Maurits Bunt en Bob van der Linde zijn de jonge nieuwe klokkenluiders van Groningen. 'Als je vertelt dat je beiaardier bent, vinden mensen dat niet meteen sexy'
Maurits Bunt (bril) en Bob van der Linde zijn de nieuwe stadsbeiaardiers van de Martinitoren in Groningen. Foto: Corné Sparidaens
Met gemak beklimmen de twee nieuwe stadsbeiaardiers van Groningen de 311 treden naar hun werkplek bovenin de Martinitoren. ,,Je wilt mensen een beetje gelukkiger maken.’’
Ze hebben eelt op hun pinken. Hun kuiten zijn getrainde kuiten. De kop is eraf voor de nieuwe stadsbeiaardiers van Groningen die een maand geleden hun intrede maakten. Maurits Bunt (24) uit Klarenbeek (bij Apeldoorn) en Bob van der Linde (26) uit Sneek. Piepjonge muzikanten, net afgestudeerd aan het conservatorium.
Ze kennen de vooroordelen over hun vak.
Bob: ,,Mensen denken bij beiaardier vaak aan oude, gebochelde mannetjes.’’
Maurits: ,,Het woord beiaard kennen ze vaak niet. Huh? Zeggen ze dan. Beiaard? Bejaarde?’’
Bob: ,,Het woord carillon is vaak ook onbekend. Iets met de kerk, gokken veel mensen. Maar stadsbeiaardiers zijn niet in dienst van de kerk, maar van de stad.’’
Maurits Bunt (bril) en Bob van der Linde inspecteren hun instrument bovenin de Martinitoren. Foto: Corné Sparidaens
Ipad met bladmuziek in de rugtas
Hier spreken twee trotse vakmannen, die eraan gewend zijn dat ze hun vak moeten verkopen. Ze kunnen dat in woorden, maar eenvoudiger gaat het als ze de ongelovigen alias onwetenden meenemen de toren op. Ze hebben de sleutel op zak, openen de poort en daar gaan ze, Ipad met bladmuziek in de rugtas.
Onvermoeibaar beklimmen ze de 311 treden om met een zekere tevredenheid plaats te nemen op ‘hun’ bankje. Ze kiezen voor iets luchtigs, , ze spelen met hun pinken op de toetsen waardoor de klokken nog een verdiepinkje hoger in beweging komen. Ze vertrouwen erop dat het beneden in de binnenstad goed klinkt en dat er in elk geval één persoon opkijkt. En glimlacht.
Maurits Bunt (bril) en Bob van der Linde zijn de nieuwe stadsbeiaardiers van de Martinitoren. Foto: Corné Sparidaens
De twee beiaardiers kenden elkaar al voor ze hun nieuwe functie aanvaarden. Ze studeerden beiden op de beiaardschool in Amersfoort - waarvoor ze beiden kozen naast hun studie kerk- en orgelmuziek. Bob zat in Utrecht op het conservatorium, Maurits in Rotterdam.
En ze kwamen elkaar tegen, per ongeluk, aan de voet van de Martinitoren. Het was half april en in het diepste geheim luisterde de sollicitatiecommissie vanaf een bankje op het Martinikerkhof naar het spel van vier sollicitanten.
Historisch instrument is gebouwd tussen 1662 en 1664
Zij kregen de baan. Maurits speelt elke zaterdag van 11 tot 12 uur; Bob elke dinsdag van 12 tot 13 uur. Het zijn de marktdagen en sinds jaar en dag klinkt dan het carillon over de stad.
Bob: ,,Moet je je voorstellen. Eeuwen voordat de radio kwam, was er ineens twee keer per week muziek te horen. Dat kon op grote waardering rekenen.’’
Maurits: ,,Het carillon van de Martinitoren is in 1662 tot 1664 gebouwd. Wat dat allemaal heeft doorstaan! Er zijn nog maar weinig historische carillons op de wereld.’’
Bob: ,,Hierop een uur per week hebben. Dat is een voorrecht.’’
