Tiny Wiersma voor haar Amsterdamse School-villa in Usquert. Foto: Anjo de Haan
Usquert behoorde honderd jaar geleden tot de rijkste gemeenten van het land. De villa’s langs de Wadwerderweg rijgen zich nog steeds majesteitelijk aaneen. Het is er nog altijd goed toeven, maar er hangen donkere wolken boven het paradijs: door vergrijzing dreigt er leegstand.
Het jugendstilpand van Elly van de Vondervoort (77) is van een adembenemende schoonheid. Een vestibule met marmeren lambrisering, hoge stijlvolle kamers, gebrandschilderde ramen met gestileerde bloemmotieven, kostelijk gedecoreerde plafonds. „Mijn favoriete ruimte is de serre aan de achterzijde. Bij het geringste zonnestraaltje in de lente kun je daar al genieten van de tuin.”
Villa Biwema heeft veel gemeen met het voormalige onderkomen van Nieuwsblad van het Noorden aan het Zuiderdiep in Groningen. Dat is niet vreemd: van beide panden was Gerrit Nijhuis in 1903 de architect. Vooral de fraaie ingangspartijen zijn sterk verwant. De villa had evengoed in Wassenaar kunnen staan of Bloemendaal. Maar hij bevindt zich in Usquert.
Al langer dan een jaar staat hij te koop. Vanwege haar leeftijd en omdat haar man twee jaar geleden is overleden, verkast Van de Vondervoort naar een appartement in Zuidlaren. De vraagprijs lag eerst boven de miljoen, inmiddels heeft ze hem laten zakken tot 950.000 euro. Nog altijd een berg geld, maar niks vergeleken met wat ze in rijkere delen van het land voor dit soort panden durven vragen.
Biwema is niet de enige villa die al een poosje te koop staat in Usquert. Datzelfde lot is De Greede beschoren. Nog zo’n juweel van een pand aan de Wadwerderweg. En niet te vergeten het statige Langeheerd, een eindje verderop in de straat. Maar volgens ingewijden is voor beide inmiddels wel degelijk concrete belangstelling.
Funda-parels worden ze tegenwoordig genoemd. Huizen die zich onderscheiden van de grijze massa rijtjes- en flatwoningen waarmee ons land tot in alle uithoeken is volgeplempt. In de media worden ze gretig uitgelicht. Hele volksstammen vergapen zich eraan en zouden er graag in hun intrek in nemen – als ze het zich konden veroorloven.
Straatbeeld van luxe villa's. Links het Berlagehuis, rechts villa De Greede. Foto: Anjo de Haan
Het ruim 1400 inwoners tellende Usquert in de gemeente Hogeland barst van zulke parels. Vooral rentenierswoningen die zijn gebouwd in de eerste decennia van de 20ste eeuw. Ze vertegenwoordigen een baaierd aan exotische bouwstijlen die toen populair waren: neostijlen, jugendstil, art deco, chaletstijl, Amsterdamse school, eclecticisme. De stilistische rijkdom spat er vanaf. Er staan villa’s in diverse formaten. Niet alleen boeren, ook notabelen en middenstanders pronkten graag met hun veren.
Twee nepschoorstenen geven het pand meer allure
Tiny Wiersma (81) en haar man Johan (83) behoren tot de gelukkigen die lang geleden zo’n droomhuis aan de Wadwerderweg hebben bemachtigd. Een villa uit 1925 ontworpen door Willem Reitsema (1885-1963) in een kubistische variant van de Amsterdamse School. Compleet met een lange oprijlaan met kiezelstenen. Opgetrokken uit gele waalsteen, terwijl de deuren en dakgoten rood zijn, de regenpijpen geel en het beton blauw: niet toevallig de kleuren van De Stijl.
Een (door familie Wiersma zelf gemaakte) gevelsteen die in een vroegere kachelpijpdoorlaat is bevestigd. Foto: Anjo de Haan
Bijzonder aan het huis is verder dat het asymmetrisch van vorm is. Dat maakt dat het oog niet snel uitgekeken raakt, maar het is tegelijk functioneel. De uitbouwen die Reitsema veel van zijn woningen meegaf, zorgen voor extra lichtinval. Hij zag er geen been in aan de voorzijde twee nepschoorstenen te plaatsen om het pand meer allure te geven. Wiersma: „Dan kon het zich beter meten met de kasten van huizen aan de overzijde van de straat, zoals Langeheerd.”
Johan Wiersma opent een smal deurtje opent dat vastzit aan de schuifbare grote garagedeur in het voormalige koetshuis. Foto: Anjo de Haan
Hoe luxe het huis was in die tijd, blijkt wel uit de centrale verwarming die er van oorsprong in zit: deze werd nog gestookt op kolen. De villa telt verder, net zoals de boerderij van de bewoner, drie wc’s: een urinoir, een zittoilet en een ‘meiden-wc’. Ook de ‘meidentrap’, die uitkomt in een zolderkamer, heeft de architect ‘geleend’ uit de boerderij. Het standsverschil openbaart zich zelfs in het hang- en sluitwerk. Voor de dienstmeid was het simpel en dof, voor de heer en vrouw des huizes glom het als zilver.
