Het Groningse PVV-Statenlid Ton van Kesteren. Foto: Duncan Wijting
Volgens het Gronings Statenlid Ton van Kesteren (PVV) is de verkiezingsuitslag van de Tweede Kamerverkiezingen, waarbij zijn partij een gigantische overwinning boekte, logisch te verklaren. ,,Wij hebben de noden van gewone mensen wél ter harte genomen.’’
Woensdagavond zorgde de PVV voor een daverende verrassing door de landelijke verkiezingen te winnen. PVV-Statenlid Ton van Kesteren uit Groningen noemt het ‘de slagroom op de taart’. ,,Hier hebben we samen jarenlang voor gewerkt. Ik heb mijn collega’s daarvoor gecomplimenteerd. Door met gewone mensen te praten in de samenleving en hun problemen aan te horen.’’
Hij noemt de uitslag verrassend. ,,Maar ik heb wel gezegd dat de PVV wel eens groot kon worden. Veel werkenden kunnen niet rondkomen, het leven is duur geworden. De PvdA voerde grachtengordelpolitiek, de sociaaldemocratie mist daar. Bij ons gaat het nog om gewone mensen. Wij hebben hun noden wél ter harte genomen.’’
Simpele zaken
Volgens Van Kesteren verklaart dat de overwinning van zijn partij. ,,Wij hebben altijd gezegd: politiek gaat om simpele zaken. Niet over ideologische vergezichten zoals allemaal elektrisch rijden, daar hebben gewone mensen die niks overhouden in hun portemonnee niets aan. Het draait om gezinnen die de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen perspectief te geven. Dat kwartje is nu bij Nederlanders gevallen en ik hoop dat het ook in Den Haag doordringt.’’
Als grootste partij is de PVV aan zet. Van Kesteren denkt dat lijsttrekker Geert Wilders in staat is om een stabiele coalitie te vormen. ,,Je moet elkaar iets gunnen als coalitiepartners. Niet doordrukken, maar samen zoeken naar een realistisch beleid. Een partij als de BBB is naar mijn idee bijvoorbeeld een van de kandidaten. Maar goed, ik ben niet de informateur. Ik denk dat Geert consciëntieus omgaat met die enorme druk op zijn schouders.’’
De grote overwinning betekent dat Van Kesteren terug kan keren naar de Eerste Kamer, waar hij eerder op basis van voorkeursstemmen moest vertrekken. ,,Dat vind ik heel mooi, en ook dat ik weer in het Benelux-parlement kom. Ik voel me in Den Haag een ambassadeur van het Noorden, ik vind dat een mooie taak en zat daar op mijn plek.’’