Rawan vindt het te vroeg om te beslissen over terugkeer. Foto: Nienke Maat
Zes maanden na de val van president Assad zijn veel Syriërs in Nederland voorzichtig optimistisch. Toch overweegt bijna niemand een definitieve terugkeer — in elk geval niet nu. Syrische Groningers vertellen waarom. ,,Wat als ik terugga en er breekt opnieuw conflict uit?”
Op 8 december 2024 stond de wereld van Rawan Altakriti (34) even stil. Om vier uur ’s ochtends zat ze huilend voor de tv in haar woning in Groningen. „Die nacht hield ik voortdurend contact met vrienden in Turkije en Europa. We stuurden elkaar berichten vol ongeloof: ‘Wat hoor jij? Wat weet jij?’ En toen ineens: ‘Het Assad-regime is weg. Het is écht weg.’”
„Het waren tranen van blijdschap,” zegt Rawan. De Syrische kwam in 2022 als internationale student naar Nederland en richtte Bag Theater op, waarmee ze voorstellingen voor kinderen maakt. „Ik geloof niet dat ik ooit eerder zó gelukkig ben geweest. Het eerste wat in me opkwam, was: ik kan terug.”
Rawan kwam in 2022 naar Nederland. Foto: Nienke Maat
Ook voor Abdul Dokko (31), eigenaar van het Syrische restaurant UNO in Groningen, kwam het nieuws als een schok. „Ik had nooit gedacht dat Assad zou verdwijnen. We dachten allemaal dat hij oud zou worden, zou sterven, en dat zijn zoon hem zou opvolgen. Ik dacht: hij zal tot het einde vechten om aan de macht te blijven.”
Tegelijkertijd blijft de toekomst onzeker, zegt Abdul, die in 2014 naar Nederland vluchtte. „Maar velen van ons zeggen: erger dan wat we hebben meegemaakt, kan het niet worden. Na de val van Assad waren we bang dat er een nieuwe burgeroorlog zou uitbreken, maar tot nu toe lijkt de situatie redelijk stabiel.”
Abdul had nooit verwacht dat Assad zou vertrekken. Foto: Nienke Maat
Enorme uitdagingen
Syrië balanceert op de rand van hoop en hernieuwd geweld. Het land wordt geleid door een overgangsregering onder president Ahmed al-Sharaa. In december greep hij de macht met zijn fundamentalistische islamitische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS). Sindsdien presenteert hij zich als een gematigde leider voor álle Syriërs.
De interim-president probeert diplomatieke banden aan te halen. Onder zijn leiding hebben de VS en de EU economische sancties grotendeels opgeheven. Tegelijkertijd moet hij thuis de ingestorte economie herstellen, overheidsinstellingen opbouwen en een verdeeld land bijeenhouden.
De spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen blijven groot, en op meerdere plekken laait sektarisch geweld op. Zo brak in maart een conflict uit aan de Syrische kust, waarbij naar schatting meer dan duizend mensen omkwamen.
Na acht jaar naar huis
Hoe de situatie in Syrië nu is, wilde Rawan met eigen ogen zien. Afgelopen januari bezocht ze voor het eerst in ruim acht jaar haar geboortestad Damascus, waar haar ouders nog wonen. In 2016 vluchtte ze in eerste instantie naar Turkije, nadat het voor haar als activist in eigen land te gevaarlijk werd.
„Ik was bang om de grens naar Syrië over te steken, want ik ken de gevaren van vroeger,” zegt ze. „Toen ik mijn paspoort liet zien, zei de grensbewaker: ‘Jij staat bekend als een bedreiging voor de nationale veiligheid.’ Een maand eerder zou ik zijn verdwenen in een gevangenis. Maar hij gaf het paspoort terug en zei: ‘Je bent vrij.’ Ik kon het niet geloven.”
Rawan keerde kort terug naar Syrië. Foto: Nienke Maat
Het weerzien met haar land en familie was emotioneel. „Er was zeker blijdschap, maar ook angst. De Syrische samenleving is diep verdeeld. Verschillende groepen leven naast elkaar, maar weten niet hoe ze samen moeten leven. Als we het over wederopbouw hebben, gaat het vaak alleen over gebouwen. Maar mensen moeten ook helen. Syrië is een getraumatiseerd land.”
Veel Syriërs zijn bang, overal zijn nog wapens.
Het is voor Rawan te vroeg om een beslissing te nemen over terugkeer. Voorlopig blijft zij in Nederland. „Ik denk dat veel Syriërs met die vraag worstelen: moeten we teruggaan, blijven, of iets ertussenin? Velen van ons zijn bang,” zegt ze. „Overal zijn nog wapens. Wat als ik terugga en er breekt opnieuw conflict uit?”