‘Het lijkt hier wel een museumdorp’
In haar perfect onderhouden tuin vertelt Wiersma hoe ze met haar man hier in 2001 verzeild raakte. Ze werd geboren in Friesland, groeide op in Leiderdorp en Haren, en woonde daarna lange tijd in Stadskanaal. „We waren helemaal niet van plan naar Usquert te verhuizen. Maar nadat we een paar weken in de omgeving hadden rond gefietst, dacht ik: híer wil ik wel wonen. Wij hadden zeven wensen. Die vervult dit huis allemaal.”
Na 23 jaar is ze nog even enthousiast. „Het is een praktisch en ruim huis. We hebben veel kinderen en kleinkinderen, dus het is regelmatig helemaal vol. We wonen hier als multimiljonairs, terwijl we dat niet zijn. We doen ook nog bijna alles zelf. In zo’n villa ben je eigenlijk altijd bezig.”
De fraaie opgang met tuindeuren die, geheel in stijl, door de heer Wiersma zelf zijn vervaardigd. Foto: Anjo de Haan
Ze is nauw betrokken bij het dorp, verzorgde jarenlang met Elly van de Vondervoort rondleidingen. Daarmee begonnen ze in 2011, na de restauratie van het raadhuis van Berlage. Nadien kwamen architectuurliefhebbers van heinde en verre het hoogstandje uit 1929 van de invloedrijke architect en stedenbouwkundige bewonderen. „Sommigen die hier kwamen zeiden: ‘Het lijkt hier wel een museumdorp’. Dat was voor ons de aanleiding om die excursies te geven. Die werden een groot succes.”
De voordeur, waarin een raampje zit dat omhooggeschoven kan worden om zo de bezoekers te woord te kunnen staan. Foto: Anjo de Haan
Een van de rijkste gemeenten van het land
Volgens amateurhistoricus Jan Zuidema (75), die zelf ook aan de Wadwerderweg woont, behoorde de gemeente in de jaren rond de invoering van het Algemeen Kiesrecht in 1919 hoofdelijk omgeslagen tot de top tien rijkste van Nederland. „Dat was heel bijzonder, want Usquert was een rood bolwerk dat de vergelijking aan kon met Finsterwolde. In de gemeenteraad was de verhouding links liberaal meestal 4:3.”
Hun rijkdom hadden de boeren in Usquert te danken aan enkele gunstige omstandigheden. De agrariërs ten noorden van de Wadwerderweg genoten het recht van opstrek. De naam van villa Langeheerd verwijst ernaar. Het land dat uit de Waddenzee aanslibde, mochten ze ‘gratis’ in gebruik nemen. Zo verkregen ze ellenlange percelen, waarvoor ze geen extra pacht hoefden te betalen.
De woonkamer. Foto: Anjo de Haan
‘In Usquert reden al vroeg tractoren op het land’
Ook economisch zat het tij mee. Zowel de boeren in het Oldambt als die in Noord-Groningen wisten volop te profiteren van de hoge landbouwprijzen op de wereldmarkt, terwijl de arbeidslonen laag bleven. Tel uit je winst. Als boeren met pensioen gingen, lieten ze rentenierswoningen bouwen die nergens luxueuzer werden uitgevoerd dan in Usquert.
Wiersma wijst erop dat de agrariërs in Usquert ook erg vooruitstrevend waren. Ze gingen naar Amerika om zich op de hoogte te stellen van de nieuwste trends op landbouwgebied. „Er reden al vroeg tractoren op het land. Het gebruik van kunstmest lag er tussen 1900 en 1920 ver boven het landelijk gemiddelde.”
Tiny en Johan maken zelf wijn in de kelder. Foto: Anjo de Haan
De boeren beleefden in alle opzichten gouden tijden. Wiersma: „Mijn buurman zei eens: ‘We hadden twintig man personeel en ik ben groot geworden met een kindermeisje.’ Er kwamen allerlei progressieve initiatieven van de grond. Bedenk ook dat er in 1868 in Warffum al een Rijks Hogere Burger School (RHBS) werd opgericht, een van de eerste op het platteland.”
De boomgaard. Foto: Anjo de Haan
‘In Usquert begon de victorie van de arbeidersopstand’
Wel waren de tegenstellingen tussen de inwoners immens groot. De Wit: „Er waren een paar rijk. De rest was poepiearm. Er waren veel aanhangers van het socialisme. Ook Berlage was een soort salonsocialist. Juist daarom was hij als architect voor beide groepen in het dorp acceptabel.”
De arbeiders lieten zich niet onbetuigd. Ze sloten zich aan bij vakbonden en schroomden niet de straat op te gaan. Zuidema: „In Usquert begon de victorie van de arbeidersopstand. In één actie eisten de arbeiders een loonsverhoging van een half procent. De marechaussee kwam eraan te pas om die neer te slaan.”
De ruime hal met trapopgang. Foto: Anjo de Haan
Het leidde tot een verregaande polarisatie tussen de twee bevolkingsgroepen. Wiersma: „Alles was hier vroeger gescheiden. Er waren bijvoorbeeld twee zangkoren: een voor de boeren en een voor de arbeiders. Op een gegeven moment kwam er een gemengd zangkoor, maar die bestond eerst nog wel uit een kerkkoor en een rood koor dat strijdliederen bleef zingen. Op den duur zijn die twee samengegaan.”