatkanker, dat ik ken. Prachtig geschreven en emotioneel onontkoombaar.
Het is als een enorme elektroshock
Een paar citaten die mijn vriend voor mij eruit heeft gelicht en in een begeleidende brief bij zijn boekgeschenk had gevoegd: Broyard: ‘Als ik naar de toekomst kijk voel ik me als een man die is ontwaakt uit een lange middagslaap om de avond voor zich uitgerold te zien liggen.’ ‘Waar je zou verwachten’, schreef mijn vriend, ‘dat Broyard het bewustzijn van zijn sterfelijkheid deprimerend zou vinden, had de korte tijd die hij mogelijk nog zou hebben juist een inspirerend effect op hem. Het nieuws van zijn kanker vervulde hem met nieuwe energie.’
Broyard: ‘Het is als een enorme elektroshock. Ik voel me getransformeerd, een ander mens. Al mijn oude triviale bekommernissen vallen weg en ik word teruggebracht tot het wezenlijke.’ Mijn vriend: ‘Waarmee hij in feite aangeeft dat zijn ziekte een leverancier van wijsheid voor hem is geworden.’ Of nog sterker gezegd en in zijn eigen woorden: ‘Als wij mensen enig geschenk of wijsheid aan de ervaring van ziekte kunnen ontlenen, dan is het zeker dit: onze waardering van gezond zijn verdiepen en ons doen waarderen wat we hebben, in de wetenschap dat het zo gemakkelijk van ons afgenomen kan worden. Ondanks alle frustraties en irritaties, pijnlijkheden en vernederingen die het met zich mee kan brengen: ziekte is een deel van ons leven dat ons iets waardevols te leren heeft, zelfs als dat iets niet meer is dan ons te laten genieten van gezondheid wanneer we dat hebben of dat bij anderen zien.’
‘Jongen, ga genieten van je gezondheid’
Terwijl ik dit zowel in Broyards boek als in mijn vriends brief las herinnerde ik me opeens weer glashelder wat de huisarts indertijd zei tegen mij als jongere, toen ik aan de betere hand was nadat ik wekenlang heftig ziek - vooral vreselijk overgeven - was geweest als gevolg van geelzucht: „Jongen, ga genieten van je gezondheid.”
Het werd een mantra die ik in latere jaren ook zelf te hulp zou roepen. Maar als ik nu terugkijk, nog altijd te weinig. Ook op die momenten waarop ik besefte of besef, ik heb gezondheid maar niet voor altijd.