Minister Christianne van der Wal in Friesland. Foto: Jilmer Postma
De betrokken ministeries en andere overheden nemen de zorgen van Unesco over de bescherming van de uitzonderlijke universele waarde van het Werelderfgoed Waddenzee ‘uiterst serieus’. Tegelijk zijn er zorgen over de leefbaarheid.
Dat schrijft demissionair minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof aan de Tweede Kamer. Zij schrijft dat naar aanleiding van een concept-reactie op Unesco (zie kader), dat een update verlangde van Nederland, Duitsland en Denemarken over de ‘staat van instandhouding’ van de Waddenzee. De werelderfgoedorganisatie maakt zich ‘ernstig zorgen’ over alle verstorende activiteiten in het getijdengebied.
De Waddenzee is het enige natuurlijke werelderfgoed in Nederland. Wereldwijd zijn er 227, waaronder de Serengeti-savanne in Tanzania, de Grand Canyon in de Verenigde Staten en het Great Barrier Reef in Australië. Er zijn maar drie sites ooit van de Unesco Werelderfgoedlijst gehaald en als je de status eenmaal verloren hebt, krijg je die nooit meer terug. Zoiets zou het imago van Nederland internationaal schaden, schrijft Van der Wal aan de Tweede Kamer.
Zover is het nog niet. De Waddenzee staat ook nog niet tussen de 56 natuurlijke werelderfgoederen die ‘in gevaar’ zijn. Maar een eerste stap in die richting is afgelopen september op de jaarvergadering van Unesco wel gezet.
Aanvullende regels
Tegelijk zijn er zorgen over de mogelijke impact van de adviezen van Unesco op de economische activiteiten en leefbaarheid in het Waddengebied. In 2007 is met verschillende partijen afgesproken dat de status van Unesco Werelderfgoed niet zal leiden tot aanvullende regels, brengt Van der Wal in herinnering. Dat botst met het ‘beter zorgdragen’ voor de instandhouding van de uitzonderlijke universele waarde van de Waddenzee.
Buitendijkse kwelder bij Holwert. Foto: Rens Hooyenga
De Waddenzee van Den Helder tot aan het Deense Esbjerg kreeg in 2009 de werelderfgoedstatus. Mede vanwege angst voor aanvullende regelgeving bleven de Waddeneilanden en de Waddenkust - anders dan vaak gesuggereerd - buiten die beschermde status. Van der Wal wijst er in haar brief bijvoorbeeld expliciet op dat nieuwe boringen naar gas en olie buiten het werelderfgoedgebied zijn toegestaan, mits dat erfgoedgebied niet wordt aangetast. Boven Schiermonnikoog en Terschelling liggen in de Noordzee gasvelden die in ontwikkeling zijn voor nieuwe gaswinning.
Gasveld Ternaard
Unesco maakt zich onder meer zorgen over de gevolgen van nieuwe gaswinning vanaf Ternaard. Van der Wal wijst er bij herhaling op dat de Waddenzee de erfgoedstatus destijds verkreeg inclusief alle gaswinning die al plaatsvindt onder de Nederlandse Waddenzee. Aan nieuwe winningen werkt de Nederlandse overheid niet meer mee, maar een project vanaf Ternaard kan nog wel worden vergund. Van der Wal geeft aan dat het gasveld Ternaard al sinds 1969 binnen een bestaande winningsvergunning ligt.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij poogt sinds 2015 het veld Ternaard daadwerkelijk te exploiteren. Het verkrijgen van een definitieve winningsvergunning hangt de laatste jaren vooral af van de natuurvergunning die de NAM nog nodig heeft. De Raad van State gelastte ruim een week geleden dat het Rijk voor 1 april hierover eindelijk een besluit moet nemen, na een ingebrekestelling door de NAM.
Van der Wal belooft verder dat er meer aandacht komt voor de gevolgen van de cumulatieve druk (oftewel de opgetelde druk) van alle activiteiten en grote uitdagingen in het Waddengebied, zoals de aanlanding van elektriciteit (het leggen van kabels tussen windparken op de Noordzee en het vasteland), duurzame bereikbaarheid (de veerboot) en visserij. Dit wordt geregeld in een nieuw beleidskader Natuur Waddenzee. Ze vindt het echter ‘niet wenselijk’ om besluitvorming te vertragen door vergunningaanvragen voorlopig niet meer in behandeling te nemen.
Natuurbeschermingsorganisaties hadden meer verwacht van de reactie. Ze zijn lichtelijk teleurgesteld.
Zo zit dat
Natuurminister Christianne van der Wal reageert richting Unesco namens het Bestuurlijk Overleg Waddengebied. In dit overleg zijn vertegenwoordigd de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, de Waddenprovincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland, de kust- en eilandgemeenten, de aangrenzende waterschappen en een vertegenwoordiger van het Omgevingsberaad Waddengebied.
Unesco verlangde voor 1 februari een reactie van Nederland, Duitsland en Denemarken. Denemarken gaat zorg dragen voor een gezamenlijke reactie. Unesco zou ermee akkoord zijn gegaan dat het in eerste instantie gaat om een conceptreactie en dat deze vanwege de internationale afstemming met één of twee weken is vertraagd.