De camping in Ommen is volgeboekt met mensen die met hun hond het vuurwerk ontvluchten. Foto: ANP/Vincent Jannink
Voor dieren zijn De Donkere Dagen duivelse tijden van angst. Een verbod ten spijt begint het vuurwerkknallen al in oktober, om in de nacht van oud & nieuw een oorverdovend hoogtepunt te bereiken, tot wanhoop van hond en kat. Onze verslaggever zoekt met zijn angstige viervoeter – een Gooise kakker met Grieks bloed – naar wegen om het leed te verzachten.
Het baasje blaast adem in een broodzakje van plastic en geeft er een klap op. Het knalletje wordt door de hond op de bank begroet met een blik vol minachting: wat doe jíj nou raar...?
’Ze ziet wat je doet, sukkel’, zegt de vrouw des huizes. ’Zo heeft het geen zin.’ Een tweede poging dus maar. Valt niet mee om achter je rug een plastic broodzakje kapot te slaan. De hond kijkt de stukjesschrijver meewarig aan. Zal de andere van internet geplukte tip om het huisdier alvast te laten wennen aan de komende knaltijd beter gaan werken? Digitale vuurwerkgeluiden. Het baasje zet het volume van zijn laptop op standje goed hoorbaar en schuift het apparaat achteloos in een hoek. De hond spitst even haar oren, zo te zien niet bijster onder de indruk: dit is toch gewoon het kastje waar jij altijd mee zit te spelen?
Adoptiehond
Experts hadden het al gezegd: buitenlandse (adoptie)hondjes zijn gemiddeld angstiger, maar ook slimmer dan hun Nederlandse soortgenoten. Banger omdat ze al bij de geboorte op straat de angst bij hun moeder hebben gevoeld, slimmer omdat ze moesten zien te overleven. Inmiddels is de dame in kwestie verworden van Grieks vuilnisbakkie tot – schaamteloos verwende – Gooische kakker, maar de angst is gebleven. Bang voor rolschaatsende kinderen, koeien, ganzen verjagende knallen en vooral voor vuurwerk, de hel voor bijna alle dieren en zeker voor viervoeters met een schrikachtige inborst.
Twee keer op rij heeft haar baasje zich geradbraakt door nieuwjaarsdag geworsteld en dat had niks te maken met overmatig alcoholgebruik de avond ervoor, maar alles met overnachtingen op een te korte en te smalle bank met twee harige poten priemend in de buikstreek, om de paniek van het beestje nog enigszins weg te kunnen nemen tijdens die duivelse nacht van ontploffingen en lichtexplosies. Je gunt zo’n dier een prettiger begin van het jaar en dus wordt het – mede uit naam van al die schattige kwispelende lotgenoten – tijd voor een zoektocht naar oplossingen.
De missie begint in Amersfoort bij de Dierenbescherming, waar woordvoerder Niels Kalkman uit ervaring spreekt. Hij en zijn vriendin hadden een Amerikaanse Eskimohond; heerlijk beestje, maar vooral ook een paniekaanval op pootjes. Zodra de dagen korter werden, klonk er de hele dag muziek in het huis, zodat zij minder last zou hebben van de knallen buiten. Zo vaak mogelijk verlieten ze bij toerbeurt hun woning, waardoor er altijd iemand thuis was, bij de hond.
Kalkman werd de clichématige boze buurman, als er in de straat weer eens maanden voor oud & nieuw vuurwerk werd afgestoken. Niet verstandig. Het leverde hem stress op en het beestje nog meer. Op zoek naar stilte weken ze, zoals zo veel landgenoten, uit naar vuurwerkvrije vakantieparken op de Veluwe en in Friesland, maar in de nabij gelegen dorpen werd volle bak geknald en in de weilanden zelfs met carbid geschoten. Dus werden het uitstapjes naar Luxemburg, België en Duitsland.
Vuurwerk traumatische kwelling
De Amerikaanse Eskimo stierf en inmiddels hebben Kalkman en zijn vriendin een ’makkelijke’ labrador, bij wie je als het ware rotjes in de mand kunt gooien zonder dat hij in paniek raakt. Namens de Dierenbescherming maakt Kalkman zich nu sterk voor al die andere honderdduizenden dieren voor wie vuurwerk wél een traumatische kwelling is.
„Ik heb mensen gesproken die op oudejaarsavond met hun hond in de auto tot halverwege de Afsluitdijk reden; op dat moment de stilste plek van Nederland. Dieren kun je niet duidelijk maken: die herrie duurt maar even. Maar met voldoende afleiding – opdrachten en spelletjes voor de hond – kom je zo’n avond en nacht wel door.”
Het grootste probleem is volgens Kalkman het geknal in de – veel te lange – periode ervoor. „In oktober begint de ellende al. Er geldt tot net voor de jaarwisseling een vuurwerkverbod, maar van handhaven is geen sprake en daardoor lijkt het in dit land wekenlang op een oorlogsgebied. Vaak zeggen vuurwerk afstekende mensen ’we houden echt wel rekening met beesten’, maar ze realiseren zich niet dat achter iedere voordeur een doodsbang dier kan zitten. Wij doen er als Dierenbescherming met vijf lobbyisten voor dierenwelzijn alles aan om de situatie te verbeteren, maar de politiek werkt niet echt mee. Daarom moeten we vooralsnog blijven proberen om die knaltijd zo positief mogelijk door te komen.”
