Sigaretten in glaasjes. Tabaksfabriek Niemeyer zit nog vers in het geheugen bij duizenden Groningers. 'Als je rookt, moet je wel verstandig roken', zei Cruijff
Riepko Toxopeus reisde als tabaksinkoper de hele wereld over. Foto: Jan Willem van Vliet
Tabaksfabriek Theodorus Niemeyer in Groningen is leeg en stil. Nagenoeg alle machines en apparatuur zijn verkocht, verscheept, verdwenen. En daarmee ook de mensen. Toch zweeft de rook en geur van Niemeyer nog in de herinnering van duizenden werknemers en omwonenden.
Riepko Toxopeus (75) opent een pakje shag – Javaanse Jongens – plukt er wat tabak uit en begint met geroutineerde vingers volgens de regelen der kunst met een vloeitje een sigaretje te rollen. ,,Nee, dit is geen halfzware. Driekwart, een van de toppers van Niemeyer.’’
De ruimte boven de garage achter zijn huis in Grijpskerk ademt in alles Toxopeus’ oude beroep: melangeur. Het groene laken van de snookertafel wordt door tabaksbladeren aan het zicht onttrokken. Op een plank staan tientallen KLM-huisjes – inclusief jenever – die de tabaksinkoper verzamelde in de 35 jaar dat hij over de wereld reisde.
Riepko Toxopeus uit Grijpskerk heeft een mini-museum over Niemeyer. Foto Jan Willem van Vliet
Roken als beroep. ‘We noemden ons ‘tabakkers’
Hij steekt de piekfijn gerolde sigaret aan, ademt genietend in en blaast de rook berekenend uit. Hij steekt zijn neus in de lucht, snuift en buigt zich lichtjes voorover. Met zijn ogen dicht stapt hij langzaam, heel langzaam, door de rook. Een kleine glimlach verschijnt op zijn gezicht. ,,Prima kwaliteit. Wist je dat een zakje shag 24 of 25 soorten tabak uit 16 verschillende landen bevat? Een melangeur – we noemden ons ook wel ‘tabakkers’ – acteert als een dirigent.’’
Melangeur Riepko Toxopeus was een van de 'tabakkers' van Niemeyer. Foto Jan Willem van Vliet
Het klinkt alsof hij de vergelijking vaker maakt. ,, Een tabakker is als een wijnproever, maar het verschil met wijn is dat de smaak van het rookproduct niet mag veranderen, terwijl de tabak per seizoen – net als bij wijn – anders is. Als het een nat seizoen is, is de smaak en de bladstructuur anders dan in een droog seizoen. De consument verwacht bij shag juist een constante kwaliteit. Dat betekent dat wij de melange telkens weer aanpassen. Je hebt onmiddellijk door welke tabak het geheel verstoort. Ik ben altijd een beroepsroker geweest. Toen ik in 2005 met pensioen ging, stopte ik ook met roken. Nou ja, een fijne sigaar met een Sumatra dekblad sla ik niet af hoor. That would be criminal.’’
In november 1970 zet Toxopeus voor het eerst voet in de tabaksfabriek die de uitgebreide viering van haar 150-jarig bestaan dan net achter de rug heeft. Op 25 maart 1819 opent Meindert Niemeijer ‘een handel in koloniale waren’ en verkoopt derhalve ook tabak. Zoon Theodorus Niemeijer neemt in 1848 de winkel en grossierderij over: het ‘Wapen van Rotterdam’, gevestigd in de Nieuwe Ebbingestraat. Hij begint ook met de verkoop van koffie en thee. In 1903 wordt aan de Paterswoldseweg een nieuwe tabaksfabriek met kantoren gebouwd. Toxopeus: ,,Toen was daar niets anders dan weiland. Dat kun je je nu gewoon niet meer voorstellen.’’
