Minister Hugo de Jonge te voet door Stadskanaal, in gesprek met burgemeester Klaas Sloots. Foto: Huisman Media
Grote dorpen en kleine steden in Groningen staan onder druk. Gemeenten hebben te weinig middelen om grote plannen op te tuigen, terwijl er veel te doen is. Maandag ontving demissionair minister Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge een analyse met kansen van adviesbureau KAW.
De onderzoekers suggereren dat het bouwstenen kunnen zijn voor een nieuwe regiodeal in Groningen of om andere fondsen om geld uit Den Haag te krijgen. Bij zo’n regiodeal krijgt een gebied van het rijk een grote smak geld om te investeren, Oost-Groningen heeft al zo’n deal.
„We hopen dat dit onderzoek een startpunt is wat voor de komende 10 tot 15 jaar veel gaat betekenen”, vat Daniël Depenbrock van KAW in Makeport Mercurius samen. De innovatiehub van Stadskanaal waar studenten en de maakindustrie elkaar kunnen inspireren. Maar maandag is het de beurt aan Depenbrock om Groninger bestuurders en de minister te bezielen met nieuwe ideeën om samen Groningse dorpen en kleine steden leefbaar te houden.
Depenbrock is een van de onderzoekers die elf plaatsen met een regionale centrumfunctie onder de loep namen. Om het tij te keren en vooral kansen aan te dragen. De plekken staan onder druk. „We willen op zijn minst dat ze hun positie in stand houden, zo niet verbeteren”, zegt Depenbrock.
Maar het gaat nu niet goed, zegt Depenbrock. „En zonder er iets aan te doen gaat het ook niet goedkomen.”
Veel Groningers buiten Stad zullen het beeld herkennen: winkels verdwijnen, leegstand komt terug. Bibliotheken en apotheken zijn wegbezuinigd, reizen kost veel tijd. In plaatsen leeft de vrees: vasthouden wat je hebt, want als je het kwijt bent, krijg je het nooit weer terug. Dat terwijl in het Ommeland zo’n 350.000 mensen wonen en afhankelijk zijn van deze kernen voor de dagelijkse boodschappen of een doktersbezoek.
1,5 miljard nodig voor coöperatiewoningen
Alleen al om huurwoningen van coöperaties in Groningen tot de gemiddelde Nederlandse kwaliteit te verbeteren is 1,5 miljard euro nodig. Het is slechts één van de vele opgaven die in de provincie liggen. Er is nogal wat werk te verrichten om de leefbaarheid van regiocentra in Groningen een slinger te geven en zo toekomstbestendig te maken.
De benodigde investering wordt vertraagd en bemoeilijkt. Dat komt door een ‘bescheiden programma’. Bij veel partijen is beperkte expertise, capaciteit en organisatorische slagkracht. Laat staan dat er geld is. Ter vergelijking, per inwoner werd in de vier grote steden zo’n 130 euro geïnvesteerd, terwijl dat in ‘krimpgebieden’ ongeveer 10 was.
De uitdagingen zijn deels meetbaar en vaak met het blote oog zichtbaar. Meetbaar zijn bijvoorbeeld het hoge aandeel woningen met een slechte isolatie, achterblijvende waardeontwikkeling van gebouwen en extra risico op energiearmoede als gevolg van een hoog aandeel lage inkomens.
Meetbaar is ook het afnemend draagvlak onder maatschappelijke voorzieningen door een daling van het aantal inwoners, vergrijzing en de algemene tendens van schaalvergroting.
Eén station
De sleutel ligt volgens de onderzoekers vooral bij het flink oppoetsen van de kernen en ze aantrekkelijk te maken, tot iets waar men trots op is en blijft. Zo kan in Tolbert het centrum worden herontwikkeld tot een dorpswoon- en leefgebied waarbij doorstroommogelijkheden voor jong en oud op de woningmarkt zijn.
Of Hoogezand kan in plaats van meerdere haltes één station krijgen. Het stationsgebied verbindt dan het oude lint en het stadscentrum en heeft goed bereikbare voorzieningen en woningen. Terwijl inwoners ook makkelijk en snel naar Duitsland of Groningen treinen. En – mocht de Nedersaksenlijn er komen – een verbinding naar Enschede gerealiseerd kan worden.
Die lijn biedt ook voor Ter Apel een grote kans op het gebied van werkgelegenheid. Daar zijn nog wel honderden huizen die een opknapbeurt nodig hebben. Datzelfde geldt voor Stadskanaal, Musselkanaal en bijvoorbeeld Hoogezand. Bij het opknappen van die buurten moet vooral samenhang ontstaan met de gebieden daaromheen, met veel groen.
Bedrijventerrein opschuiven
Dat is sowieso één van de kernpunten die overal in terugkomt. Groen en wijken en dorpen met elkaar verbinden tot één geheel. Waarbij de bereikbaarheid te voet of per fiets in een dorp – in bijvoorbeeld Hoogezand door het bouwen van een nieuwe ontsluitingsweg – wordt verbeterd. Hoe sneller je van a naar b komt, hoe beter alles bereikbaar is, immers. Het gaat in veel dorpen gepaard met het transformeren van verouderde bedrijfslocaties, zoals in Uithuizen.
Voor bijvoorbeeld Winschoten zou het volgens KAW een idee kunnen zijn om het bedrijventerrein Rensel-West te herontwikkelen. Dat ligt vlakbij het stadscentrum: het op één na grootste stedelijke gebied. De bedrijven kunnen stapsgewijs steeds een stukje verder naar het oosten verhuizen – weg van het stadscentrum. Op de plek waar ze vertrekken, kunnen nieuwe woningen komen.
Depenbrock: „We hopen dat dit tot inspiratie leidt in Den Haag, waar ook fondsen vandaan moeten komen. Maar ook dat de mensen hier, in Groningen, inspireert. Dit is een toekomstperspectief, een investeringsagenda. Maar je bent er nog niet.” Het is nu zaak om verder te werken, en ook inwoners te vragen wat zij willen. „Maar wel iets waar al die individuele gemeenten achter staan.”
Reactie minister
Op een toezegging van de minister kon Groningen niet gelijk rekenen. Volgens de minister is in ieder geval afgesproken dat 50 miljoen euro uit de pot voor Regiodeals naar Groningen gaat. „Er is een duidelijk plaatje bij het verhaal.” En in Groningen liggen ook ‘enorm veel kansen’ in de ruimte: „Als je die ruimte goed benut, kun je die echt inzetten voor het perspectief van Groningers.”
„Ik vind de toonzetting ook belangrijk”, zegt De Jonge. Burgemeester Klaas Sloots van Stadskanaal noemde eerder dat het vooral geen vergelijkingswedstrijdje moet worden wie-wat in het verleden kreeg, maar dat gekeken moet worden naar wat mogelijk is.
„Het zelfbewustzijn, wees trots op wat je hebt. Als je de ruimte hebt kun je ook economische investeringen uitlokken, kun je ook de woningbouw verleiden naar hier te komen. Daarvoor is het weer belangrijk dat wij infrastructureel ook de keuzes maken die ten goede komen van Groningen.”