COA-medewerkers houden de wacht bij de te volle nachtopvang Foto: Harry Tielman
Beschaamd en machteloos. Zo voelen de medewerkers van het asielcentrum in Ter Apel zich, nu de drukte in de nachtopvang er - opnieuw - zulke proporties aanneemt dat het mensonterend wordt.
Van enige afstand lijken het wel feesttenten, de zes grote paviljoens bij het asielcentrum in Ter Apel. De witte daken blinken deze vrijdag in de lentezon.
Schijn bedriegt
Dichterbij gekomen, wordt snel duidelijk dat schijn bedriegt. Deze paviljoens vormen de nachtopvang van het asielcentrum, de plek waar pas gearriveerde vluchtelingen worden opgevangen. Mannen, vrouwen en kinderen die wachten op hun eerste registratie om dan in het asielcentrum te worden ondergebracht en vervolgens naar een azc elders in Nederland te gaan.
Maar die echte opvanglocatie in Ter Apel zit vol en de andere azc’s ook. En daardoor verblijven ook in de paviljoens veel te veel mensen. ,,Vannacht hebben hier 642 mensen geslapen, terwijl er eigenlijk maar ruimte is voor 275’’, zegt woordvoerster Jacqueline Engbers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).
Machteloosheid en schaamte
Machteloos en beschaamd, zo voelen de medewerkers van het COA zich, vertellen manager Klaas Bonnema en adjunct-manager Melcher Polhuys in het eerste paviljoen, waar een kleine ruimte is voor het personeel om even op adem te komen. ,,Schaamte omdat we hier mensen zo moeten opvangen, machteloosheid omdat we er niets tegen kunnen doen’’, zegt Bonnema.
Hij laat een ruimte in hetzelfde paviljoen zien, bedoeld voor de zieken en kwetsbaren in de nachtopvang. Het oog ziet daar taferelen die nauwelijks met een pen te beschrijven zijn. Een zieke man slaapt op een bed. Een kind speelt wat met een speelgoedje, zijn stem breekt de stilte. Op een ander bed ligt een zwak ogende vrouw. De bedden staan dicht op elkaar, er is veel te weinig ruimte. De lucht is bedompt.
Wanhopig en smekend
In het tweede paviljoen staan bedden ook tegen elkaar aan gedrukt en wordt zacht gesproken, in allerlei talen. Mensen uit alle delen van de wereld zijn hier in Ter Apel samengekomen. Hier ligt een vluchteling met met een vermoeide blik in de ogen, daar ligt een te slapen. Her en der liggen etenswaren. Ondanks de wind die door de open deur van de tent waait, hangt er een lichte geur van zweet. Een man die bij de ingang zit, springt op en klampt Bonnema en Polhuys aan, wanhopig en smekend. Zijn registratie zit erop, hij wil met zijn gezin weg uit het benauwde paviljoen. Hij praat snel, in gebroken Engels.
,,Ze zouden naar het asielcentrum mogen, maar daar is ook geen plek. Alles zit muurvast, we kunnen niets voor hem doen’’, zegt Polhuys. ,,En dat frustreert enorm. Dit soort toestanden raken mij, maar ook onze medewerkers hier. Ik ben enorm trots op hen, ze werken keihard. Maar we staan machteloos.’’
Gemeenschappelijke toiletten staan buiten, tegen de paviljoens aan. Ook in de andere paviljoens stralen wanhoop en vermoeidheid uit de ogen. Er staan stapelbedden waarop mensen achter een stuk zeil liggen, om maar iets van privacy te hebben. Maar privacy hebben ze hier niet. Elke kuch, elke hoest wordt hier ‘s nachts gehoord. Een vrouw uit Somalië, kleurig en keurig gekleed, houdt zich groot. ,,Maar het is hier wel druk.’’
Vrolijkheid
Een klein lichtpuntje zijn de kinderen, buiten in de zon. Ze worden vermaakt door mensen van Stichting de Vrolijkheid, een stichting die kinderen in asielzoekerscentra helpt om met bijvoorbeeld dans en muziek uiting te geven aan hun indringende ervaringen. Moeders worden er even blij van de kindervreugde. Het gejoel en gejuich doen ook Polhuys en Bonnema lachen, maar nemen hun zorgen niet weg. Zal het in de komende weken nog drukker worden? Hoe zal het na 19 april gaan als de de vergunning voor de paviljoens afloopt? Of zal de Veiligheidsregio Groningen de paviljoens eerder laten sluiten? Zij vindt dat de grens in de overvolle tenten is bereikt. Het bezoek van vandaag leert dat die grens al is overschreden.