De afgelopen Tweede Kamerverkiezingen stemden 2,5 miljoen mensen op de PVV, en nee, dat was niet omdat de buslijn langs hun huis werd opgeheven.
In een column vlak na de verkiezingen heb ik de PVV-stemmer gevraagd mij te schrijven waarom ze PVV stemden. Daar kwam dit beeld uit: die 2,5 miljoen mensen stemden op een xenofobe , extreemrechtse partij omdat ze xenofobe, extreemrechtse denkbeelden koesterden en die denkbeelden graag vertolkt wilden zien in de Tweede Kamer. Alleen, zo schreven mij bijna alle brievenschrijvers, hadden ze grote moeite met het woord extreemrechts. ‘Ik ben rechts, maar niet extreem. Ik heb niets tegen buitenlanders, ik vind alleen dat het te ver gaat met de migratie in dit land.’
Ik moet toegeven, er marcheren inderdaad geen 2,5 miljoen skinheads door Nederland. De PVV-stemmer lijkt verdacht veel op de normale man in de straat. Maar je kunt hoog of laag springen: vijf goedbedoelende vrijwilligers, die zich jarenlang hebben ingespannen om mensen te leren lezen, een lintje weigeren omdat het zogenaamd de aanzuigende werking van Nederland zou verminderen, dat is toch behoorlijk extreem.
Excuses kent ze niet
Marjolein Faber is een extremist. Het maakt haar niet uit hoe de feiten liggen, het maakt haar niet uit dat ze de eenheid van kabinetsbeleid schaadt of het parlement schoffeert. Het maakt haar niet uit of ze onaardig, gemeen, koud of zelfs onmenselijk gevonden wordt: hoe zij wil dat het gebeurt, zo gaat het ook gebeuren. Excuses kent ze niet, voortschrijdend inzicht ook niet, ze is een vrouw uit één stuk en dat stuk is helaas een inktzwart brok vreemdelingenhaat.
Aan de 2,5 miljoen PVV-stemmers die zich niet extreem willen noemen zou ik willen vragen: is een club waar zo’n extremist een leidende figuur is, nou echt een club waar jij jijzelf bij ziet horen?
Xenofoben kunnen haten, maar evengoed liefhebben
Want ja, 2,5 miljoen Nederlandse kiezers hebben xenofobe denkbeelden en ja, die denkbeelden zijn extreemrechts. Alleen die 2,5 miljoen mensen hebben, in tegenstelling tot minister Faber, naast hun xenofobe kanten ook nog andere kanten. Ze zijn pluriform: ze zijn misschien rabiaat tegen een asielzoekerscentrum in hun straat, maar als er een leerling van de basisschool van hun kinderen uitgezet dreigt te worden, gaan ze tóch de straat op. Ze kunnen haten, maar evengoed liefhebben en zorgzaam zijn. Normale mensen hebben zowel hardvochtigheid als mededogen, zowel fatsoen als onfatsoen in hun bast. Aan de politiek de schone taak de mensen te verleiden één van die twee kanten te laten prevaleren in hun stemgedrag.
En het is verleidelijk om te zeggen: Marjolein Faber is een extremist, dus iedereen die op haar heeft gestemd is een extremist en met extremisten praat ik niet. Maar zoals ik al eerder zei: er marcheren geen 2,5 miljoen skinheads door Nederland. Tussen de 2,5 miljoen PVV-stemmers moeten mensen zitten die bijvoorbeeld in 2010 op de dertig zetels winnende Job Cohen hebben gestemd. Tussen die 2,5 miljoen zitten mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 het linkse blok aan 67 zetels hielpen, en het extreemrechtse blok slechts aan negen. Toen lieten die mensen wel hun sociale, zo u wilt linkse, kant hun stemgedrag bepalen. Als dat toen kon, kan dat nu weer. Ze moeten er alleen toe overtuigd worden.
Hoe dan? Heel simpel. Die mensen een spiegel voorhouden, met daarnaast het kleinzielige pestkoppengedrag van minister Faber, lijkt mij een uitgelezen kans daartoe.