Bob ging op pianoles toen hij acht jaar was. Thuis in Zwolle bezochten ze de Nederlands gereformeerde kerk waar hij gefascineerd raakte door het orgel. ,,Door al die knopjes komt er zo veel geluid uit. Dat instrument verkennen, met al die partijen, de gedachte dat je dat in je eentje kan besturen.....’’
Hij stapte over op orgelles en zijn docent was ook beiaardier. Bob mocht een keer mee naar de beiaard van de Peperbus, zoals de-Onze-Lieve-vrouwe-toren van Zwolle liefkozend heet.
En was om.
,,De beiaard bestaat uit 52 klokken en daar mag je mee doen wat je wilt, alsof je als schilder voor een leeg doek staat. Wiskundig gezien heb je al zo veel mogelijkheden, muzikaal gezien helemaal.’’
Maurits Bunt (rechts) en Bob van der Linde. Foto: Corné Sparidaens
Maurits weet niet anders dan dat er thuis muziek was. De Bach-cantates waren favoriet. In de gang stond een orgel, in de woonkamer een piano. ,,We hadden ook een klavecimbel, een prachtinstrument volgens mijn vader.’’
Zijn vader speelde orgel en op een keer, ze waren op vakantie in het Zuid-Duitse Ottobeuren, namen ze een kijkje in de kerk. Zijn vader kroop er achter het orgel. ,,Fantastisch was het’’, zegt Maurits.
Vanaf dat moment speelde hij thuis orgel. Hij probeerde na te spelen wat hij in de gereformeerde kerk aan orgelmuziek hoorde. Toen hij 9 was, ging hij op les, wat hem niet meeviel, want hij hield meer van improviseren dan van noten lezen - zacht uitgedrukt. ,,Ik dreigde een muzikale analfabeet te worden en moest noten leren lezen. Toen ben ik op les gegaan bij Sietze de Vries, nu organist van de Martinitoren. Hij sprak als het ware dezelfde taal.’’
Ze hebben nu hun gedroomde baan, zeggen ze. Ze zijn niet alleen beiaardier in Groningen. Bob is ook beiaardier in Arnhem en Oudewater, daarnaast is hij organist in Sneek; Maurits is beiaardier in Epe, organist in Deventer en kerkmusicus in Apeldoorn.
,,Leuk, dat carillon en dat orgel, maar wat doe je voor werk?’’ wordt hen geregeld gevraagd. Dat steekt.
Bob: ,,Je bent bezig met creëren, met de magie van een eeuwenoud instrument.’’
Maurits: ,,Je gaat dit vak in omdat je erdoor bent. Je begint eraan met de blik op oneindig en met veel doorzettingsvermogen.’’
Bob: ,,Je wilt mensen iets geven, ze een beetje gelukkiger maken. Als ze dan vragen wat het verdient, doet dat afbreuk aan de charme van het vak.’’
Maurits: ,,De beiaard is een instrument dat in de maatschappij staat en iedereen is je publiek. Ook doordat je een breed repertoire hebt. Van pop tot jazz, van improvisaties tot inspelen op de actualiteit.’’
Ze kijken ernaar uit om in Groningen te spelen, denken aan samenwerking met het Noord Nederlands Orkest en met het Forum. Als Guns ‘n Roses in het Stadspark staat, verzorgen zij op het carillon de amuse. ,,Op de beiaard klinkt alles als een zonnetje’’, zegt Bob.]
Op dit toetsenbord slaan de de nieuwe beiaardiers van de Martinitoren. Foto: Corné Sparidaens
De mooiste reactie die hij ooit kreeg voor zijn spel? Hij denkt even na. ,,Dat was toen ik door de stad liep en iemand het liedje van Marco Borsato hoorde fluiten dat ik net had gespeeld.’’
Maurits: ,,Vrienden van mij waren in de stad en toen ze The Beatles hoorden op het carillon, wisten ze dat ik speelde. En ik heb een keer, nadat ik Bachs had gespeeld, een emotionele brief ontvangen.’’
Hij vervolgt: ,,Wat altijd werkt is mensen meenemen naar boven. Als je vertelt dat je beiaardier bent, vinden mensen dat niet meteen sexy. Dat verandert als ze op de toren zijn.’’