De tabaksfabriek verhuisde begin vorige eeuw naar de Paterswoldseweg. Deze foto is van 1922. Foto: P. Kramer/Groninger Archieven
Toxopeus, geboren op de boerderij Torum in de Westpolder bij Vierhuizen, gaat na het voltooien van de Zuivelschool in Bolsward aan de slag bij de tabaksfabriek. ,, De oude mijnheer Niemeijer, ik heb het over Theodorus Eduard, die wij ThE noemden, was toen nog de baas. Het was nog een echt familiebedrijf. En zo voelde het ook. Ik kreeg een opleiding van een jaar. Op het laatst zat ik op de monsterkamer, de afdeling waar de monsters van leveranciers uit allerlei landen binnenkomen. Het was een grote ruimte met lange tafels waarop de tabak lag uitgespreid. Hier stelden we de melanges samen.’’
Sigaretten in glaasjes op verjaardagsfeestjes
Een van zijn leermeesters is John Bredenkamp. ,,Hij was een Rhodesiër uit wat nu Zimbabwe heet. Hij zorgde er mede voor dat ik bij de monsterkamer bleef en dat ik tot tabakker werd opgeleid.’’
Bredenkamp, die van 1967 tot 1976 bij Niemeyer werkte, is later een omstreden figuur, omdat hij wapens levert aan het regime van president Mugabe van Zimbabwe. Toxopeus: ,,Maar ik heb ontzettend veel van hem en ook van anderen geleerd. Het is een vak waar geen opleiding voor bestaat. Je moest het in de praktijk leren. Door te luisteren en te ruiken.’’
Meindert Niemeijer startte op 25 maart 1819 ‘een handel in koloniale waren’ en verkocht ook tabak. Zoon Theodorus Niemeijer nam in 1848 de winkel en grossierderij het ‘Wapen van Rotterdam’ over. Foto: Corné Sparidaens
En te roken. ,,Dit deden we bij voorkeur tussen 10 en 12 uur ’s morgens.’’
De lessen beginnen in een tijd waarin bij verjaardagsfeestjes sigaretten in glaasjes op tafel worden gezet en de Marlboro Man nog vierkant gekaakt en onbevreesd over de prairie galoppeert. De bekendste merken van de Groninger tabaksfabrikant zijn Samson, Pall Mall, Caballero Mild, Bizon, Jakobs en Javaanse Jongens. ,,Roken was doodnormaal. Iedereen rookte, echt iedereen.’’
De gemeente Groningen wordt in 1969 dankzij Niemeyer eigenaar van een van de oudste huizen in de stad: het Gotische Huis uit de 15de eeuw aan de Brugstraat. De tabaksfabriek schenkt de gemeente vanwege het 150-jarig jubileum een bedrag waarmee het huis kan worden aangekocht. Hierin komt later het Noordelijk Scheepvaartmuseum, thans onderdeel van het Museum aan de A. Ook de tabakscollectie van Niemeyer wordt hier ondergebracht.
In het depot van het Noordelijk Scheepvaartmuseum ligt nog steeds een deel van de collectie van Niemeyer. Hier was vroeger ook het tabaksmuseum ondergebracht. Foto: Corné Sparidaens
Toxopeus wordt in 1978 hoofd inkoper. ,,Ik was voor mijn werk drie maanden per jaar in het buitenland. Tabak groeit in landen, zowel op het noordelijk als het zuidelijk halfrond, waar ’s zomers tijdens het groeiseizoen een temperatuur van tussen de 25 en 30 graden heerst. De belangrijkste tabaksregio’s zijn China, waar 30 procent van de wereldproductie wordt verbouwd, Zuid-Amerika, de Verenigde Staten en Afrika. Eind jaren 60 kwam daar Zuid-Korea bij, nadat Rhodesië vanwege het regime onder Ian Smith internationaal werd geboycot. Mijn reisschema startte in januari als de veilingen in Kentucky opengingen. Dan reisde ik via Atlanta en Nashville naar hillbilly country en plaatste ik bestellingen voor bijvoorbeeld Kentucky dark fired voor de zware en halfzware shag. De hoeveelheden hingen onder meer af van de rijpheid en de kleur van de tabak.’’
