Spuimeester Jakobus Mollema loopt langs de stroomkokers die te bezichtigen zijn tijdens de World Fish Migration Day. Foto: Anjo de Haan
Belangstellenden kunnen zaterdag een lege spuikoker van de R.J. Cleveringsluizen in Lauwersoog bekijken. Om te leren hoe vissen naar het zoet water kunnen komen, ondanks de sluizen.
Binnenin de koker ruikt het naar zout, vochtig beton en dode schelpdieren. Aan de ‘zoute kant’ van het beton zie je de restanten van oesters die overal zijn weg gebikt, behalve in één strook. Daar kun je bekijken hoe massaal deze schelpen zich vasthechten aan het beton van het sluizencomplex. Aan de ‘zoete kant’ zie je geen enkele oester, hooguit een enkele zeepok. Op de bodem liggen kleine krabbetjes die het leven hebben gelaten.
Projectleider Kurt Meijer van Waterschap Noorderzijlvest zal hier zaterdag honderden bezoekers ontvangen. Hij is al elf jaar betrokken bij het opknappen van de R.J. Cleveringsluizen. Met name het staalwerk aan de binnenkant was aan vervanging toe. Ieder jaar wordt één koker opgeknapt. Dit is nummer 11 van de 12.
Maar niet zo zeer het verhaal van de opgeknapte sluizen staat voorop. Het gaat zaterdag vooral over de vissentrek. De R.J. Cleveringsluizen in Lauwersoog vormen voor vissen vanaf zee de toegangspoort tot Noord-Nederland. Soorten die van zoet en zout water houden, worden hier sinds 2018 binnengelaten. Dat wil zeggen: waar voordien alleen de sluis werd opengezet om bij eb zoet water weg te laten stromen, gaat de deur nu iets eerder open: als de waterstand van het (afgaande) zeewater gelijk is aan die op het Lauwersmeer.
‘Leven met laagwater’
Opletten geblazen voor spuimeester Jakobus Mollema. Het scheelt ongeveer een kwartiertje, en is vooral noodzakelijk in maart, april en mei, en bij voorkeur bij nachtelijk spuien. ,,Ik leef met het laag water”, vertelt Mollema. Elke dag zijn de werktijden van een spuimeester anders. Het is een slaapritme waar hij nooit aan zal wennen.
De wanden van de stroomkoker zaten vol met oesters. Dit strookje zit er nog om dat te kunnen laten zien. Foto: Anjo de Haan
Als de sluisdeuren bij een gelijke waterstand opengaan, ontstaat er een zoetwaterstroom richting zee die vissen zoals glasaaltjes (jonge palingen) en driedoornige stekelbaarzen lokt. Het zoute zeewater waar zij in zwemmen is zwaarder; de dieren spoelen met de onderstroom naar binnen. Daar ontwikkelen de vissen zich tot volwassenen.
‘Afdammen heeft grote consequenties’
Het is nog niet met cijfers aan te tonen dat de visstand dankzij deze ingreep enorm is gestegen, vertelt aquatisch ecoloog Edwin van der Pouw Kraan. „De visstand hangt van meer variabelen af dan alleen het spuien.”
Niettemin wordt de ingreep geëist vanuit de Kaderrichtlijn Water en is deze volgens de ecoloog ook zeer nodig. „Gaandeweg zijn we tot de conclusie gekomen dat het afdammen van zeearmen en binnenmeren, zoals het IJsselmeer en Lauwersmeer, behoorlijke consequenties heeft voor allerlei natuurlijke processen, waaronder de migratie van vissen.”
Op World Fish Migration Day kun je de stormkoker bij de Cleveringsluizen in. Foto: Anjo de Haan
Daar is de hele wereld steeds bewuster van. Daarom is het deze zaterdag ook de tweejaarlijkse World Fish Migration Day. Een mooie aanleiding – zo denkt waterschap Noorderzijlvest – om eens in een lege stroomkoker te kijken en te leren hoe vis migreert. Ze mikken op duizend bezoekers, die op deze dag van alles kunnen doen, zoals een bootexcursie of aquaria met levende vissen bekijken.
Slechts de eerste stap
Volgens Van der Pouw Kraan is het huidige spuibeheer slechts stap één om de vis weer richting zoet water te helpen. Er wordt druk nagedacht over andere ingrepen.
Zo zou het nog beter werken als een spuimeester de sluisdeuren al opent wanneer de zee nog hoger staat dan het binnenwater. Nadeel is dat het binnenwater dan erg verzout, als dat te erg gebeurt is het voor aangrenzende boeren problematisch.
Nog een mogelijkheid is om vissen via een tussensluis met een zoetwaterlokstroom naar binnen te krijgen. Een derde optie is een vismigratierivier, zoals die ook bij de Afsluitdijk wordt aangelegd.
Aanvullend wordt ook bekeken welke stuwen en sluizen in het binnenland weg zouden kunnen, om zo soorten als de zeeforel te helpen om weer in Drentse beken te paaien, zoals vroeger het geval was.