Ondernemers Joop en Erwin willen in Stad meer dan alleen buren zijn voor jonge asielzoekers: 'Je kunt er tegen blijven ageren, maar je kunt het ook omarmen'
De verbazing bij ondernemers was groot toen de gemeente Groningen alleenstaande minderjarige vluchtelingen ging opvangen in congrescentrum HanzePlaza. Maar nu de jongeren er zijn, willen ondernemers op bedrijventerrein Hoendiep hun steentje bijdragen.
Erwin Sturing erkent dat ook hij vreemd opkeek toen hij twee maanden geleden van de gemeente hoorde dat hij met zijn kringloopwinkel nieuwe buren kreeg. Is een bedrijventerrein, waar al overlast is van hangjeugd, wel de beste plek om kwetsbare jonge asielzoekers op te vangen?
Zijn non-profit Stichting Kringloop+ op het bedrijventerrein bestiert hij met tientallen vrijwilligers. Het motto is: mensen moeten niet thuis zitten, maar ergens bij horen. Hij wil impact maken op sociaal gebied. Dat kan nu ook met deze jonge asielzoekers, dacht hij. „Het besluit is genomen en helemaal niks doen is geen optie, dus dan moeten we kijken of we iets voor ze kunnen betekenen.”
Dertig ondernemers die willen helpen
Na de mededeling van de gemeente heeft Sturing de knop razendsnel omgezet. En met hem tientallen andere ondernemers op het bedrijventerrein, stelt voorzitter Klaas Holtman van bedrijvenvereniging WEST. „Er wordt vaak spastisch over gedaan”, zegt hij als het gaat over komst van de opvanglocatie. „Maar ik heb hier een stuk of dertig ondernemers die iets willen doen. Dat heeft mij positief verrast.”
Directeur Joop Kruit van woonwinkel Kruit & Kramer is net als Sturing een van hen. Hij werd ook overvallen door het nieuws. Met zijn zaak zit hij direct naast HanzePlaza. „Je kunt tegen zo’n besluit ageren”, zegt hij. „Maar je kunt het ook omarmen. Dat laatste is een keuze.” Een keuze waar Kruit voor de volle honderd procent achter staat. „Je kunt ze wegstoppen op een industrieterrein en daar heel veel negativiteit aan koppelen, maar dan gaat het niet goed. Je moet juist zorgen dat ze worden gezien en dat ze waardevol worden geacht.”
Na het nieuws over de komst van de opvang eind oktober, kwamen de ondernemers daarom een kleine twee weken geleden bij elkaar om in oplossingen te denken en draagvlak te creëren. Ze betrekken ook de buurt en verenigingen bij hun plan. „De meeste mensen hier gaan om zes uur naar huis, maar die jongeren zitten hier de hele dag”, legt hij uit. „Dan moet je ze een menswaardige plek geven. Dat doen we ook door mensen te vinden die elke week langskomen, spelletjes met ze doen of met ze voetballen.”
Hoop op minder overlast
De ondernemers doen het in de eerste plaats om de jongeren te helpen, maar ze erkennen dat er voor hen ook iets te winnen valt. „Je wilt niet dat die kinderen zich op zo’n industrieterrein gaan vervelen”, zegt Holtman. Dat gevaar ligt op een industrieterrein wel op de loer, denkt de voorzitter van de bedrijvenvereniging.
In HanzePlaza zitten nu zo'n tachtig jonge asielzoekers. Foto: Geert Job Sevink
Als de jonge vluchtelingen iets te doen hebben en zich verantwoordelijk voelen voor de omgeving, zijn ze minder snel geneigd tot overlast, zo is de gedachte. „Het belangrijkste is dat ze zich geen gasten voelen, maar onderdeel zijn van de omgeving”, vertelt Holtman. „Dat doe je het beste door ze mee te laten doen.”
Als het aan de ondernemers ligt, kunnen de jongeren daarom binnenkort meehelpen met het opruimen van zwerfafval en kunnen ze klusjes doen bij de verschillende ondernemers, zoals in de kringloopwinkel van Sturing. Een extra paar handen is altijd welkom, zegt hij. „En ondertussen kunnen ze dan een beetje de taal leren.”
Het plan staat nog in de kinderschoenen. Het gesprek over de talenten en interesses van de jonge vluchtelingen moet nog gevoerd worden, zegt Joop Kruit. „Maar iemand die handig is, kan bij ons helpen met de montage en iemand met groene vingers kan helpen in het onderhoud.”
Betalen mag niet, tas boodschappen wel
Bij het daadwerkelijk meewerken wringt ook de schoen, want de jongeren mogen niet betaald worden. De bedrijvenvereniging is daarover in gesprek met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). „Maar ik mag ze wel een tas boodschappen geven of nieuwe schoenen”, stelt Kruit een oplossing voor. „Ik kan ze wel trakteren op een lunch. Er zijn meerdere manieren om iemand te helpen, niet alles hoeft in geld uitgedrukt te worden.”
De vraag is nog wel hoe enthousiast de alleenstaande minderjarige asielzoeker zelf is. „Dat moet blijken”, zegt Sturing. „Maar aan onze inzet zal het niet liggen.” Kruit: „Als ze straks weer weggaan en hier een goede tijd hebben gehad, dan was het het al waard. Dan is de missie geslaagd.”