Oorlog zorgt voor schisma binnen de familie Niemeijer
Hij vertelt gedetailleerd en bijna teder over de verschillende droogmethodes (lucht, zon en hout) en welke tabakssoort de meeste nicotine oplevert. Over de landingen in eenmotorige vliegtuigjes op onverharde landingsstroken in de binnenlanden van Tanzania. ,,En zo reisde ik – afhankelijk van de oogstperiode – van land naar land. Een prachtige tijd hoor, maar ja, daardoor miste ik weleens een verjaardags- of examenfeest van een van de kinderen. Heel jammer, maar dat hoorde erbij. Part of the job.’’
Niemeyer is vanaf medio jaren 60 voor een kwart in handen van de Engelse tabaksfabrikant Gallagher. In 1974 nemen ‘de Engelsen’ ook de rest van de aandelen over. ThE wordt voorzitter van de Raad van Commissarissen. Zijn neven Henk en Theodoor Willem – door de werknemers met een mengeling van eerbied en genegenheid respectievelijk aangeduid als HHF en ThW – blijven in de directie. Maar niet voor lang. De twee worden enkele jaren na de overname door Gallagher de laan uitgestuurd.
Harmen Niemeijer bij een oud glas-in-loodraam van tabaksfabriek Niemeyer, een geschenk van het personeel tijdens het 100-jarig jubileum. Foto: Jaspar Moulijn
,,Door mijn vader dus’’, legt Harmen Niemeijer (82) uit. Hij is de zoon van ThE, en de laatste Niemeijer die de fabriek verliet. ,,Mijn vader kon niet heel goed met zijn neven opschieten. Ze vonden dat zijn vader, mijn grootvader dus, in de oorlog te dicht tegen de Duitsers aanleunde. Maar mijn grootvader verkeerde in een spagaat, hij probeerde zoveel mogelijk mensen in dienst te houden, zodat ze niet als dwangarbeiders naar Duitsland werden gestuurd.’’
De broer van ThE, Willem Niemeijer, zit in het verzet en wordt in 1944 opgepakt en naar het gevangenkamp Neuengamme gebracht. Volgens een Duitse overlijdensakte komt hij in Hamburg door bloedvergiftiging om het leven. Niemeijer: ,,Het is nooit echt duidelijk geworden wat er nu precies met Will is gebeurd. In de fabriek is nog een gedenkteken voor hem ingericht. In die tijd is het schisma in de familie ontstaan.’’
Een gedenkteken voor Willem Niemeijer die verzetsstrijder was en in de oorlog om het leven kwam. Foto: Jaspar Moulijn
Niemeyer sponsort F1-coureur Jan Lammers
Zijn vader spreekt met geen woord over de dood van zijn broer, nooit. ,,Onze verstandhouding was niet heel geweldig. Waarom? Verschillende karakters denk ik. En hij werkte veel en hard, ook op zaterdag. Hij sprak niet veel met mij. We deelden een belangstelling voor de natuur. Mijn ouders scheidden toen ik 8 was. Ze hadden zeven kinderen. Mijn vader kreeg met zijn nieuwe vrouw nog twee kinderen. Ik heb nu nog een halfbroer en twee volle en twee halfzussen. ’’
Harmen Niemeijer, woonachtig in Roden, is de enige van de telgen die bij de fabriek aan de slag gaat. ,,Ik ging eerst naar Rhodesië, Engeland en Canada om het vak te leren. Dat was ergens vanaf ’63. Een jaar of tien later werd ik marketingmanager voor Samson, Jakobs en Javaanse Jongens.’’
Conservator Wicher Kerkmeijer van het Noordelijk Scheepvaartmuseum pakt een van de voorwerpen uit de tabakscollectie van Niemeyer die in het depot is opgeslagen. Foto: Corné Sparidaens
De productie van sigaretten is dan al naar het buitenland overgeheveld, Groningen richt zich uitsluitend nog op shag. Maar het tij zit mee: mede dankzij de accijnsverhogingen op sigaretten maken nogal wat rokers de overstap naar het zelf draaien uit een buidel losse tabak, beter bekend als puut of puutsje. Het merk Samson ontwikkelt zich tot een begrip.
,,Shag sprak mij meer aan dan sigaretten. Dat is veel persoonlijker. Als iemand je vraagt ‘mag ik een shagje van je draaien?’ dan komt hij met zijn vingers aan jouw product. Dat is een heel andere beleving.”
