Steeds meer Groningse ouderen zijn aangewezen op zorg aan huis, maar hun woning is daar (nog) te weinig op ingericht. Foto: Archief ANP
Tot en met het jaar 2040 zijn er bijna 18.500 extra ouderenwoningen nodig in de provincie Groningen om de toenemende vergrijzing bij te benen. Vooral de vraag naar kleinere sociale huurhuizen gaat sterk stijgen.
Dat blijkt uit een woensdag gepresenteerd onderzoek naar de ‘woonzorgbehoefte’ onder ouderen en andere kwetsbare doelgroepen in de provincie. De prognose voor de komende decennia is opgesteld in opdracht van het provinciebestuur, de tien gemeenten, de woningcorporaties en (thuis)zorginstellingen.
Vooral voor ouderen zullen deze partijen tot en met 2041 fors moeten bijschakelen. Nu al is 24 procent van de Groninger bevolking 65 jaar of ouder en dat loopt de komende zestien jaar op tot 35 procent.
De vraag naar zorg stijgt net zo hard mee: van alle Groninger huishoudens heeft nu nog 8 procent in meer of mindere mate zorg nodig, in het jaar 2041 ligt dat op 14 procent.
Meer zorg aan huis nodig
Tegelijkertijd zit er geen groei meer in het aantal woonplekken in de zorgcentra in de provincie. Steeds meer ouderen zijn daardoor aangewezen op zorg aan huis. Het huidige woningaanbod is er echter nog veel te weinig op ingericht om tot op hoge leeftijd zelfstandig te wonen.
Dat moet de komende jaren worden opgevangen met meer op maat gesneden woningen of appartementen die bovendien geschikter zijn voor zorg aan huis. Voor een deel kan dat worden opgevangen door verbouwing van bestaande huizen, maar vooral in de sociale huursector zal ook fors moeten worden bijgebouwd.
Dat betekent vooral voor de dertien woningcorporaties in de provincie „een enorm grote opgave”, ziet directeur Esseline Schieven van Nijestee in de stad Groningen. Zij moeten toch al fors bijbouwen om de groeiende woningtekorten op te vangen, maar met de vergrijzing komt daar nog een extra uitdaging bij, ook financieel.
‘Woningcorporaties staan voor gigantische investering’
„Met een gemiddelde nieuwbouwprijs van 2,5 tot 3 ton per woning ligt er voor ons een gigantische investering bij een extra opgave van bijna 18.500 woningen voor de oudere doelgroep”, schat Schieven nu al in. Aanpassing van bestaande huizen is veel goedkoper, maar voor Nijestee ook lastig, aangezien de stad veel meer slecht toegankelijke portiekwoningen kent dan de rest van de provincie.
Alleen al in de stad moeten er bijna vierduizend huizen bij komen die zijn toegesneden op ouderen. Maar ook in het Westerkwartier (ruim 2500), Midden-Groningen (bijna 2500), op het Hogeland (ruim 2100), Oldambt en Eemsdelta (beide rond de 1600) en Stadskanaal (1400) is er een groot gat te vullen.
Wat en waar er precies moet worden bijgebouwd en aangepast, wordt de komende tijd verder uitgewerkt in regionaal verband. De provincie is daarvoor opgedeeld in drie regio’s. Daar kijken gemeenten, woningcorporaties en (thuis)zorginstellingen samen waar er behoefte is aan welke woningtypes, van gelijkvloerse appartementen tot ouderenhofjes.
‘Groningse samenwerking is uniek voor Nederland’
Die samenwerking is „uniek voor Nederland”, weet Cornel Vader, die namens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland niet alleen het onderzoek naar de woonzorgbehoefte in Groningen begeleidde, maar ook in de vijf andere koploperregio’s die Den Haag heeft aangewezen.
Vooral in de Randstad en Brabant is het volgens Vader niet vanzelfsprekend dat de grote steden op dit gebied samenwerken met de omliggende regio. Dat dat in Groningen wel lukt, is een uitkomst voor de kleinere gemeenten, zegt wethouder Ellen van Klaveren van Pekela. Zij hebben meestal niet de slagkracht om op eigen kracht te voorzien in de woonzorgbehoefte.
Dat geldt nog eens extra omdat niet alleen voor ouderen meer huisvesting op maat moet komen. De partners in de regio’s werken de komende jaren ook plannen uit voor andere kwetsbare doelgroepen, van beschermde woonvormen voor jongeren tot daklozen, statushouders, slachtoffers van mensenhandel en (in de Stad) stoppende sekswerkers.