Toekomstige bewoners van de flexwoningen in Assen werden tijdens de raadsvergadering op 4 april door enkele bewoners van de wijk Kloosterveen weggezet als tweederangs burgers. De gemeenteraad liet het gebeuren.
Raadslid Omar Saleh Omar van de PvdA in Assen vluchtte in 2000 met zijn familie van Somalië naar Nederland. Hij verbleef jarenlang als statushouder in het asielzoekerscentrum in Winsum en woont inmiddels alweer vele jaren in Assen. Op 4 april stapte hij teleurgesteld en gefrustreerd op bij de raadsvergadering, toen er werd gediscussieerd over het flexwonenproject aan de Groene Dijk. Hij ving geluiden op die hem diep raakten.
Aan de Groene Dijk in Assen komen 150 flexwoningen voor doelgroepen die maar moeilijk slagen op de woningmarkt, zoals statushouders, jongeren of gescheiden mensen die met spoed op zoek zijn naar een nieuwe plek. Deze groepen kunnen in het flexwonenproject enkele jaren een woning van woningcorporatie Actium huren, om uiteindelijk door te stromen naar de reguliere woningmarkt.
Vanuit de buurt Kloosterlanen kwam kritiek op het plan. Dit buurtje in de wijk Kloosterveen ligt ruim een halve kilometer van het planproject en werd door de gemeente niet aangemerkt als omwonend, maar bombardeerde zichzelf wel tot omwonend – en dus belanghebbend. Bewoners lieten in hun bezorgde pleidooien hun onderbuikgevoelens de vrije loop. Vooroordelen vlogen door de raadszaal over de toekomstige bewoners aan de Groene Dijk, een angst mede ingegeven door de huisvesting van statushouders.
„Hoe wordt omgegaan met een deel van de mensen dat geen werk heeft en hier komt te wonen? Hoe wordt met deze mensen gezorgd voor een juiste re-integratie om hierbij mismatch, verpaupering en overige onveilige situaties te voorkomen?”, vroeg één de insprekers zich af. De inwoner schetste een ontstellend negatief mensbeeld, waarbij hij er automatisch van uitging dat de genoemde doelgroepen overlast en onveilige situaties veroorzaken.
Olifant in de kamer
Een andere inspreker zei dat het naïef is om te denken dat de toekomstige bewoners zich houden aan de lokale leefregels. Weer iemand anders zei te vrezen voor de veiligheid van haar kinderen. Deze geluiden werden versterkt door hard applaus vanaf de publieke tribune.
Achteraf zeggen veel raadsleden dat ze zich niet senang voelden bij dit geluid. Maar op het moment suprême werd de insprekers geen strobreed in de weg gelegd. En zo gebeurde het dat op 4 april in het hart van de democratie hele bevolkingsgroepen over één kam werden geschoren. Niemand durfde de olifant in de raadszaal te benoemen,namelijk de discriminatie van anderen en de angst voor mensen die een ander leven leiden.
Omar vertrok gedesillusioneerd
Het bleef nagenoeg stil, op kritische speldenprikjes van Cindy Vorselman (PvdA) en Tjerk Medemblik (ChristenUnie) na. Omar kon het op een gegeven moment niet meer aanhoren en vertrok gedesillusioneerd uit het stadhuis. „Er ontstond een sfeer waardoor in mijn ogen een gezond gesprek niet meer mogelijk was”, vertelt hij.
Een burger die gebruik maakt van zijn spreekrecht, mag woorden geven aan zijn of haar gevoelens, hoe boud de teksten soms ook zijn. Maar in een gezonde democratie moeten abjecte teksten van repliek gediend worden. Dat is niet gebeurd en daardoor zijn de namen van de toekomstige bewoners van de flexwoningen aan de Groene Dijk bij voorbaat besmeurd.