Als marketingmanager verzet hij zich – tevergeefs – tegen de sponsoring van het raceteam van F1-coureur Jan Lammers. ,,Samson had niks met de F1 te maken. Formule 1 was de elite. Samson hoorde bij sporten als motorcross.’’
Niemeyer sponsorde F1-coureur Jan Lammers.
Hoe prins Bernhard opperhoofd ‘Vliegende Adelaar’ werd
Het gaat Niemeyer decennialang meer dan royaal voor de wind. Het kan niet op. Met de viering van het 150-jarig jubileum in 1969, waarbij de tabaksfabriek het predicaat ‘koninklijk’ krijgt, wordt riant uitgepakt. Een reeks aan festiviteiten voor Groningen en ook de Oranjes wordt het een en ander cadeau gedaan. Zo moet er nog ergens in de koninklijke archieven een indianentooi liggen, met de complimenten van Niemeyer.
Als onderdeel van het jubileum wordt in het Stadspark een compleet tipidorp inclusief Canadese indianen ingericht alwaar opperhoofd Zwart Paard de vredespijp rookt met prins Bernhard. De laatste krijgt na de ceremonie een indianentooi op zijn hoofd geplant en mag zich bijgevolg voor de rest van zijn leven opperhoofd Vliegende Adelaar noemen, een voorrecht waarvan de prins zelden gebruikmaakte.
20 juni 1969. In het Stadspark in Groningen wordt prins Bernhard ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Theodorus Niemeyer N.V. door Chief McDoughall Black Horse van de Canadese Indianen benoemd tot ere-opperhoofd met de naam Flying Eagle.
Ook op minder plezierige momenten trekt Niemeyer ruimhartig de portemonnee. De fabriek groeit en groeit en begin jaren 70 is uitbreiding toch echt noodzakelijk. Hiervoor moeten honderd woningen in de aangrenzende Piet Heinstraat worden gesloopt. Dit ligt bij het toenmalige gemeentebestuur buitengewoon gevoelig.
,,Maar Niemeyer zette het stadsbestuur het mes op de keel’’, herinnert PvdA-politicus Bert Middel (1952) zich. Hij woont destijds als 19-jarige student sociologie in de Piet Heinstraat. ,,Het college moest ermee instemmen en anders zou de fabriek uit de stad vertrekken. Dat betekende een verlies van bijna duizend banen. Max van den Berg was de enige in het college die tegen was, de rest ging akkoord.’’
Bert Middel woonde in de Piet Heinstraat die grotendeels werd gesloopt vanwege de uitbreiding van de tabaksfabriek. Foto: Jan Willem van Vliet
Middel richtte met enkele buren een stichting op die de uitzetting van bewoners nauwgezet begeleidde. ,,Er was dan wel groen licht voor de sloop, maar het zou nog jaren duren voordat alle werkzaamheden achter de rug waren. Je wilt natuurlijk geen kapot gebied in die straat met leegstaande woningen en gedoe met krakers. De bewoners kregen voorrang bij het zoeken naar een nieuwe woning. Niemeyer betaalde meer dan de marktwaarde voor de huizen. Vertrekkende huurders ontvingen 4.000 gulden vergoeding. Studenten kregen zelfs 2.000 gulden. Dat was nogal wat in die tijd. Zodra er een huis vrij kwam, viel dit onder het beheer van de stichting. Meteen werd het tijdelijk in gebruik gegeven aan Stadjers die dringend woonruimte nodig hadden. De opbrengst ging volledig naar goede doelen. Daarnaast kwamen er onder meer een speeltuin, wasserette, peuterspeelzaal en buurtcafé, allemaal gerund door vrijwilligers.’’
Hij lacht uitbundig. ,,Prachtig toch? Van die linkse jongens die zaken deden met het grootkapitaal. En het verliep allemaal vlekkeloos.’’
