Afgelopen dinsdag stond er in NRC een zoveelste artikel over wantoestanden binnen het studentencorps. Dit keer ging het om USC, uit Utrecht.
Dit soort artikelen lezen altijd hetzelfde: een lange opsomming gruwelijkheden waar je oren van klapperen. Het artikel sprak over het seksueel traumatiseren van een huisgenoot, het opstellen van een bangalijst met kwalificaties als ‘kankerdom’ en ‘moet snel even geneukt worden’, trots in de almanak vermeld flagrant racisme (‘ik heb vandaag expres een klein Marokkaans meisje laten struikelen’) en het seksueel molesteren van een Texels schaap. Als NRC zich niet had beperkt tot de Utrechtse vereniging, had de lijst aangevuld kunnen worden met poepen op het balkon van een hotel (het Groningse Vindicat), en een taakstraf voor een wurging op een Halloweenfeest (Minerva Leiden). Dit zijn alleen nog maar voorvallen die dit jaar de krant haalden, als je verder teruggaat groeit de lijst met verkrachtingen, mishandelingen, een toespraak over ‘sperma-emmers’, het onderpissen van sushi-restaurants en zelfs sterfgevallen tijdens ontgroeningen.
Er zijn clubhuizen waarbinnen de misdrijven verdekt kunnen plaatsvinden
Maar wordt een organisatie waar zulk gedrag schering en inslag is verboden? Nee, er wordt wat geharreward met universiteitssubsidies, het corps mag een tijdje niet op officiële feestjes komen en daarmee is de kous elke keer af.
Terwijl, als het corps een motorclub was geweest, dan was die allang illegaal. Een criminele organisatie is volgens het strafrecht een groep mensen die samenwerkt met het oogmerk misdrijven te plegen. Die omschrijving past precies! Er is een zwijgplicht, een omerta binnen het corps, met als doel misstanden tijdig te kunnen verdoezelen. Er zijn clubhuizen waarbinnen de misdrijven verdekt kunnen plaatsvinden. En het belangrijkste: er is een cultuur waarbinnen misdadig gedrag wordt aangemoedigd. Over het opstellen van bangalijsten (hartstikke strafbaar) valt in het NRC-artikel te lezen dat het een verplichting was voor de eerstejaars. De verplichting om, op straffe van uitsluiting, een misdaad te plegen. Een duidelijker kenmerk van een criminele organisatie kan ik niet verzinnen.
Aan zulke oud-leden zou ik willen vragen: waarom doet u dat nog?
Toch is er geen officier van justitie die tegen de hele vereniging durft te procederen. Toch is er geen rechter die zegt: „Tot hier en niet meer.” Waarom niet? Omdat elke keer dat het corps in het gedrang komt er een machtig oud-lid opduikt, dat (bijvoorbeeld met financiële steun of peperdure advocaten) voor de vereniging in de bres springt.
Aan zulke oud-leden zou ik willen vragen: waarom doet u dat nog? Is het omdat u bij het corps vrienden voor het leven maakte? Want ik kan u verzekeren, ik heb ook vrienden voor het leven, en die heb ik zonder hulp van welke club dan ook gemaakt. Is het omdat u vindt dat het corps ook goede kanten heeft en dat daar de nadruk op moet liggen? Leuk bedacht, de maffia geeft ook voedselpakketten aan de armen, maar dat maakt ze nog niet lief. Of is het omdat uw oude studentenclub een romantische heimwee bij u oproept? Want dat gevoel is vals. Uw geliefde studentenvereniging is tegenwoordig een groep 18-jarigen die in een ondergekotst pand zichzelf in coma snuift en zuipt. 18-jarigen die elkaar de hersens inslaan, die verkrachten en vernielen. Wilt u daarbij horen? Past zulk gedrag bij uw eigen studententijd? Zo ja, dan zult u daar de zure vruchten van moeten plukken. Dan loopt u voortaan in een leren motorhesje, met emblemen van pis, sperma-emmer, een Texels schaap.