Een enkeling keert terug
Onduidelijkheid over de toekomst lijkt veel mensen hier te houden. Slechts 380 van de ruim 160.000 Syriërs in Nederland keerden dit jaar vrijwillig terug met hulp van de overheid. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV).
Deze groep bestond vooral uit mensen die destijds in de asielprocedure zaten of een verblijfsvergunning hadden. Of en hoeveel Syriërs met de Nederlandse nationaliteit zelfstandig terugkeerden, is onduidelijk.
Wie via de DTenV vertrekt, ontvangt 900 euro contant en krijgt ondersteuning bij de terugreis. Om van deze hulp gebruik te maken, moet een verklaring worden ondertekend waarin afstand wordt gedaan van de asielaanvraag of verblijfsvergunning. Terugkeer naar Nederland is daarna niet meer mogelijk.
Abdul heeft samen met zijn broer een Syrisch restaurant. Foto: Nienke Maat
‘Bijna iedereen die ik ken, is gevlucht’
Abdul Dokko is niet van plan om op korte termijn naar Syrië terug te keren. Elf jaar geleden vertrok de toenmalige rechtenstudent vanuit Damascus naar Nederland. „Ik wilde het leger niet in; ik wil geen mensen doden. Voor mij was er daar geen toekomst meer.”
Abdul heeft hier een leven opgebouwd en is Nederlander geworden door naturalisatie. In Syrië is volgens hem nog weinig over van zijn oude leven. „Bijna iedereen die ik daar kende, is gevlucht tijdens de oorlog.”
„Ik ben hier echt vanaf nul begonnen,” vertelt Abdul. „Ik heb de taal geleerd, een bedrijf gestart, een netwerk opgebouwd. Teruggaan zou betekenen dat ik helemaal opnieuw moet beginnen — en dat heb ik al eens gedaan.”
Teruggaan betekent voor mij helemaal opnieuw beginnen.
Als het veilig blijft, wil Abdul wél regelmatig terug voor een bezoek. „Mijn broer en ik zijn van plan om iets met vastgoed te gaan doen. Bijvoorbeeld een huis kopen en dat via Airbnb verhuren. Het is een prachtig land, maar door Assad hebben we veel gemist. We leefden in een totaal andere realiteit. Ik hoop dat Syrië weer mee gaat doen met de rest van de wereld.”
Yamen bij zijn grillroom op het Gedempte Zuiderdiep. Foto: Nienke Maat
‘In Syrië vind ik rust’
„Sinds 8 december voel ik me voor het eerst weer Syriër, dat gevoel was ik kwijt,” zegt Yamen Ericksousi (31). Hij is eigenaar van Yamen Grillroom en twee cateringbedrijven in Groningen. „Om het vertrek van Assad te vieren, heb ik de hele dag gratis broodjes uitgedeeld.”
In april, precies tien jaar na zijn vlucht, kon hij zijn familie voor het eerst weer bezoeken. „Het was bijzonder om terug te zijn. Er wordt hard gewerkt aan de wederopbouw. Overal zie je renovaties, straten en wijken veranderen bijna dagelijks.”
Yamen heeft inmiddels de Nederlandse nationaliteit, maar overweegt een toekomst deels in Syrië. „Misschien over een jaar of twee, als ik daar ook zakelijk iets kan opbouwen. Dan wil ik zes maanden daar en zes maanden hier wonen. Mijn ouders worden ouder; ik wil voor hen kunnen zorgen.”
Yamen ziet kansen in Syrië. Foto: Nienke Maat
Ook van generatiegenoten hoort Yamen dat zij overwegen om (deels) terug te gaan. „Vooral voor onze ouders. Zij hebben ons geholpen om naar een veilige plek te vluchten, nu kunnen wij er weer voor hen zijn.”
De mogelijkheid om terug te keren verschilt sterk per persoon, benadrukt hij. „Als ondernemer heb ik meer vrijheid dan iemand in loondienst, of iemand die niets heeft kunnen sparen. Daarnaast ben ik het gewend risico’s te nemen, dat hoort bij mijn leven.”
Wat hem drijft, is niet alleen familie, maar ook de kansen die hij in zijn thuisland ziet. „Ik zie potentie in een land na zoveel jaren oorlog. En ik vind rust in mijn hoofd als ik daar ben. Het leven voelt eenvoudiger, met minder druk. Hier vallen constant blauwe enveloppen op de mat – daar niet.”