De tabaksfabriek is ook goed voor de eigen werknemers. Sjoerd van der Wal (70) is sinds acht jaar met pensioen, maar draagt nog elke keer zijn oude Niemeyer-overall wanneer hij in de werkplaats van Zorgboerderij De Weide Blik in zijn woonplaats Hoogkerk werkt aan de restauratie van een Miedemawagen. ,,Ik heb er 38 jaar met veel plezier gewerkt. Ik begon op de voorbereiding waar de balen tabak binnenkwamen en er shag van werd gesneden. Later deed ik het onderhoud van de pakmachines. Ho, wacht. Momentje hoor.’’
Oud-werknemer Sjoerd van der Wal draagt nog bijna dagelijks zijn Niemeyeroverall, ook al is hij jaren met pensioen. Foto: Jaspar Moulijn
Hij tast in zijn zakken. ,,Waar is mijn shag nou? Ah, ik heb het al.’’ Hij legt een pakje Samson halfzwaar op tafel. ,,Ik heb altijd gerookt. Bij Niemeyer kreeg je ook tabak van het bedrijf, een keer in de maand nam je een rokerspakket mee naar huis. Maar je mocht geen eigen shag mee naar binnen nemen. Ze waren bang dat je anders het zakje zou bijvullen. In de kantine kon je sigaretten krijgen die speciaal voor de arbeiders van de fabriek waren gemaakt ... Waar was ik? O ja, ik deed dus het onderhoud van de pakmachines. Ik werkte meestal in een tweeploegendienst. Dan werkte je van ’s morgens zes tot kwart over twee of van kwart over twee tot half elf. Mooi werk, anders houd je het ook geen 38 jaar vol. En ik had geen baas die de hele dag liep te zeuren. Dat scheelde ook. En vergeet de collega’s natuurlijk niet.’’
Johan Cruijff: ‘Als je rookt, moet je wel verstandig roken’
Riepko Toxopeus herinnert zich de weegsters. ,,Bij elke pakmachine zaten vier vrouwen die dertien keer per minuut 50 gram shag moesten afwegen. Je zou zeggen dat iemand daar stapelgek van wordt. Maar ik heb het meegemaakt dat een van hen eigenlijk niet weg wilde toen ze tijdelijk ergens anders moest werken. Die onderlinge band was heel sterk. En deze vrouwen werkten ontzettend nauwkeurig. Ze hadden een weegschaaltje om de shag af te wegen, maar ze slaagden er bijna elke keer in om met een greep precies de goede hoeveelheid shag te pakken.’’
Javaanse Jongens is een van de bekendste merken van de Groninger tabaksfabrikant Niemeyer. Foto: Corné Sparidaens
In de hallen van Niemeyer heerst nu stilte. Meubels, apparatuur, machines, kantoorspullen: alles is weg. Maar op de zolderkamer in Grijpskerk hoort Toxopeus in zijn hoofd het geroezemoes van de honderden werknemers, het gepiep van heftrucks en het geratel van machines. ,,Niemeyer had een heel eigen geluid. Een eigen cultuur ook. Ik weet nog dat ik als leerling bij de voorbereiding terechtkwam. Het was traditie dat de voorman zei: ‘Jongens, er komt een trainee ‘van kantoor’. Die nemen we even te pakken.’ Vervolgens pootte hij mij bij een lopende band met balen en vaten Kentucky-tabak die gloeiend heet uit de stoomkamer kwamen. Ik moest de tabak eruithalen. Man, die nicotinedamp walmde je gewoon tegemoet. Na een paar uur vroeg de voorman: ‘Hou ist Tox?’ En ik werd bleker en bleker. Bij de koffie zei ie: „Vaalt nait mit of wel?’ Pfffffff.’’
De tabaksfabriek wordt een dezer dagen nagenoeg leeg opgeleverd. Alles - van machines tot kledingkluisjes - werd verkocht. Foto DvhN
Het besef dat roken toch niet echt bevorderend is voor de gezondheid, dringt ook door tot de consument. Niemeyer lanceert in 1972 het stippenplan. Hoe minder stippen op een pakje staan, hoe minder teer en nicotine de sigaret bevat. Niemand minder dan Johan Cruijff prijst in 1978 tijdens een groots opgezette campagne Roxy Dual aan, een sigaret met een lager teer- en nicotinegehalte. ‘Maar ik vind: als je rookt, moet je wel verstandig roken’, aldus de iconische nummer 14. Toxopeus: ,,Dat vonden de andere fabrikanten niet leuk, dat we ons juist daarmee profileerden. Overigens: woorden als ‘schadelijk’ en ‘ziekte’ gebruikten we toen nog niet.’’
