Je zult maar een Irakees zijn. Een simpele boerenzoon die zijn land de afgelopen 20 jaar op een afschuwelijke wijze naar de ratsmodee zag gaan.
Bermbommen, strijdende splintergroepen, zelfmoordenaars met bommen aan hun lijf, gaten in het asfalt, gaten in je hart. Waarom? Omdat een stel Amerikanen besloot ‘democratie’ naar je land te brengen. Je geloofde daar nooit iets van, weinigen hebben daar ooit iets van geloofd, maar ergens hield je er toch aan vast dat het merendeel van het Amerikaanse volk zelf wél in die reden geloofde. Hoe kijk je dan als Irakees naar een Amerikaanse president die doodgemoedereerd democratische waardes verkwanselt, hoe verteer je dat er amper een Amerikaanse haan naar kraait?
Je hebt de protestliederen gehoord
Je zult maar een Vietnamees zijn, een jongen met maar één been. Dat andere been ben je verloren toen je op een achtergebleven landmijn stapte. Je bent niet de enige in je dorp met maar één been, er zijn nog drie jongens als jij. Allemaal stapten ze op een mijn die het Amerikaanse leger daar ooit legde, en allemaal geloofden jullie nooit dat de Amerikanen daar met nobele bedoelingen waren, en allemaal weten jullie dat de Amerikaanse jongens die die mijnen legden daar ook niet in geloofden. Je hebt de protestliederen van Dylan en Hendrix heus ook wel eens gehoord, je haalde er een heel klein beetje bittere troost uit omdat je jezelf voorhield dat ook in Amerika de goeden uiteindelijk in de meerderheid waren. Maar waar is dat protest gebleven? Hoe voorkom je dat je cynisch wordt, als je bij een, met despoten onderhandelende, Amerikaanse president, geen protestliederen maar een oorverdovende stilte hoort?
Je zult maar zijn moeder zijn
Je zult maar een zus in een Russisch gevangenkamp hebben, die daar zit omdat zij een leeg A4’tje in de lucht hield bij een anti-oorlogsprotest. Je zult maar een neef hebben die met brede striemen op zijn rug terugkwam. Je zult maar de weduwe van Alexei Navalny zijn. Zijn moeder zijn. Je zult maar de hoop hebben gehad dat het dictatoriale juk waaronder je leeft toch ooit verlicht zou worden. Omdat het goede altijd zegeviert, toch?
In wezen is er weinig veranderd in de wereld. Schoften waren er altijd al en al veel vaker waren die schoften Amerikaanse presidenten. Maar de verandering is deze: waar de schoften eerder probeerden hun schoftenstreken te maskeren met holle praatjes vol goede bedoelingen, voelen ze blijkbaar nu niet eens meer de noodzaak daartoe. Openlijk sluit de Amerikaanse president dealtjes met dictators, openlijk zegt hij dat figuren met liters bloed aan hun handen zijn vrienden zijn, volwaardige zakenpartners zijn. En gaan de Amerikanen en masse de straat op bij zo’n gebrek aan (in ieder geval een façade van) moreel streven? Nee, blijkbaar vinden ze het wel best. Hoe moet je daar, als rest van de wereld, niet cynisch van worden?
Cynisme is de grondhouding
Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Het enige wat ik weet, is dat dat niet cynisch worden toch echt moet. Misschien geldt dat niet voor die Vietnamees of die Irakees of die eenzame goede Rus die nog over is, maar wij moeten dat wel. Omdat cynisme de grondhouding is dat al het handelen van alle mensen bij voorbaat al te wantrouwen is. Terwijl voor democratie juist het grondidee nodig is dat de mensheid in essentie tot het goede is geneigd.
En zonder democratie geen vrede. Of in ieder geval geen vrede zonder pijn.