Tony Grotenhuis telt geld op de distributielocatie van straatkrant De Riepe. Alle verkopers komen met plastic zakjes vol kleingeld binnen om nieuwe straatkranten te kopen. Foto: Corné Sparidaens
Met een vloek komt de een binnen, de ander stilletjes, weer een ander goedgemutst. En allemaal met een plastic zakje kleingeld. Het zijn de verkopers van straatkrant De Riepe, die 25 jaar geleden werd opgericht in Groningen. ,,Ik ben niet gestopt hoor, met drugs.’’
Probleem!
Hij zegt het haast als begroeting, deze Bulgaarse Riepe-verkoper, als hij het thuishonk van De Riepe aan het Eemskanaal binnenstapt. Hij vist een handvol kleingeld uit zijn broekzak en legt dat op de balie.
,,Probleem’’, herhaalt hij en tracht dan, in het kleine beetje Nederlands dat hij machtig is, uit te leggen waar het aan schort. Het komt erop neer dat de supermarkt in Hoogkerk, zijn vaste stek, hem daar niet meer wil hebben.
Geldtelmachine, koffie en de nieuwe Riepe
Projectleider Tony Grotenhuis (49) hoort hem aan, gooit ondertussen de muntstukken in de geldtelmachine en telt twaalf nieuwe straatkranten voor hem uit. ,,Wil je een kop koffie?’’ vraagt hij.
Het is 9 uur in de ochtend op de eerste november: de nieuwe Riepe is uit en dan is het altijd een drukte van belang bij het uitgiftepunt. Straatkrantverkopers weten dat de nieuwe Riepe grif van de hand gaat, ze krijgen bovendien drie gratis exemplaren: dat betekent geld verdienen. Ze betalen 1,20 euro per Riepe en vragen er op de stoep voor de supermarkt of bijvoorbeeld het Groninger Museum 2,10 euro voor. Plus fooi of kop koffie.
Om 9.18 uur stappen er vijf mensen binnen, het zijn Roma uit Roemenië die in een caravan op de camping in Tietjerk wonen. Ze zijn met de auto (Spaans kenteken) en splitsen zich op: de een gaat verkopen voor de Albert Heijn in Oosterhogebrug in Groningen, de anderen gaan naar supermarkten in Drachten, Assen, Meppel en Roden.
Zwerver Jos van de brug bij het Museum
Een man zonder rechterarm en met een paarse gebreide muts arriveert, een tandeloze mevrouw − ook uit Roemenië − komt binnen met in haar hand een broodzak vol kleingeld, het is 84,16 euro telt de geldmachine, een dakloze is met de fiets, achterop een oude klapstoel en daar is zwerver Jos (57), die altijd op de brug bij het museum staat.
Jos komt uit Limburg waar hij 30 jaar werkzaam was in een autofabriek. Toen hij op een dag vier collega’s zag omkomen bij een auto-ongeluk, veranderde zijn leven. Werken lukte niet meer en van lieverlee belandde hij op straat.
‘Ze jatten zelfs je vuile was’
Verkoper René (62) gaat even zitten. Hij schenkt zichzelf en zijn collega’s koffie in. In zijn wenkbrauw een piercing, om zijn nek een kettinkje met een kruisje eraan. Hij staat sinds 2016 bij de Jumbo in de Oosterparkwijk. ,,Voor de gezelligheid en ik wil wat te doen hebben. Ik heb altijd leuke gesprekken met mensen die een krantje bij me kopen.’’
Hij komt uit Ouderkerk aan de Amstel, deed een opleiding tot banketbakker en kok, werkte bij de bloemenveiling in Aalsmeer en streek toen hij in 1990 trouwde en kinderen kreeg neer in Veendam. Toen dat huwelijk strandde, ging het mis. ,,Ik had geen adres en geen uitkering, ik werd gedwongen op straat te leven. Ik zat tien dagen in de nachtopvang tussen de junkies, niks voor mij. Daar sliep ik met mijn tas onder mijn arm, want ze jatten zelfs je vuile was.’’
Hij verkaste naar het Ommelanderhuis en het Hoendiephuis en vond toen, via de kerk, een eigen huisje.
,,Toen ik De Riepe drie jaar verkocht, kreeg ik een ingeving van de Heer en heb ik mijn hele opbrengst van oktober aan het Ronald McDonald Huis geschonken’’, zegt hij. Een jaar eerder werd hij gelovig nadat hij de Stadskerk bezocht. ,,Ik voelde me daar zo goed. De liefde van de Heer is in m’n hart gekomen.’’
De straatkrant verkopen betekent voor hem een klein beetje extra inkomsten. ,,Meestal krijg je wat meer. En ik heb een pinautomaat. Soms vragen mensen of ik wat wil eten of drinken. Helaas hebben ze geen koffieautomaat meer bij de Jumbo. Die is tijdens corona verdwenen en nooit meer teruggekeerd.’’
