Gisteren reed ik met de trein langs een weiland. Het was een zonnige ochtend, een strakblauwe lucht, maar de zon hing nog laag en scheen door een rijtje bomen heen. Naast het weiland, tussen de sloot en de rails waar mijn trein overheen suisde, lag een stuk afhellend gras met honderden knalgele bloemen erop. De bomen filterden het zonlicht, waardoor stroken bloemen in de schaduw lagen en weer andere stroken bloemen in het felle licht. En ik wilde dat jij daar, ademend en wel, tussen die bloemen zou liggen.
Dat is niet waar je lag Viktoria, want jij ligt in een graf. Daarvoor lag je in een zak, een smoezelige Russische lijkenzak, die zonder overleg vooraf bij een uitruil van lichamen aan je thuisland was terugbezorgd. Er hing een briefje aan je scheenbeen, met je achternaam erop, daardoor konden ze jou herkennen. Na inspectie van je lichaam bleek je onder de blauwe plekken te zitten, je had verbrande voetzolen, je tongbeen was gebroken, een zeldzame breuk die op een wurging met veel geweld duidt.
Verlinkt en opgepakt
Ik kende je niet Viktoria, ik lees pas over je nu je al dood bent. Maar door wat ik lees, schaam ik mij dat ik nooit eerder over jouw lot en vooral over jouw werk gehoord heb. Je reisde vanuit jouw thuisland, via Polen, Litouwen en Letland, illegaal Rusland binnen, om vanuit Rusland de oversteek te maken naar het bezette gedeelte van jouw land. Je wilde stiekem een reportage maken over de locaties waar jouw landgenoten gemarteld worden, kelders en schuurtjes en kippenhokken zelfs, maar voordat je je werk kon doen werd je verlinkt en opgepakt. Gedrogeerd en afgevoerd.
Dat was in augustus 2023, wat volgde was een tocht langs minstens twee geheime martellocaties in bezet gebied, en een tot grootschalig krijgsgevangenencomplex omgebouwde jeugdgevangenis in de Russische stad Taganrog.
Taganrog klinkt als een dodenstad uit een boek van Tolkien, maar in het echt is het veel erger. Je werd er vol drugs gespoten, je werd er met een zweep bewerkt. Je werd er meerdere keren bijna verdronken, je werd er met een mes gestoken, je kreeg er elektrische schokken toegediend. Je werd er uitgehongerd, totdat je nog maar 30 kilo woog en je je hoofd niet meer zelf van je kussen kon tillen.
En toen je eindelijk, na maanden gevangenschap, geruild zou worden, werd je er vermoord. Waarschijnlijk gewurgd, hoewel het ook iets anders kan zijn geweest, omdat je bij thuiskomst meerdere organen en je ogen bleek te missen. Je werd 27 jaar oud.
Verdriet en woede
Gisteren reed ik met de trein langs een weiland, zondag ben ik twee minuten stil. In de eerste van die twee minuten zal ik verdrietig denken aan de mensen, collega’s van jou maar ook anderen, die net als jij voor de vrijheid hun leven lieten.
Maar de tweede minuut ruim ik in voor woede. Woede omdat we van de gruweldaden waar ik in die eerste minuut aan dacht blijkbaar nog steeds niets hebben geleerd. Er worden nog steeds op te veel plekken ter wereld jonge mensen met een hart voor de goede zaak vermoord in opdracht van zetbazen zonder hart. En op te veel plekken ter wereld halen andere zetbazen hun schouders daarover op. Ze stappen zonder scrupules, met een uitgestoken ‘bemiddelende’ hand, over jouw lijkzak heen.