De tabaksfabriek wordt een dezer dagen nagenoeg leeg opgeleverd. Alles - van machines tot kledingkluisjes - werd verkocht. Foto DvhN
In 2001 spannen twee ernstig zieke ex-rokers een rechtszaak aan tegen Niemeyer, die ze aansprakelijk stellen voor hun ziekte. Tevergeefs.
Niemeyer komt in de jaren 90 in handen van British American Tabacco (BAT). ,,In onze business was het echt hosanna. De verkoopcijfers gingen omhoog en omhoog. Rond 2005/2006 kwam de echte kentering. Er was toen al een reclameverbod. Ik schat dat we van de 18 miljoen kilo tabak die we jaarlijks inkochten op het laatst ongeveer 3 resteerde. Mensen zijn natuurlijk minder gaan roken. Ja, ik snap het wel.’’ Zijn stem wordt wat aarzelend, alsof hij zich ergens overheen moet zetten. ,,Roken is natuurlijk ongezond.’’
De tabaksfabriek wordt een dezer dagen nagenoeg leeg opgeleverd. Alles - van machines tot kledingkluisjes - werd verkocht. Foto DvhN
‘Ik heb nooit geïnhaleerd’
Hij maakt zich geen zorgen over zijn eigen gezondheid. ,,Wij melangeurs rookten niet over de longen, je hield de tabaksrook in je mond. Bij inhaleren krijg je de teer in je longen. Ik heb nooit geïnhaleerd en thuis taalde ik niet naar een sigaret.’’
Ook Harmen Niemeijer staat niet lang stil bij de gevolgen van het roken. ,,Ik ben nooit een zware roker geweest en ik rook enkel vanaf borreltijd. Bovendien is er in mijn familie nog nooit iemand ziek van geworden. Mijn vader was ook al geen zware roker en toen hij al wat ouder was, was hij er ook mee gestopt. Maar hij vond het altijd nog heerlijk om aan een pakje shag te ruiken. Maar ik weet natuurlijk ook wel dat roken niet goed is voor de gezondheid. Iedereen weet dat. Uiteindelijk ligt de keuze om wel of niet te roken bij de mensen zelf. En je houdt het niet tegen. Kijk naar de droogleggingsperiode in de jaren 20 van de Verenigde Staten. Wat gebeurde er? De drankhandel kwam in handen van schurken.’’
De sluiting van de fabriek doet hem wel pijn. ,,Die is onderdeel van de stad.’’
De tabaksfabriek wordt een dezer dagen nagenoeg leeg opgeleverd. Alles - van machines tot kledingkluisjes - werd verkocht. Foto DvhN
Toxopeus: ,,De sluiting is een drama voor alle direct betrokkenen, vooral de huidige inmiddels ook ex-werknemers. Echter een voorspelbare gebeurtenis. Vergelijk het met een familielid dat ongeneeslijk ziek is en stervende, een proces van misschien jaren: iedereen weet dat het gaat gebeuren, maar als het zover is, komt het toch als een schok. Immers, de geur die zo bij de Paterswoldseweg hoorde, was er opeens niet meer. Komt nooit, never terug. Positief is dat nagenoeg alle medewerkers weer een baan hebben. Zo ken ik een medewerker van de monsterkamer die bij DE (Douwe Egberts, red.) in Joure, onze vroegere concurrent is terechtgekomen. Het is een prettige gedachte dat de gevel van het pand blijft, echter: ik begrijp heel goed dat de BAT die unieke plek niet voor een fooi aan de gemeente Groningen geeft. Die krijgt nu advocaten van de Zuidas op bezoek. Ben benieuwd hoe dat afloopt.’’
Hij blaast genietend een rookwolkje uit.
,,Smooth.’’
De tabaksfabriek wordt een dezer dagen nagenoeg leeg opgeleverd. Alles - van machines tot kledingkluisjes - werd verkocht. Foto DvhN