‘Ik ben niet zo dwingend als die buitenlandse verkopers’
Een man, vrouw en jongen (21) komen aangereden in een oude Ford Fiësta. Ze komen uit Roemenië en verkopen De Riepe in Lewenborg en in Bedum.
Oud-Noordzeevisser Gerrit (62) staat al acht jaar bij supermarkt Plus in de Rivierenbuurt. ,,Ik ben niet zo dwingend als de buitenlandse verkopers’’, zegt hij. ,,Het succes van je verkoop hangt af van je gedrag. Maar ja, het zijn dure tijden nu en dit is nog maar het begin’’, waarschuwt hij.
Een dakloze komt vloekend binnen, waarom is onduidelijk. Een vrouw, ze logeert in het Ommelanderhuis, doet haar beklag. Ze heeft 6 euro bij zich, krijgt vijf Riepes (plus drie gratis exemplaren) mee en heeft bar weinig zin om het pand te verlaten. ,,Ik sta bij de Mediamarkt, maar ik wil naar die Jumbo op de Grote Markt. Ik wil er wat moois van maken.’’
Ze is twee maanden geleden vanuit Delfzijl naar Groningen gekomen. De Riepe verkopen levert haar soms iets moois op. ,,Ik heb een keer 15 euro gekregen voor één Riepe, maar dat is heel sporadisch.’’
Johnny heeft wind tegen
Dan stapt Johnny binnen, gejaagd is hij en graatmager. Hij is de Riepe-verkoper die sinds jaar en dag voor het Grand Theatre op de Grote Markt staat. Hij heeft geen cent op zak, maar krijgt drie Riepes mee. Hij beklaagt zich over de lange fietstocht die hij aflegde naar het Eemskanaal. Zwaar voor hem, want hij lijdt aan longemfyseem. Hij begint een gesprekje over een gestorven Riepe-verkoper. Een hoestbui belet hem even om verder te praten. ,,Ik ben niet gestopt hoor, met de drugs’’, zegt hij en dan heeft hij genoeg gepraat. ,,Ik ga heen’’, zegt hij en begint aan de weg terug naar de binnenstad, met wind tegen.
Ter ere van het 25-jarig bestaan van De Riepe is er 23 november een jubileumsymposium, waarin het gaat over de toekomst van De Riepe. Meer informatie: www.deriepe.nl
'Het gaat niet goed met De Riepe'
Historicus Wim Reckers (63) zag 25 jaar geleden een vacature voorbijkomen waarin gezocht werd naar een hoofdredacteur annex projectleider die de daklozenkrant in Groningen wilde oprichten. ,,Leuk, dacht ik, want schrijven is een hobby van me.’’
Hij solliciteerde, kreeg de baan en verzon een naam voor de daklozenkrant. ,,Ik wilde iets Gronings dat te maken had met het thema. Het werd De Riepe, Gronings voor trottoir.’’
Hij weet nog dat hij ging buurten bij al bestaande straatkranten in Utrecht, Amsterdam en Nijmegen (alleen die in Amsterdam bestaat nog) om uit te dokteren hoe ze te werk gingen en hoe ze aan verkopers kwamen. Daar hoorde hij dat lezers gecharmeerd zijn van nieuws van en over dak- en thuislozen.
,,Wij gaven ze een stem door ze gedichtjes en tekeningen te laten maken. In het allereerste nummer pakten we uit met een interview met Herman Brood. Die had wat met dit soort mensen’’, zegt Reckers.
Het eerste nummer leerde hem direct dat hij veel te weinig exemplaren had laten drukken. ,,Het liep gierend uit de hand, binnen een week waren we door alle kranten heen. De Riepe was meteen een succes, omdat mensen ’m massaal kochten uit sympathie voor de verkopers, denk ik.’’
Al gauw breidde De Riepe zich uit van de stad Groningen naar de provincie, niet veel later ook naar Friesland en Drenthe. Reckers meent dat de straatkrant een belangrijke functie heeft. ,,Aan de ene kant verschaft De Riepe de verkopers ervan geld, waarmee ze hun verslaving onderhouden, een enkeling uitgezonderd. Maar goed, die verslaving is er nu eenmaal. En door De Riepe hebben we ze wel in beeld en kunnen we ze waar nodig hulp bieden.’’
Hij kent enkele succesverhalen, van Riepe-verkopers die uiteindelijk een reguliere baan hebben gevonden. ,,Op de kop van de Herestraat stond altijd een topverkoper, die verkocht honderden kranten per maand. Hij is conciërge van de speeltuinvereniging geworden.’’
