Spandoeken als protest tegen zoutwinning door Nobian in Winschoten. Huisman Media
De gemeente Pekela en Veendam en zoutwinnaar Nobian willen een duidelijk plan voor het zoutwinningsgebied tussen Veendam en Pekela. Er is zoveel gaande, dat dit handvatten moet bieden en verrassingen voor omwonenden moet voorkomen.
Wat zijn de zorgen van omwonenden?
„Alles gaat weg, zelfs een blokje met de hond lopen wordt lastig doordat allerlei wegen worden afgesloten”, zegt Lex Diederiks van Comité Waterstof Ommelanderwijk-Zuidwending. Hij woont in de buurt van de zestien (voormalige) winningslocaties tussen Veendam en Nieuwe Pekela.
Diederiks is één van de omwonenden die dagelijks te maken heeft met de zoutwinning. „Het wordt hier steeds meer een industriegebied”, verzucht hij. Bovendien maakt hij zich zorgen om schade door grondverzakkingen, waar hij die schade kan verhalen én over alle plannen die bedrijven hebben met cavernes die ‘leeg’ raken. Veel compassie vanuit het ministerie van Klimaat en Groene Groei ervaart hij niet: „Ze sturen je van het kastje naar de muur.” Die zorgen leven al tijden.
Zoutwinning
Tussen Ommelanderwijk en Zuidwending wordt sinds eind jaren ‘60 zout gewonnen door Nobian uit de diepe ondergrond. Er wordt water in de put gepompt waardoor pekel ontstaat, dat wordt weggepompt richting het chemiepark in Farmsum. Wat achterblijft zijn cavernes van maximaal 125 meter breed en 1 kilometer diep. Zeven van de putten, die maximaal 90 bij 500 meter zijn, worden gebruikt voor gasopslag, acht zijn nog in gebruik en uit één wordt niet meer gewonnen.
Hoe komt het dat dit nu speelt?
Nobian wil tot 2035 zout uit bestaande putten in Zuidwending blijven winnen, zegt woordvoerder Jorn van der Meer van het bedrijf. Voor een nieuw winningsplan moet Nobian echter aantonen hoe ze de zoutcavernes op termijn wil afsluiten. „Daar is uitgebreid onderzoek naar gedaan de afgelopen jaren”, zegt Van der Meer.
„Wij komen tot de conclusie dat een harde afsluiting de beste manier is.” Daarbij zouden cavernes worden afgesloten met bijvoorbeeld beton. Het zou zorgen voor de minste bodemdaling en dat het gebied weer kan worden teruggebracht naar zijn oorspronkelijke staat. Uit onderzoek komt naar voren dat de kans op een sinkhole kleiner is dan één keer in de miljoen jaar.
Wat maakt dat de omwonenden dan protesteren?
Hoewel onderzoeken onderschrijven dat een harde afsluiting veilig kan, zijn omwonenden als Diederiks daar nog niet zo zeker van. Zo vrezen omwonenden dat er scheuren in de cavernes komen, dat de grond verzakt of dat er wel sinkholes ontstaan. Nobian is dan met de noorderzon vertrokken, verwachten ze. En bij wie kunnen ze dan terecht?
En ook het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) wil meer wil inzicht in andere opties dan een harde afsluiting. De gemeenten Veendam en Pekela en ook het Wateschap Hunze en Aa en de provincie adviseren het ministerie van Klimaat en Groene Groei om dat advies van SODM te volgen.
Diederiks is blij dat de lokale overheden dit nu adviseren. „Wij zijn helemaal niet tegen zoutwinning, maar het moet wel veilig zijn”, zegt hij. Hij heeft daar nu onvoldoende vertrouwen in. Om op de hoogte te blijven van alles wat er in het gebied gebeurt, zijn omwonenden veel tijd kwijt. En ook blijft veel onduidelijk, zoals hoe schade aan woningen vergoed wordt. Iedereen wijst naar elkaar, zegt Diederiks. Dan zou schade niet door zoutwinning, maar gaswinning of daling van de waterstand ontstaan.
En wat zeggen de lokale overheden zelf?
Het kan niet de bedoeling zijn dat inwoners in het ongewisse blijven, vindt wethouder Bert Wierenga (VVD) van de gemeente Veendam. Het afsluiten van de putten is ook slechts één van de zaken die speelt. Samen met inwoners en andere overheden moet er daarom een plan komen voor de toekomst van het gebied en hoe het landschap eruit mag komen te zien. „We zien dat het toch wel wat industrieel wordt.”
Dat ziet ook burgemeester Jaap Kuin van de gemeente Pekela. De zoutwinning vindt plaats op Veendammer grond, maar de twee gemeenten trekken nauw met elkaar op. „Het straalt toch uit richting Pekela”, vindt Kuin. In het gebied gebeurt een heleboel qua innovatie, het ministerie behandelt iedere project afzonderlijk. Of dat nu waterstof, gasopslag of nieuwe zoutwinning is.
Waarom is dat een probleem?
Kuin: „Wij vinden dat deze aanpak echt anders moet. Er gebeurt in dit stukje Groningen nu zoveel in de ondergrond, dat het ministerie met een gebiedsplan moet komen over wat hier allemaal kan. Ook als de zoutwinning ophoudt.” Hij hekelt de wijze waarop sommige bedrijven ‘proefballonnetjes’ oplaten. Zo wilde Corre Energy perslucht opslaan in een caverne en daaruit stroom winnen als er een grote vraag naar energie was. De gemeente Pekela zag dit absoluut niet zitten en de gemeente Veendam evenmin.
Het leidt tot een hoop onrust en onzekerheid onder inwoners, ziet Kuin. „Er moeten afspraken komen zodat mensen weten waar ze aan toe zijn. Zo werkt het niet langer.”
Nobian woordvoerder Van der Meer schaart zich ook achter zo’n gezamenlijke visie: „Wij zijn het daarmee eens. Wat zijn de voorwaarden, ook vanuit inwoners. Er moet een duidelijke aanpak zijn, vergeet niet: wij hebben net zoveel belang bij duidelijkheid als inwoners.”