Boeren op Schiermonnikoog maken weiland minder aantrekkelijk voor ganzen en worden zo vogelvriendelijk. 'Ganzen concurreren met weidevogels'

Door het nemen van deze weidevogelvriendelijke maatregelen en wat de boeren al deden mogen ze sinds deze week het door Vogelbescherming Nederland uitgereikte keurmerk ‘vogelvriendelijke zuivel’ voeren.

,,Daar zijn wij heel trots op. Dat het niet wij van WC-eend zijn die dit roepen, maar dat dit nu onafhankelijk is erkend”, zegt manager Arjen Boekhold van de Zuivelcoöperatie Schiermonnikoog. ,,Jaar op jaar zetten we dit door. Elk jaar weer nemen we vogelvriendelijke maatregelen.”

Wat vogelvriendelijkheid betreft is er sprake van een schijnbare tegenstelling. De maatregelen zijn namelijk minder vriendelijk voor ganzen. ,,Ganzen concurreren met weidevogels”, zegt Boekhold. Op Schiermonnikoog maaien de boeren pas vanaf half juni. De schade wordt deels vergoed door de provincie, bevestigt Boekhold.

Het eiland is een foerageergebied van winterganzen en tot in mei zijn er duizenden brandganzen, rotganzen en soms zeldzame roodhalsganzen, meldt Vogelbescherming Nederland. Het graasgedrag van die ganzen leidt echter tot kale vlakten, waarin weidevogelkuikens weinig schuilmogelijkheden vinden.

Vogelbescherming Nederland heeft niet alleen een keurmerk uitgereikt, maar is ook een samenwerking begonnen met de zuivelcoöperatie. Dat houdt in dat ze de boeren informatie geven en begeleiding. Vooral de grutto en de tureluur moeten profiteren van meer mogelijkheden voor voedsel, rust en bescherming. Bovendien worden de boeren financieel gecompenseerd, zegt Boekhold. ,,Daar bovenop maken de boeren zelf ook kosten. Dat proberen ze terug te verdienen met de verkoop van vogelvriendelijke kazen van het merk Van Schier.”

In de zuivelcoöperatie zitten vijf van de zeven boeren van Schiermonnikoog. ,,Maar alle boeren doen wel mee aan deze samenwerking”, zegt Boekhold. De wens is de vogelvriendelijke kaas ooit op Schiermonnikoog te maken. Door complexe regelgeving is dat nog niet gelukt. De kaas wordt nu dus nog op het vasteland gemaakt, vooral in de kop van Noord-Holland.