Reckers is 15 jaar betrokken geweest bij De Riepe. ,,De mooiste periode uit mijn werkend leven. Fascinerend vond ik het, de mond viel me elke dag weer open. We hebben zo veel beleefd, alleen al door de sportrubriek waarbij ik elke maand op pad ging met dakloze Hielko die iemand uit de sportwereld interviewde. Hij bedacht de vragen. De allereerste keer, hij stierf van de zenuwen, was met Erwin Koeman. Ik weet nog dat hij het papiertje met vragen uit z’n broekzak haalde en de eerste vraag opdreunde. ‘Vind je ook niet dat de drie noordelijke provincies zich moeten afscheiden van Nederland?’’’
Reckers schiet er nog van in de lach. En dan: ,,Het was niet alleen maar hosanna, hoor. Verkopers overtraden de regels graag: gingen ze toch bedelen of op een vaste plek van iemand anders staan. Dan moesten wij ze schorsen en waren wij de gebeten hond. Maar al met al was het een groot feest.’’
Barre tijden
Straatkrant De Riepe bestaat 25 jaar, maar beleeft barre tijden, zegt projectleider Tony Grootenhuis (53) van Stichting Werkpro die de straatkrant maakt en uitgeeft. ,,Het gaat niet goed. We hebben weinig verkopers: ongeveer 70 in Groningen, Drenthe en Friesland. We hebben er ook wel eens 120 gehad.’’
Deze eerste dag van de nieuwe Riepe heeft hij zo’n 2500 exemplaren verkocht aan de verkopers. ,,Ik heb er 8500 besteld voor deze maand. Soms hou ik er veel te veel over.’’
Volgens Grootenhuis zijn er jaren geweest dat er 150.000 Riepes werden verkocht. Dat is allang verleden tijd; het zijn er nu minder dan 100.000. Hoe dat kan, is onduidelijk. Grootenhuis zoekt de oorzaak in de werkgelegenheid: ook Riepe-verkopers vinden gemakkelijk andere baantjes. Wat volgens hem ook een rol speelt, is dat steeds meer mensen steeds minder contant geld op zak hebben.
In andere steden in Nederland is de straatkrant vanwege de slechte verkoopcijfers ter ziele gegaan, maar Grootenhuis hoopt dat De Riepe overeind blijft. ,,In de zomermaanden denk ik wel eens oei, oei, oei. We raakten er maar 3500 in een maand kwijt, dat is echt heel weinig. De Roma-mensen zijn dan naar Bulgarije en Roemenië en dan keldert het aantal verkochte kranten direct.’’
Meer dan een daklozenkrant
Dominique Krauts (27) is hoofdredacteur en werkbegeleider bij De Riepe. Samen met zo’n twaalf vrijwilligers − onder wie ex-daklozen en mensen in een re-integratietraject − maakt ze De Riepe.
Ze zegt dat De Riepe meer is dan een daklozenkrant. ,,De Riepe is gericht op de onderbelichte kant van de samenleving. Kwetsbaren, ex-verslaafden, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt: zij hebben allemaal wat meegemaakt en krijgen een podium in De Riepe. Die laat zien dat elk mens de moeite waard is. Ook al gaat hij kopje onder, er is altijd een kans om boven te komen.’’
Ook Krauts zegt dat het niet goed gaat met De Riepe. ,,We krijgen telefoontjes van mensen die hun vaste verkoper missen. Dat komt omdat ze ander werk vinden.’’
'De Riepe gaat over contact'
Sociaal ondernemer en daklozenkenner Ritzo ten Cate (45) uit Groningen is gek op De Riepe. ,,Fantastisch dat De Riepe er is. Als ik zie wat het met een aantal mensen doet en heeft gedaan. De Riepe is voor mensen met een afstand tot ‘onze wereld’ een middel om contact te maken. Dat werkt.’’
Hij bestrijdt het idee dat De Riepe zichzelf en het bestaan van de verkopers in stand houdt. Sommige verkopers staan jaren achtereen, dag in, dag uit, met het krantje op de stoep voor de supermarkt. ,,De Riepe is niet bedoeld om uit de sores en de ellende te komen. De Riepe is een mooie vondst om verbinding te maken tussen de donkere wereld van dak- en thuislozen en de wereld die het aardig goed voor elkaar heeft.’’
Hij geeft een voorbeeld. ,,Ik zat van de week op het terras van Doppio koffie te drinken. Marius kwam met zijn stapeltje kranten het terras op. Hij vroeg mij of ik een Riepe wilde kopen, maar ik had ’m al gekocht van Johnny. Toen vroeg hij het een andere man. Die bood hem een kop koffie aan en ze hebben geloof ik wel een kwartier met elkaar gepraat. De Riepe gaat over contact.’’