Borg Langwyck (anno 1780) staat te koop: voor 1,4 miljoen kun je wonen als een achttiende-eeuwse patriciër in Westerbroek. Foto: Jaspar Moulijn
Het is een van de laatste en best bewaard gebleven Groninger veenborgen. Langwyck, gebouwd in 1780, staat te koop. Voor 1,4 miljoen euro woon je als een borgheer in Westerbroek.
Vanaf de Rijksweg langs het Winschoterdiep is het even zoeken naar de statige oprijlaan. Maar zelfs op deze regenachtige dag straalt de achttiende-eeuwse grandeur de bezoeker tegemoet. Jarenlang vrat de tand des tijds aan de veenborg Langwyck in Westerbroek, maar inmiddels is het Rijksmonument volledig in oude luister hersteld. Nu zoekt het een nieuwe borgheer - of -vrouw.
Borg Langwyck. Foto: Jaspar Moulijn
„Kijk eens naar die plavuizen”, wijst makelaar Sjirk de Jong in de hal achter de imposante voordeur. „Daar spat de geschiedenis toch van af?!” Talloze voetstappen zijn hier in de loop der eeuwen gezet en dat is er aan af te zien. Langwyck ademt historie. Van de sierlijk gekrulde vensterbanken en de hoge, met gipsen ornamenten versierde plafonds tot aan de bedsteden waar vele generaties bewoners nachtrust vonden: elk detail echoot eeuwen geschiedenis.
Zwaar in verval, maar op slag verliefd
Al zag het er wel even anders uit toen de laatste bewoner hier in 1991 neerstreek. Langwyck was zwaar in verval geraakt toen ondernemer en headhunter Marnix Westers het Rijksmonument ontdekte en op slag verliefd raakte. In enkele decennia tijd liet hij de borg en het drie hectare metende landgoed herrijzen. Letterlijk en figuurlijk een kapitale investering, niet alleen in geld maar ook in bloed, zweet en tranen.
Langwyck is in een paar decennia tijd in oude luister hersteld. Foto: Jaspar Moulijn
Onder Westers bezielende leiding werd het oorspronkelijke woonhuis volledig gestript en tot in de kleinste details gerestaureerd. De ‘moderne’ landbouwschuur die in negentiende eeuw tegen de achterkant van de borg was aangeplakt, maakte plaats voor een historisch verantwoorde aanbouw die eruit ziet alsof ‘ie er vanaf de bouw in 1780 heeft gestaan. En ook de tuin werd in bijpassende stijl gereconstrueerd, inclusief een hergraven borggracht en een ‘petit grand canal’ dat de zichtlijnen op het uitgestrekte landgoed accentueert.
Makelaar Sjirk de Jong. Foto: Jaspar Moulijn
„Nu zijn de bomen nog kaal, maar als straks alles weer uitbot en opbloeit, wandel je hier zomaar een halfuur in de beslotenheid van je eigen landgoed”, zegt de makelaar wervend. „Middenin het groen en de natuur, maar volledig afgesloten van de buitenwereld.” Tegelijkertijd biedt de nieuwe aanbouw een vrije blik over het ‘petit grand canal’ richting het weidse veld achter de borg waar reeën voorbij trekken.
Borg of veenborg?
Je zou ze de niet-adellijke ‘neefjes’ van de alom bekende Groninger borgen kunnen noemen. Veenborgen werden vanaf de tweede helft van de 17de eeuw gebouwd door vermogende families, veelal uit de stad Groningen, die nog meer kapitaal vergaarden door de lucratieve ontginning en turfwinning in de Veenkoloniën.
Anders dan de oprichters van de borgen die al vanaf de vijftiende eeuw ontstonden door de provincie, behoorden deze ‘stadspatriciërs’ niet tot de landadel en hadden ze ook geen ‘heerlijke rechten’ op grond of handel. Terwijl de tweehonderd borgen die Groningen ooit telde, ook echt door de adellijke ‘jonkers’ werden bewoond, dienden de veenborgen vooral als luxueuze zomerverblijf.
Van de kleine veertig die in de 17e en 18e eeuw verrezen, vooral rond Hoogezand, Sappemeer en Veendam, zijn er nog maar een paar over, waaronder Langwyck en Vaartwijk in Westerbroek en Welgelegen bij Sappemeer.
