Water stroomt door de dijk Marnewaard binnen. Foto: BinnAir
Voor de eerste keer stroomde er donderdag zeewater het Groninger land op door de getijdenduiker bij Marnewaard. Het achterliggende natuurgebied ter grootte van honderd voetbalvelden krijgt zo weer de invloed van zee, wat heel lang geleden ook zo was.
Als je je vinger in het water achter de dijk steekt, en je likt ‘m af – dat heeft uw verslaggever uiteraard eventjes gedaan – proef je water dat niet zout is als de zee, maar ook niet zoet zoals water uit de kraan.
Op dat ‘brakke’ water gaan veel planten, vogels en andere dieren heel goed, zoals zeekraal, stekelbaarsjes, spiering, kluten en lepelaars. Voor die natuur is hier, op het terrein van Defensie, alle ruimte. Militairen oefenen hier nooit, maar ook als dat in de toekomst wel gaat gebeuren – iets wat volgens Defensie niet ondenkbaar is – kan de natuur hier gewoon haar gang gaan.
Veiligheid
Maar een gat in de dijk, is dat wel veilig? „Natuurlijk”, stelde Annet van der Velde, bestuurder van het waterschap Noorderzijlvest vol zekerheid, donderdag tijdens de ingebruikname van de getijdenduiker. „Water komt hier mooi gecontroleerd binnen.”
De duiker van 80 meter lang 2 meter breed staat niet de hele dag open: als het water binnensdijks 20 centimeter is gestegen gaan de schuiven in de duiker dicht. De zee stijgt dan nog een tijdje door, en pas als het weer eb wordt gaan de luikjes weer open en stroomt een deel van het water weer weg.
Bestuurders Leo Wenneger (Provincie Groningen), Mieke Langedijk (Rijkswaterstaat) en Annette van Velde (Waterschap Noorderzijlvest) verrichten de openingshandeling bij de getijdenduiker in de Lauwersmeerdijk. Foto: Rzeemering
Meegroeien op Het Hogeland
Aanleiding voor de aanleg van de duiker was de ophoging van de dijk tussen Lauwersmeer en de Westpolder. Daarbij zijn ook meteen zaken van andere verlanglijstjes meegenomen: een buitendijks fietspad, rustplekken voor toeristen, een extra ontsluiting voor bij calamiteiten in de haven van Lauwersoog en drie ecologische projecten. Naast de getijdenduiker zijn dat kunstmatige riffen en getijdenpoelen aan de voet van de dijk en een buitendijkse kwelder bij de Westpolder.
Bij de bijeenkomst waren veel genodigden – bestuurders, werklui, ambtenaren – die de afgelopen jaren aan de totstandkoming van de duiker hebben bijgedragen. Dat-ie er is, is heel bijzonder, benadrukt aanwezige Marco Glastra die als directeur van Het Groninger Landschap bij het project betrokken is. „Twaalf jaar geleden was dit ondenkbaar. Toen waren alle gedeputeerden tegen het toelaten van zout water binnen de dijk.”
Zelf is Glastra hier erg blij mee. „De zeespiegel stijgt. Als je de zee buiten houdt, komt het sediment niet binnen. Maar het heet hier niet voor niets ‘Het Hogeland’. We groeiden ooit mee met de zee. Dit is een mooie eerste stap om de relatie met de zee te herstellen, deze niet langer als vijand te zien.”
‘Gaatjes in de dijk’
Glastra wijst ook op andere projecten waarbij de zee mondjesmaat binnengelaten wordt. Zo wordt het Lauwersmeer langzaamaan zouter door het langer openzetten van de R.J. Cleveringsluizen, komt er een getijdenduiker bij Bierum voor zoute landbouw, en zijn er projecten bij de Eems-Dollard om een meer ‘vloeiende’ overgang te krijgen tussen zee en land. „We worden in Nederland inmiddels wereldkampioen gaatjes maken in de dijk”, stelt Glastra trots.
Water stroomt vanaf zee door de getijdenduiker binnendijks. Foto: binnAir
Bij Marnewaard is het nu nog de toekomstdroom van het waterschap en natuurorganisaties om ook visrivieren te verbinden met het brakke binnenmeer. Er zijn een boel vissen zoals rivierprik, paling, spiering en zeeforel die paaien in zoet water en leven in zout water, maar die kunnen nu nog maar moeilijk de voor hun voortplanting belangrijke binnenwateren bereiken. Die visverbinding zou dan door het militair oefenterrein moeten. Daar is het laatste woord nog niet over gesproken.
Deze natuurmaatregelen zijn onderdeel van het rijksprogramma Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).