Dat wordt dus driftig blijven speuren naar het juiste spoor voor de Gooise kakker van Griekse komaf. Er worden voor een paar tientjes onlinecursussen aangeboden, met vuurwerkgeluiden om mee te trainen. En met mega-hersenwerkdozen – vrij vertaald: spelletjespakketten – om zelf in elkaar te knutselen, maar daar krijg je wel een héél erg pitrietcursusgevoel van.
Op naar een gedegen aanpak dan maar. In Boesingheliede aankloppen bij Anniek Winters, één van ’s lands meest gerenommeerde honden- en baasjesopvoeders, schrijfster van (instructie)boeken, eigenaar van een academie en – nog even, ze heeft het verkocht – uitbater van een hondendagverblijf. De eerste die door haar wordt gecorrigeerd is niet de hond, maar het baasje, de stukjesschrijver.
„… dan kijkt ze me aan en denkt ze...”, zegt hij in een poging om de hondenpsycholoog uit te hangen.
„Oh”, onderbreekt Anniek Winters hem, „jij weet dus wat de hond denkt…”
„Dat is het probleem”, vervolgt Winters. „Er is gelukkig veel meer aandacht voor het welzijn dan vroeger, maar we zijn doorgeslagen in de vermenselijking van de hond. Zo’n dier heeft zijn of haar eigen waarheid. Honden zitten simpel in elkaar, mijn werk wordt pas ingewikkeld door de psyche van de mens. Hondenpsychologie begint bij de baasjes. De hond vertelt met zijn gedrag vaak waar de mens in tekortschiet.”
Stoorzender
Vuurwerkellende is in dat samenspel een luidruchtige stoorzender. Je kunt er in september niet al mee gaan trainen; de hondenbezitter is als de Nederlandse militair die vanwege kostenbesparing geen munitie krijgt en tijdens oefeningen pang pang moet roepen. Winters: „Daarom is het toch verstandig om in huis op gezette tijden vuurwerkgeluiden te laten horen. Mensen zeggen vaak tegen mij: ’Ik ben ermee gestopt, want de hond reageert er niet meer op.’ Juist dán moet je doorgaan. Zodat – als er echt vuurwerk wordt afgestoken – de geluiden van buiten worden vermengd met de vertrouwde geluiden van binnen. Niemand zet op oudejaarsavond een cd op met vuurwerkgeluiden. Het is verstandig om dat wel te doen.”
Van rustgevende pasta’s of medicijnen ten tijde van knalpaniek is Winters geen voorstander. „Ligt het dier half in coma en krijgt het wel alles mee. Daar wordt het nog angstiger van. Er zijn mensen die op oudejaarsavond zweren bij een advocaatje voor de hond. Schijnt te kunnen helpen, maar het is niet mijn advies.” Veel beter is het volgens haar om samen met de hond voor afleiding te zorgen. Niet samen zielig zijn over al dat lawaai, maar de mens die het dier taken geeft. „Een hond is gemaakt om samen te werken; dat is alles waarvoor hij leeft. Hij heeft sturing nodig.”
Sturing geven
We lopen naar de velden van de dagopvang waar honderd koppen, groot en klein, ons aankijken. Een surrealistisch beeld: zoveel honden bij elkaar en niet één die blaft. „Dat bedoel ik dus met sturing geven”, zegt Winters. Ze geeft het telefoonnummer van hondengedragscentrum AW. „Met een consult van twee uur kan jouw Griek een stuk minder angstig worden.”
De volgende dag al staat deskundige Karin voor de deur. Ze heeft het bedrijf van Anniek Winters in Boesingheliede mee opgebouwd, werkt nu voor Hondengedragscentrum in Heteren. Ze observeert enige tijd mens en dier en opent net als Winters met een terechtwijzing voor – auw – het baasje. „Jullie hond straalt uit dat ze te veel verantwoordelijkheid moet dragen in dit huis. Ze heeft te veel vrijheid en krijgt daardoor het gevoel dat ze alles moet regelen. Dat kan angstig maken. Duidelijke regels zijn noodzakelijk. Consequent zijn. Zij is volger, niet leider.”
Verstopte snoepjes
Karin doet de hond aan de lijn, loopt naast haar door de kamer, er komt geen enkele spanning op het riempje. „Dit is het beste als ze in paniek schiet door vuurwerk. Met haar aangelijnd door het huis lopen. Beweging ontspant honden. Als de paniek voorbij is, kun je haar afleiden door opdrachten te geven. In een deken of in een dichtgevouwen lege toiletrol verstopte snoepjes zoeken. Ga in de mand liggen is ook een opdracht.”
We gaan naar buiten. Toevallig stappen gelijktijdig een paar huizen verderop twee agressieve bijtertjes, waar de Griek als de dood voor is, de deur uit. „Daar gaan we heen”, zegt Karin. De hond loopt rustig naast haar en een meter voor Duo Bijtgraag stapt Karin voor de Griek, die laconiek blijft kijken. „Ze voelt zich beschermd, niks aan de hand.”
Een week en de nodige oefeningen later kan voorzichtig een eerste balans worden opgemaakt. De hond loopt meer dan ooit ontspannen aan de lijn. Los op de hei, in het bos, binnen, ze lijkt al minder angstig. Nu nog samen die vreselijke knaltijd zien door te komen.