De liefde die Westers in ‘zijn’ project stak, is eraan af te zien, zegt De Jong terwijl hij rondleidt. Langs de blauwe kamer waar ooit de borgbewoners dineerden, de groene kamer waar de bibliotheek met boeken tot aan het hoge plafond stond en het sousterrain in, waar een royale woonkeuken en een waterkelder herinneren aan de tijd dat bedienden hier de maaltijd voor hun broodheren bereiden.
‘Zelf de handen uit de mouwen’
Zo’n historisch huis komt wel met verantwoordelijkheid, weet De Jong. „Het is ontzettend veel werk om alles goed te onderhouden. Zowel het huis als de tuin. Hier stond geen grassprietjes scheef, daar had de hovenier elke zaterdag een hele dag werk aan. En de eigenaar zelf hielp volop mee. Het was zijn lust en zijn leven om alles in zo oorspronkelijk mogelijke staat te houden.”
In het sousterrain herinnert een royale woonkeuken aan de tijd dat bedienden er de maaltijd voor hun broodheren bereiden. Foto: Jaspar Moulijn
„Daar zijn we nu ook naar op zoek, qua koper”, zegt de makelaar. „Iemand die er van kan genieten om dit zelf in ere te houden. Dit is niet simpelweg wonen, maar een way of life. Tenzij je zó veel geld hebt dat je echt alle werk kunt uitbesteden, zul je zelf behoorlijk de handen uit de mouwen moeten steken. Ooit zei een landgoedeigenaar dat hij het had als een voorrecht had ervaren dat hij zo lang had mogen ‘oppassen’ op z’n erfgoed. Dat geldt ook voor Langwyck.”
Zicht over het hergraven ‘petit grand canal’ richt de achterzijde van de borg. Foto: Jaspar Moulijn
‘Borgheer Westers’ is enkele jaren geleden verhuisd naar het zuiden van het land. Hij verkocht Langwyck aan het Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen (SWAG) nadat hij er zelf niet in slaagde een geschikte koper te vinden (zie ook inzetkader). De Jong heeft de borg sinds enkele maanden in portefeuille en is optimistisch over de verkoopkansen.
Fantastische woonplek, maar trouwlocatie of kantoor kan ook
„Er is veel animo”, zegt de makelaar. „We hebben inmiddels een stuk of zes bezichtigingen gehad, sommige kandidaat-kopers waren dicht bij een bod maar haakten om uiteenlopende redenen af, andere beraden zich nog. Het is natuurlijk sowieso een fantastische plek om te wonen, maar het is ook heel geschikt voor een kantoor of bedrijf aan huis. Of misschien wel een trouwlocatie. Dat is leuke van een pand als dit: iedereen die je rondleidt, ziet weer andere mogelijkheden. Je moet net dat beetje geluk hebben dat de juiste koper langskomt en dat het dan ook net past met de plannen en het financiële plaatje.”
‘Koopinstrument’ biedt uitkomst, ook zonder aardbevingsschade
De Stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen (SWAG) biedt huiseigenaren in aardbevingsgebied uitkomst als zij moeten of willen verhuizen, óók zonder schade aan hun woning. Inwoners kunnen ook van hun huis af als zij er meer dan acht maanden niet in slagen het zelf te verkopen.
Via het zogeheten ‘koopinstrument’ biedt het woonbedrijf huiseigenaren een uitkoopsom van 95 procent van de taxatiewaarde. Ook als er - zoals bij Langwyck - geen sprake is van aardbevingsschade. Daartoe beheert de SWAG een vastgoedfonds in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen.
Opgekochte huizen worden in principe weer te koop aangeboden tenzij versterking of herstel niet mogelijk is en niet valt te ontkomen aan sloop. In dat laatste geval wordt de kavel verkocht. Met de opbrengst kan nieuwe uitkoop worden bekostigd.
Sinds 2016 heeft het Woonbedrijf in totaal 91 huizen aangekocht. Na een stormloop aan het begin, met een piek van 76 aanmeldingen in 2019, loopt het aantal aankopen terug nu de woningmarkt in de aardbevingsregio zich langzaam heeft gestabiliseerd. In ‘21 waren er nog maar 10 nieuwe aanvragen.
Inmiddels heeft de stichting nog 24 huizen in portefeuille, waarvan sommige voorlopig als wisselwoning fungeren en andere - zoals Langwyck - tot aan de doorverkoop tijdelijk worden verhuurd via leegstandbeheerders.